gezonde voeding les 2

• Horeca
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1-4

gezonde voeding les 2

Wat heb je vorige week gemaakt?

wat doen we deze les:

1. bekijken waarom sommige stoffen slecht voor je zijn
2. betere keuzes maken aan de hand van plaatjes
3. oefenen met wat een weekkeuze of een dagkeuze is
4. een boodschappenlijst maken in een groepje voor een gezond menu ( die jullie zelf gaan verzinnen!!)

lesdoelen

• leerling kan van teveel suiker, vet, zout en teweinig vezels uitleggen waarom dat ongezond is
• leerling kan een voorbeeld geven van een betere keuze
• leerling kan het verschil tussen een dag of weekkeuze uitleggen
• leerling kan een gezonde boodschappenlijst maken in groepsverband

ongezonde voeding

gezond vs ongezond

gezond eten = jij wordt sterk

ongezond eten = jij word zwak

veel producten in supermarkt zijn lekker, maar niet nodig

Waarom zijn ze ongezond?

veel suiker

van teveel suiker kan je moe en onrustig worden. 

Ook is het slecht voor je tanden en je kunt er dik van worden.

veel zout

van teveel zout krijg je een verhoogde bloeddruk. Dit verhoogt de kans op hart- en vaatziekten. 

zit in veel snacks en kant-en-klaarmaaltijden

slechte vetten

vette vleesproducten, gebak en kaas. 

Geeft kans op hart- en vaatziekten. 

gebruik vetarme producten, zoals kip, vis, biefstuk en olie

tewenig vezels

teweinig vezels geeft kans op hart- en vaatziekten, suikerziekte en verstopte darmen. 

eet daarom veel volkoren producten of met voldoende vezels

wat verhoogt de kans op hart- en vaatziekten?

1. teveel suiker
2. teveel zout
3. slechte vetten
4. te weinig vezels

wat is slecht voor je tanden?

1. teveel suiker
2. teveel zout
3. slechte vetten
4. te weinig vezels

Waarvan krijg je een verhoogde bloeddruk?

1. teveel suiker
2. teveel zout
3. slechte vetten
4. te weinig vezels

Waardoor kun je verstopte darmen krijgen?

1. teveel suiker
2. teveel zout
3. slechte vetten
4. te weinig vezels

betere keuzes

je weet nu wat ongezond is, deze producten staan niet in de schijf van 5. 

Dit is doordat ze teveel zout, suiker, slechte vetten of teweinig vezels hebben. 

Laat bij opdracht 1 zien, dat jij het verschil weet tussen gezonde en ongezonde producten

opdracht 1

Betere keuzes, deze kunnen je leven redden..... blz 6 en 7

dag of weekkeuze

dagkeuze = 3-5 x per dag iets kleins ( een koekje, een waterijsje, ketchup bij je tosti)

weekkeuze = max 3x per week iets groters (croisant, zakje chips, een glas frisdrank)

opdracht 2

kruis aan, is het een gezonde keuze, een dagkeuze of een weekkeuze?

blz 7, 8 en 9

gezonde maaltijd

voedsel, gezond of ongezond kost geld. Je moet dus goed nadenken over wat je koopt. 

opdracht 3:  maaltijd met 10 muntjes

opdracht 4: je eigen gezonde  dagmenu in groepsverband

opdracht 3

gezonde maaltijd bestellen met 10 muntjes

blz 10 en 11

wat moet je doen?

op het blaadje zie je bovenaan 10 muntjes staan. 

Maak een gezonde keuze. 

Onder elk product staat hoeveel muntjes het kost. Kruis de hoeveelheid muntjes af van de producten, TOT ze op zijn.

Hoe ziet jou maaltijd eruit?

opdracht 4

jouw gezonde dagmenu

blz 12

dagmenu

maak in een groepje van 2 a 3 een dagmenu. dit bestaat uit:

- ontbijt

- tussendoor 1

- lunch

- tussendoor 2

- avondmaaltijd(diner)

- thee zonder suiker

opdracht 5

boodschappenlijst voor 4 pers

Denk aan de aanbevolen hoeveelheid

blz 12

Stap 1

bedenk hoeveel je nodig hebt voor 1 persoon. 

Stap 2

doe de hoeveelheid x4. 

Je hebt nu de hoeveelheid voor 4 personen

Stap 3

ga naar www.ah.nl

zoek de prijs op van je producten. Kijk goed of de hoeveelheid klopt.

Stap 4

tel de kosten bij elkaar op ( 3+3=6).

op welk totaalbedrag kom je uit?

tijd over??

kijk de volgende video wat suikers met je kan doen

Nabespreken

kijk terug op de les. Hoe is het gegaan, wat ging super? 

zijn er ook dingen die je anders zou doen?

antwoord dit op de volgende slides

Wat ga je de volgende keer anders doen?

wat heb je geleerd deze les. Noem minimaal 1 ding

Super, je bent bij het einde, tot volgende week!