Groepsdieren

Groepsdieren
1 / 34
next
Slide 1: Slide
WereldoriƫntatieWoordenschat+3BasisschoolGroep 5,6

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Introduction

Samen sta je sterk. Zo denken niet alleen veel mensen, maar ook veel diersoorten ero ver. De olifant, de wolf, de mier, de dol jn en de spreeuw hebben een ding met elkaar gemeen: ze leven in groepen. Niet gek, want dat vergroot hun kans om te overleven. En het is ook nog eens gezelliger.

Items in this lesson

Groepsdieren

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leven in een groep 
Wat weet jij al?
Welke dieren leven er allemaal in een groep, denk je? Maak samen met je schoudermaatje een lijst. 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Video

This item has no instructions

Vragenmuur & Weetmuur
Wat zou jij willen weten over groepsdieren? Schrijf jouw vragen op en plak ze op de vragenmuur!

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Dit ga je leren
WereldoriĆ«ntatie 
Na deze les:
  • kan ik vijf dieren noemen die in groepen leven. 
  • kan ik uitleggen hoe deze dieren samenleven in een groep. 
  • weet ik waarom sommige diersoorten in groepen leven. 
Woordenschat
  • Na deze les weet ik wat de moeilijke woorden betekenen die met groepsdieren te maken hebben. 

Taal
  • Na deze les kan ik een informatieve tekst schrijven over een dier dat in een groep leeft. 


Slide 5 - Slide

Lesdoelen
Bespreek de lesdoelen met uw leerlingen.
Verdiepende tekst
Lees de tekst. Arceer de woorden die je niet goed begrijp geel.  Arceer in ieder geval: 
  • trouw zijn 
  • hecht
  • de kudde
  • op sterven liggen
  • begraven
  • sluw
  • de roedel 
  • de kolonie
  • stichten
  • bevruchten
  • verdedigen
  • paren
  • speels
  • sociaal
  • de school (vissen)
  • overwinteren
  • zwerven

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Woordenschat
Hulpkaart
eten
het ontbijt
de lunch
het diner
Staan er woorden in de tekst waarvan je de betekenis nog niet kent? Schrijf deze woorden met de betekenis op in je logboek. Horen er woorden bij elkaar? Maak dan een woordparaplu, -kast of -trap. De hulpkaart kan je helpen. 
timer
5:00
groot
klein
muis
olifant

Slide 7 - Slide

Woordenschat
Bespreek de moeilijke woorden met uw leerlingen.
Woordenschat
groepen van dieren
de roedel
Hechte groep dieren in het wild (wolven, herten, honden).
In de dierentuin gingen wij als eerst langs de roedel wolven. 
de kudde
Grote groep samenlevende zoogdieren.
In Afrika leven veel kuddes olifanten. 
Hulpkaart
de kolonie
Groep dieren die met elkaar samenleeft.
Mieren leven in een kolonie
de school
Een grote groep vissen van dezelfde soort. 
In de zee zag ik een grote school vissen zwemmen. 

Slide 8 - Slide

Woordenschat
Bespreek de moeilijke woorden met uw leerlingen.
Heb jij het artikel goed begrepen?
Test je kennis!
Hoe noemen we een groep van deze dieren? Slepen maar!
de olifant
de wolf
de mier
de spreeuw
de dolfijn
kudde
zwerm
roedel
kolonie
school 

Slide 9 - Drag question

This item has no instructions

..
.
WAAR 
of 
NIET WAAR?
Een olifantenjong verlaat na verloop van tijd de groep om een eigen kudde te starten. 
A
B

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

.
Waar kan je aan merken dat olifanten in een hechte groep leven? Noem minstens vier voorbeelden. 
Heb jij het goed begrepen?
Test je kennis!

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

..
.
WAAR 
of 
NIET WAAR?
Wolven werken altijd samen bij het vangen van een prooi. 
Meer leren over de wolf?
A
B

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

..
.
Heb jij de tekst goed begrepen? Test je kennis!
Wat staat er niet op het menu van de wolf?
A
eland
B
muis
C
bever
D
aap

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Heb jij het artikel goed begrepen?
Test je kennis!
Een kolonie van mieren wordt gesticht door een mierenkoningin. Hoe gaat dat eigenlijk? Slepen maar!
Meer leren over de mier?
1
2
3
4
5
6
De mieren-
koningin is bevrucht.
De mieren-
koningin legt eitjes
Uit de eerste eitjes komen werksters.
Bij een groot nest groeien sommige larfjes uit tot mannetjes of koninginnetjes.
De mannetjes en koninginnetjes krijgen vleugels en paren in de lucht.
Het mannetje sterft en het vrouwtje verliest haar vleugels.

Slide 14 - Drag question

This item has no instructions

..
.
Heb jij de tekst goed begrepen? Test je kennis!
Wat is geen taak van een mierenwerkster?
A
het verzorgen van de koningin haar eitjes
B
het zoeken van voedsel
C
het leggen van eitjes
D
het verdedigen van het nest

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

..
.
Heb jij de tekst goed begrepen? Test je kennis!
Wat doen dolfijnen graag samen?
Meer leren over de dolfijn?
A
jagen
B
kwebbelen
C
spelen
D
A, B en C is goed

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

.
Waar kan je aan merken dat dolfijnen intelligent zijn?
Heb jij het goed begrepen?
Test je kennis!

