Ook taal - Fragment uit: Ronnie de roerdomp en het geheim van het moeras

Fragment uit:
Ronnie de roerdomp en het geheim van het moeras
1 / 15
next
Slide 1: Slide
Begrijpend lezenLiteratuurBasisschoolGroep 5-8

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Fragment uit:
Ronnie de roerdomp en het geheim van het moeras

Slide 1 - Slide

Ik leer verschillende strategieën om tijdens het lezen achter de betekenis van een woord te komen.

Slide 2 - Slide

Wat valt je op aan de vorm, de kopjes, de titel en de plaatjes?
Wat is dit voor tekst? Waar zie je dat aan?
Bekijk de tekst.
Wat is het doel van de schrijver?
Waar denk je dat het over zal gaan, waarom denk je dat?
Hoe ga je deze tekst lezen?

Slide 3 - Slide

De omslag
Op de omslag van een boek staat belangrijke informatie zoals: de titel, de schrijver/ schrijfster, afbeeldingen, de uitgever en een korte samenvatting. Deze elementen samen geven een voorproefje van de inhoud van het boek. Hierdoor weten lezers wat zij binnenin kunnen verwachten.
Wat weet je al over dit onderwerp?

Slide 4 - Slide

De leerkracht leest het fragment voor.
Het leesfragment vind je hier.

Slide 5 - Slide

Begrijp je waar het over gaat?
Bespreek deze vragen eerst met je maatje.
Daarna klassikaal.
Ben je benieuwd hoe het verder gaat?
Vind je het een mooie tekst? Waarom?

Slide 6 - Slide

De leerkracht doet het voor.
Wat doe ik als ik een woord tegenkom dat ik niet ken?

Slide 7 - Slide

Wanneer je een onbekend woord tegenkomt.
Wanneer je een woord tegenkomt waarvan je de betekenis niet kent:
1: Lees verder. Misschien wordt het woord nog uitgelegd of heb je de betekenis van het woord niet nodig.
2: Kijk naar het woord zelf en de zinnen eromheen.
3: Wanneer stap 1 en 2 niet geholpen hebben kan je het woord opzoeken of aan iemand vragen.

Slide 8 - Slide

We doen het samen.
Wanneer je een woord tegenkomt waarvan je de betekenis niet kent:
1: Lees verder. Misschien wordt het woord nog uitgelegd of heb je de betekenis van het woord niet nodig.
2: Kijk naar het woord zelf en de zinnen eromheen.
3: Wanneer stap 1 en 2 niet geholpen hebben kan je het woord opzoeken of aan iemand vragen.

Slide 9 - Slide

Lees nu  de rest van de tekst. 
Markeer de onbekende woorden en achterhaal de betekenis aan de hand van de eerder besproken stappen.

Slide 10 - Slide

Tekstgerichte vragen:
Wat wil Suus later worden?
Wat gebeurt er in de laatste alinea?
Waarom kon Suus niet slapen van de opwinding?
A: Ze had het koud.
B: Omdat het Sibirisch koud zou worden.
C: Ze wilde Ronnie de Roerdomp graag ontmoeten.
D: Ze wilde op natuurijs gaan schaatsen.

Noem een aantal dingen die Suus in dit verhaal onverstandig heeft aangepakt.
Zou jij de rest van het boek willen lezen? Leg uit waarom wel/ waarom niet.
Hoe gaat dit verhaal verder? Schrijf zelf een einde van dit verhaal.

Slide 11 - Slide

Toetsvraag:
Lees: ‘Soms moest ze oma wel drie keer achter
elkaar vertellen hoe het op school was, of vroeg oma midden in de zomer of Suus haar schoen al had gezet voor sinterklaas.’
Wat doet de schrijver hier?
A: De schrijver maakt een grapje.
B: Hij geeft zijn mening.
C: Hij geeft voorbeelden.
D: Hij geeft uitleg.

Slide 12 - Slide

Klopte ons idee over het doel van de schrijver?
Wat is de hoofdgedachte van de tekst?

Aan wie zou je het aanraden? Waarom?
Zou je dit verhaal verder willen lezen?
Heeft de schrijver zijn doel bereikt? Waar kwam dit door?

Slide 13 - Slide

Welke woorden heb jij gemarkeerd? 
Welke stappen heb je toen genomen?

Slide 14 - Slide

Tot de 
volgende keer!

Slide 15 - Slide