Johan de Witt Scholengroep

mavo 4

bij werkloosheid is vraag naar arbeid
A
groter dan aanbod
B
kleiner dan aanbod
1 / 14
next
Slide 1: Quiz
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

bij werkloosheid is vraag naar arbeid
A
groter dan aanbod
B
kleiner dan aanbod

Slide 1 - Quiz

tot welke sector hoort een kapper
A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector
D
quartaire sector

Slide 2 - Quiz

Hoe heet het vervangen van werknemers door robots
A
conjuncturele werkloosheid
B
structurele werkloosheid
C
regionale werkloosheid
D
seizoenswerkloosheid

Slide 3 - Quiz

In een ruime arbeidsmarkt zullen lonen eerder stijgen dan in een krappe arbeidsmarkt
A
juist
B
onjuist

Slide 4 - Quiz

tot welke sector hoort de landbouw
A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector
D
quartaire sector

Slide 5 - Quiz

welke ondernemer is met zijn privé-vermogen aansprakelijk voor verliezen van zijn bedrijf
A
bv
B
nv
C
eenmanszaak
D
vof

Slide 6 - Quiz

Als het slecht gaat met de economie neemt de werkloosheid vaak toe. Dit noemen we?
A
conjuncturele werkloosheid
B
structurele werkloosheid
C
regionale werkloosheid
D
seizoenswerkloosheid

Slide 7 - Quiz

Hoe noemen we verplaatsing van productie naar lage lonen landen?
A
conjuncturele werkloosheid
B
structurele werkloosheid
C
regionale werkloosheid
D
seizoenswerkloosheid

Slide 8 - Quiz

als je tijdelijk tussen twee banen in zit noemen we dit?
A
conjuncturele werkloosheid
B
structurele werkloosheid
C
frictiewerkloosheid
D
seizoenswerkloosheid

Slide 9 - Quiz

tot welke sector hoort industrie
A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector
D
quartaire sector

Slide 10 - Quiz

welke ondernemer betaalt inkomstenbelasting over zijn winst
A
bv
B
nv
C
eenmanszaak
D
vof

Slide 11 - Quiz

1) de WW is een werknemersverzekering
2) de AOW is een volksverzekering
A
beide juist
B
1 juist 2 onjuist
C
1 onjuist 2 juist
D
beide onjuist

Slide 12 - Quiz

kapitaalintensieve bedrijven hebben een hoge arbeidsproductiviteit
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quiz

1) bruto loon is lager dan netto loon
2) tussen bruto en netto loon zitten belastingen en werkgeverspremies
A
beide juist
B
1 juist 2 onjuist
C
1 onjuist 2 juist
D
beide onjuist

Slide 14 - Quiz