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

.
Heb jij weleens zo'n mooie dans van een groep vogels (bijvoorbeeld spreeuwen) gezien? Hoe zag dat eruit? Bespreek het met je schoudermaatje. 
Heb jij het goed begrepen?
Test je kennis!
Meer leren over de spreeuw?

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

.
Lees: 'Langzaam dansen ze naar hun slaapplaats. Bijvoorbeeld wat bomen, of een rietveld. Daar laten ze zich met zijn allen uit de lucht vallen, en gaan slapen. Want dat is samen wel zo veilig.'
Waarom is dat wel zo veilig, denk je? 
Heb jij het goed begrepen?
Test je kennis!

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

.
Waarom werken dieren in groepen eigenlijk samen? 
Heb jij het goed begrepen?
Test je kennis!

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

Verwerkingsopdracht
Help! De schrijfster is vergeten om nog een dier toe te voegen aan de tekst. Ze vraag jou om dit te doen. Jij gaat straks dus een informatieve tekst schrijven over een dier dat ook in een groep leeft. Maar welk dier dan? En hoe schrijf je zo'n tekst? Ik ga je helpen!

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Verwerkingsopdracht
Bekijk en lees de tekst(en) nog eens goed. 
Wat valt je op?
Hoe weet je dat dit een informatieve tekst is? Wat maakt die tekstvorm anders dan andere teksten? 
Wat valt je op aan de kopjes?

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

..
.
Wat is het doel van de schrijver vooral?
A
De schrijver wil je informeren.
B
De schrijver wil je overhalen om iets te doen.
C
De schrijver wil je vermaken.
D
De schrijver wil je overtuigen van zijn/haar mening.

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

.
Welke informatie vind je allemaal terug in de tekstjes over de dieren? Bespreek het met je schoudermaatje. 

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

Conclusie
Je leest informatie over:


  • de manieren waarop de dieren samenleven en samenwerken.
  • de naam van de groepsvorm waarin de dieren leven.
  • de manier waarop de dieren communiceren.
  • kenmerkende weetjes over de dieren.
Het doel van de schrijver is informeren
De tekst bestaat uit ongeveer 10 tot 15 zinnen. 


Bij de tekst staat een passende afbeelding.



Elk stukje tekst over een dier heeft een kop waarmee het dier wordt beschreven.




Slide 25 - Slide

This item has no instructions

De opdracht
Zoek en kies een dier dat nog niet in de tekst staat maar ook in een groep leeft. Vind je dat lastig? Draai dan aan het rad voor een dier. 

Zoek informatie over dit dier op in boeken en op internet.  
Welke informatie heb jij nodig voor jouw tekst? 
Het schrijfkader kan je helpen bij het schrijven van de tekst. 

De checklist helpt je om te controleren of je alle informatie in jouw tekst hebt staan en of de tekst voldoet aan de eisen. 

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag! 
timer
25:00
Gebruik het schrijfkader voor het schrijven de tekst. Klaar? 
Controleer aan de hand van de checklist of jouw tekst voldoet aan de eisen. 

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Feedback & aanpassen

Wissel je tekst uit met een klasgenoot. Vul de checklist voor elkaar in en pas je tekst aan op basis van de feedback die je hebt gekregen.

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Publiceren
Bundel de teksten tot Ć©Ć©n boekje. Op deze manier kunnen alle kinderen in de klas de teksten lezen en meer leren over dieren die in groepen lezen. 
Denken jullie dat wanneer iemand dit boek leest, meer heeft geleerd over groepsdieren?

Slide 29 - Slide

Verwerkingsopdracht
Reflectie
Draai aan het rad en bespreek de vraag.

Slide 30 - Slide

Verwerkingsopdracht
Leven in een groep 
Wat weet jij al?
Klopt het lijstje dat je aan het begin van de les hebt gemaakt?
Streep eventueel dieren door of vul het lijstje aan.  

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Dit weet ik nu ... & Dit kan ik nu ... 
WereldoriĆ«ntatie 
  • Ik kan vijf dieren noemen die in groepen leven. 
  • Ik kan uitleggen hoe deze dieren samenleven in een groep. 
  • Ik weet waarom sommige diersoorten in groepen leven. 
Woordenschat
  • Ik weet wat de moeilijke woorden betekenen die met groepsdieren te maken hebben. 

Taal
  • Ik kan een informatieve tekst schrijven over een dier dat in een groep leeft. 


Schrijf in je projectschrift op wat jij hebt geleerd. Plak je ook (een foto van) je stripverhaal in je schrift?

Slide 32 - Slide

Terugkoppeling lesdoelen
Bespreek de lesdoelen met uw leerlingen.
Vragenmuur & Weetmuur
  • Op welke vragen hebben jullie deze les antwoord gekregen? 
  • Welke vragen zijn nog onbeantwoord? 
  • Hoe kun je ervoor zorgen dat je toch achter het antwoord op deze vragen komt?

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

              Tot de volgende keer!

Slide 34 - Slide

This item has no instructions