This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Hoy = vandaag
programma:
- repaso trappen van vergelijking
- repaso aanwijzend voornaamwoorden
- woordenschat oefenen
Leerdoelen:
* Ik kan zinnen maken aanwijzend voornaamwoorden en trappen van vergelijking
Slide 2 - Slide
Wat zijn de aanwijzend voornaamwoorden voor dingen VERWEG
Slide 3 - Open question
Wat zijn de aanwijzend voornaamwoorden voor dingen DICHTBIJ
Slide 4 - Open question
Wat is de vergelijking in deze zin? Mi amigo es tan divertido como yo
Slide 5 - Open question
wat is de vergelijking in deze zin? Mi escuela es mejor que la de mi hermana
Slide 6 - Open question
wat is de vergelijking in deze zin? el vestido de Bershka es menos caro que el de Mango
Slide 7 - Open question
Tekstboek p. 53
Slide 8 - Slide
kies de juiste vergelijking: M escuela es (mooier dan) la escuela de mi hermano
A
mas bonito que
B
mas grande que
C
tan bonito como
D
tan grande como
Slide 9 - Quiz
Amsterdam es (beter dan) La Haya
A
mas bueno que
B
tan bueno como
C
mejor que
Slide 10 - Quiz
Mi hermana es ( aardiger dan) mi amiga
A
menos simpatica que
B
mas simpatica que
C
tan simpatica como
Slide 11 - Quiz
Maak twee zinnen waar je dingen met elkaar vergelijkt. - je zin heeft minimaal 4 woorden - gebruik de aanwijzend voornaamwoorden - gebruik trappen van vergelijking