Spelling gr.4 nk,ng,eer, ei,ij herhaling

• Nederlands
• Basisschool
• Groep 4

Spelling 

• -nk van bank 
• -ng van tong 

Spelling 

• -eer van beer 
• -oor van oor 
• -eur van deur 

Spelling 

• ei van trein 
• ij van ijs 

Moet de schroef in de muur
of in de ...... ?

1. plangk
2. plang
3. plank
4. plan

Kom binnen, ga lekker zitten op de ...

Wij ...... een lied voor onze ouders.

Je ruikt niet lekker.
Het ........

1. stink
2. sting
3. stingkt
4. stinkt

Geen jongen, maar een ...........

Hoe heet dit dier?

Ik ga niet met de auto, maar met de ...

Ik maak de vloer schoon met een ...

1. doek
2. dweil
3. bezem
4. dwijl

Hoe oud ben ik?
Het woord schrijven.

De koning woont in een ........

Niet de achterkant, maar de .........

1. voorkant
2. vorkant
3. achterkant
4. voor

De trein rijdt op het ............

Rood is een mooie
.......

Wat je ruikt met je neus.....

Geen meisje, maar een ....

Het is mooi weer, de zon ...........

Deze les is klaar.
Dit is het ......

Doe jij het ... dicht?

1. gordijn
2. godijn
3. gordein
4. chordijn

Gewonnen! Ik heb de eerste ....

1. preis
2. pijs
3. prijs
4. pijst

We doen om en om. Dat heet om de ....

1. om
2. allebei
3. burt
4. beurt

De juf kijkt heel
......

1. lief
2. steng
3. stren
4. streng

Ik ben niet bang voor de ...

Mijn kleinste vinger heet de .....

Ik heb alle vragen gemaakt.
Deze les is ...

Hoe vond je deze woorden?

1. Moeilijk
2. Makkelijk