Johan de Witt Scholengroep

GHVA Nieuwsbegrip week 39 2022

1 / 37
next
Slide 1: Slide
NT2BasisschoolGroep 1

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Nieuwsbegrip    
timer
8:00

Slide 2 - Slide

Zijn we er allemaal?

Stop je je telefoon in je tas?

Heb je je spullen klaarliggen?


De afspraken

Slide 3 - Slide

Nog vragen over de vorige les (Alles wordt duurder)
Nieuwsbegrip    

Slide 4 - Slide

Nieuwsbegrip    Je leert nieuwe woorden.

Slide 5 - Slide

Waar gaat de tekst van deze week over?
Nieuwsbegrip    

Slide 6 - Slide

Pesten

Slide 7 - Mind map

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Doel:
Ik kan de tekst lezen.
Ik begrijp de tekst.
Ik kan vragen beantwoorden over de tekst.
Ik kan de tekst na vertellen.

Dus ga nu aan de slag met de vragen.
Nieuwsbegrip

Slide 18 - Slide

1. Wat is het onderwerp?
2. Wat gaat de tekst je vertellen, denk je?
3. Wat weet je er al van?
4. Luister en lees de woorden mee.
Nieuwsbegrip    
Opdracht 1

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

*Maak de opdrachten in je groepje
* We gaan ermee verder in de volgende les
Nieuwsbegrip    
Opdrachten 2,3,4

Slide 21 - Slide

Opdracht 2: Wat is het thema van de Week Tegen Pesten?

Slide 22 - Open question

2.2 Wat kun je doen als een grapje niet voor iedereen leuk is?
A
Dan doe je niets, want je kunt niets doen aan stomme grappen
B
Dan praat je met elkaar over het grapje
C
Dan wordt je heel erg boor op iedereen die een grapje maakt

Slide 23 - Quiz

2.3 Waarom moeten scholen pesten tegengaan?
A
Omdat er op scholen niet gepest wordt
B
Omdat het de Week Tegen Pesten is
C
Omdat school een veilige plek moet zijn

Slide 24 - Quiz

Welke 3 dingen kun je tegen pesten doen?

Slide 25 - Open question

2.5 Wat wordt op jouw school tegen pesten gedaan?

Slide 26 - Open question

Opdracht 3.1 Welke titel past ook goed bij deze tekst?
A
Grapjes zijn altijd leuk
B
Maak geen grapjes!
C
Week Tegen Pesten

Slide 27 - Quiz

3.2 Kijk in de Inleiding. Bedenk een vraag bij dit stukje

Slide 28 - Open question

3.3 Regel 7-8-9. Welke week wordt bedoeld met "Deze week"?
A
de eerste week van September
B
de leukste week van het jaar
C
de Week Tegen Pesten

Slide 29 - Quiz

3.4 Regel 9-17. Wat is het belangrijkste van dit stukje?
A
Grapjes moeten voor iedereen leuk zijn. Daar moet je over praten
B
Je moet praten over grapjes. Dan begrijp je het grapje beter

Slide 30 - Quiz

3.5 Regel 19-20. Wat betekent "helaas"?

A
gelukkig ook
B
heel vaak
C
jammer genoeg

Slide 31 - Quiz

3.6 Regel 22 - 23: Wat betekent "tegengaan"?
(Let op AA/A!)
A
proberen te beginnen
B
proberen te snappen
C
proberen te stoppen

Slide 32 - Quiz

3.7 Regel 32-33: Wat wordt bedoeld met "dan"? Wanneer moet je erover praten?
A
als iemand aardig doet
B
als iemand jou pest
C
als niemand gepest wordt

Slide 33 - Quiz

Regel 27-34: Bedenk een vraag bij dit stukje.

Slide 34 - Open question

Nog even een paar woorden:

Slide 35 - Slide

Opdracht 4

Slide 36 - Slide

De opdrachten bespreken.
Heb je het begrepen?
Had je de vragen goed?
Heb je de doelen behaald?
Nieuwsbegrip    
Ga aan de slag met de opdrachten.

Slide 37 - Slide