Afsluitende quiz

Afsluitende quiz
1 / 13
next
Slide 1: Slide
WereldoriëntatieBegrijpend lezen+5BasisschoolGroep 7,8

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Introduction

Als jij het laatste koekje hebt uitgepakt, dan is de kans groot dat jij het afval in de prullenbak gooit. In de natuur werkt het net zo. Nouja, bijna dan. Dieren gooien hun afval natuurlijk niet in de prullenbak. Toch zorgen de planten en dieren ervoor dat er geen afval overblijft, omdat ze slim met elkaar samenwerken. Hoe zit dat eigenlijk?

Items in this lesson

Afsluitende quiz

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat heb jij geleerd over voedselkringlopen en leefgemeenschappen? 
Test je kennis in de quiz!

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Weet jij het nog? 
Een organisme is iets wat leeft of geleefd heeft. 
Dat zijn er zoveel, daarom spreken we over 4 rijken
Schimmelrijk
Schimmels kunnen eencellig zijn (gisten) en meercellig zijn (lange draden, meestal onder de grond). Een voorbeeld van een meercellige schimmel is de paddenstoel.
organismen
Plantenrijk
Planten groeien bijna overal. De meeste planten komen voor op het land, maar planten kunnen ook in het water groeien.
Dierenrijk
Er zijn verschillende soorten dieren. Al deze dieren hebben hun eigen kenmerken. De mens behoort ook tot het dierenrijk. 
Bacterierijk
Dit zijn hele kleine levende wezens. Ze bestaan maar uit één cel en je kunt ze alleen zien met een microscoop.

Slide 3 - Slide

Woordenschat
Bespreek de moeilijke woorden met de leerlingen.
Weet jij bij welk rijk het hoort? Slepen maar!
bacterierijk
schimmelrijk
plantenrijk
dierenrijk

Slide 4 - Drag question

This item has no instructions


Heb jij het goed begrepen? Test je kennis!
Wat moet er op de stippellijn staan? 
De planten, dieren en micro-organismen in een ecosysteem zijn ................ van elkaar.
A
afhankelijk
B
onafhankelijk

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions


Heb jij het goed begrepen? Test je kennis!
Welke zinnen over een ecosysteem zijn WAAR?
A
In een ecosysteem leven levende en niet-levende dingen in evenwicht samen.
B
De planten, dieren en micro-organismen in een ecosysteem zijn afhankelijk van elkaar.
C
Ieder ecosysteem heeft één leefgemeenschap.
D
Ieder ecosysteem is hetzelfde.

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions


Heb jij het goed begrepen? Test je kennis!
WAAR of NIET WAAR: 
Een voedselkringloop is een soort recyclen.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions


Heb jij het goed begrepen? Test je kennis!
WAAR of NIET WAAR: 
De uitwerpselen zitten vol voedingstoffen en zijn voer voor micro-organismen zoals schimmels en bacteriën.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Wat hoort bij wie?
Heb jij het goed begrepen? Test je kennis!
producenten (planten)
consumenten (dieren)
reducenten (schimmels en bacteriën)
Zij ruimen restjes van dode dieren en planten op en zetten dit om in nieuwe voedingsstoffen voor planten. 
Zij maken voedsel voor zichzelf en de planteneters. 
Zij eten de producenten óf elkaar op. 

Slide 9 - Drag question

This item has no instructions

Wie is wat?
carnivoor
herbivoor
omnivoor

Slide 10 - Drag question

This item has no instructions

                  Sleep de plaatjes naar de juiste plek!

Slide 11 - Drag question

This item has no instructions


Heb jij het goed begrepen? Test je kennis!
Welke uitspraak over leefgemeenschappen is WAAR? 
A
In een leefgemeenschap gaat het om eten en gegeten worden.
B
Verschillende planten en dieren hebben iets met elkaar te maken in een leefgemeenschap.

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

              Tot de volgende keer!

Slide 13 - Slide

This item has no instructions