LES 1 - INTRODUCTIE

• Rekenen
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 2

Startklaar 

       

       Pak je Chromebook/ laptop voor je

       Start je Chromebook/ laptop op

       Log in op www.lessonup.app 

       Stop je telefoon in je zak!

      

Inleiding

Je hebt dagelijks te maken met tijd. Daarom is het belangrijk dat je kunt uitleggen waarom tijd voor jou belangrijk is? En je kunt uitleggen dat  je met tijd kan rekenen. 

• Je kijkt dagelijks op je klok.
• Het kan zijn een analoge of een digitale klok.
• Je kijkt meestal op je telefoon en het is een digitale klok.
• Het kan lastig zijn om op verschillende klokken te kijken!

 

Waar kijk je meestal als de tijd wilt weten?

Leerdoelen

Aan het einde van de les ...

• kun je uitleggen wat het verschil is tussen een digitale klok en een analoge klok. 
• kun je met tijd rekenen.

Leerdoelgericht werken: 

Voor iedere leerling is duidelijk waar er aan gewerkt gaat worden. Docenten geven vanuit deze leerdoelen vorm aan

de inhoud van hun lessen. Om dit voor leerlingen behapbaar te houden wordt alleen het hoognodige aangeboden. Iedere les worden de beoogde leerdoelen kenbaar gemaakt en

worden onderwijsactiviteiten ingezet die moeten leiden tot het beoogde leerdoel. Hierbij wordt gericht ingezet op succeservaringen. Leerdoelen worden vanuit hoge positieve verwachtingen van alle leerlingen geformuleerd en zetten in op succeservaringen. 

Beginsituatie

Je hebt dagelijks te maken met tijd. Thuis, buiten en op school. Voor dat je naar bed gaat, zet je je alarm aan op je telefoon.

Dat doe je om niet op school te laat te komen!

Je alarm stel je in met je digitale klok. 

Stel je wilt 's morgens om kwart over zeven opstaan, wat vul je in in je telefoon?

Je 1e les op school begint om acht uur. Je wilt niet te laat komen. Hoe laat moet je zijn op school?

Je voetbal thuiswedstrijd begint op zaterdag om tien uur. Hoe laat spreek je met je teamgenoten af?

Hoeveel seconden zitten er in één minuut?

1. 30
2. 60
3. 90
4. 100

Hoeveel minuten zitten er in één uur?

1. 100
2. 30
3. 60
4. 90

Hoeveel uren zitten er in één dag?

1. 12
2. 24
3. 60
4. 100

Hoe vaak kijk je per dag naar je horloge of op je telefoon om de tijd te weten denk je?

1. 100
2. 50
3. 150
4. Het is moeilijk bij te houden

Hoeveel minuten zitten tussen het moment van opstaan en naar school gaan?

1. 45
2. 30
3. 15
4. 20

Opdracht

Lees de uitleg in het boek  SmartRekenen op

op blazijde 97. 

Klaar?

Ga naar deze site. Lees de info en maak de opdrachten

Theorie 

Je kunt de tijd aflezen van verschillende soorten klokken:

• Analoge klok 
• Digitale klok

Wat vind jij makkelijker om af te lezen: de digitale klok of de analoge klok?

De digitale klok

De analoge klok

De analoge klok

Je kunt de tijd aflezen van verschillende soorten klokken:

• Analoge klok 
• Digitale klok

Opdracht

Teken de analoge klok van de volgende slide na op de achterkant van je blad. 

Let op: zorg ervoor dat je alles overneemt!

Schrijf het onderstaande op je wisbordje: 

(schrijf zowel de digtale als de analoge tijd op)

Hoe laat sta je op?

Na hoeveel minuten sta je klaar om uit huis te gaan?

Hoe laat kwam je op school aan?

Hoe lang heb je er over gedaan om op school te zijn?

De analoge klok

Je kunt de tijd aflezen van verschillende soorten klokken:

• Analoge klok 
• Digitale klok

Wat zie je op de afbeelding?

1. Een analoge klok
2. Een digitale klok

Wat zie je op de afbeelding?

1. Een analoge klok
2. Een digitale klok

BEGRIPPEN UIT DEZE LES

Digitaal

Analoog