What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Johan de Witt Scholengroep
‹
Return to search
Unidad: Repaso
1 / 18
next
Slide 1:
Slide
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
This lesson contains
18 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
70 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
We starten in 5 minuten met de les.
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
¡Terugblik:
Les 3/ herhaling
Vandaag:
Pagina 20/21
La fiesta
Lugares
Leerdoelen voor vandaag:
Je kunt de geleerde grammatica gebruiken om over mijn vakantie, weekend en feesten uitgaan schrijven.
Ik ken de getallen 0 t/m 100 in het Spaans.
ir a
Verbo gustar
Verschillende activiteiten
Ser & estar y tener
Bijvoeglijk naamwoorden
Kleuren
Comperativos
Slide 4 - Slide
Me llamo...
Tengo ... años
vivo en ...
Soy de ...
Nombre
(naam)
Edad
(leeftijd)
Domicilio (woonplek)
Nacionalidad (afkomst)
Slide 5 - Drag question
ir al bosque
ir a la playa
ir a visitar los abuelos
ir al teatro
ir de compras
Slide 6 - Drag question
¿Qué haces?
Este fin de semana voy a ir
al cine
Voy a la piscina todos los días.
Me gusta mucho.
Normalmente voy de compras todos los fines de semana
Monto en bicicleta dos veces a la semana,
¿A qué hora ves tele?
Me gusta navegar por internet
Slide 7 - Drag question
Slide 8 - Video
Praten over Plaatsen
Málaga... ..........una ciudad muy agradable.
Madrid ...... ..............en el medio de la Penísula.
.....................playas muy bonitas en Valencia.
Barcelona................un plaza de toros muy famosa
es
está
Hay
tiene
Slide 9 - Slide
ESTAR ZIJN
1.(yo)
estoy
(ik ben)
2.(tú)
estás
(jij bent)
3.(él, ella, usted)
está
(hij/zij is, u bent)
4.(nosotros/as)
estamos
(wij zijn)
5.(vosotros/as)
estáis
(jullie zijn)
6.(ellos, ellas, ustedes)
están
(zij zijn / u (mv))
Slide 10 - Slide
Tener:hebben
Tener: hebben
yo
él, ella, usted
tú
nosotros
vosotros
ellos, ustedes
Tengo
tienes
tiene
tenemos
Tenéis
tienen
Slide 11 - Drag question
El adjetivo: bijvoeglijke naamwoorden
Wat is een bijvoeglijke naamwoord?
Zegt iets over het zelfstandig naamwoord.
Past zich altijd aan, aan het zelfstandig naamwoord
mannelijk/vrouwelijk + enkelvoud/meervoud
De plaats:
Bijna altijd
achter
het zelfst. nw
De
mooie
jurk - El vestido
bonito
Het
blauwe
huis - la casa
azul
Slide 12 - Slide
Adjetivo hoeveelheden
Bijvoeglijke n.w die iets zeggen over een
hoeveelheid
staan altijd
voor
het zelfstandig n.w
Er zijn 5:
1. poco/a weinig/ een beetje
2. otro/a nog een/ een andere
3. mucho/a veel
4. medio/a halve
5. demasiado/a te veel
Slide 13 - Slide
Ir a +
Hele werkwoord
Yo ............
Tú .............
Él/ella/usted.............
Nosotros/as.................
Vosotros/as..................
Ellos/ellas/ustedes...............
Bailar
Comer
Dormir
Pintar
Beber
Viajar
Casa
Slide 14 - Slide
Verbo: Gustar
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Hoe goed heb je de leerstof begrepen?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 18 - Poll