Na deze les kan ik de woorden van deze week uitleggen aan mijn klasgenoot.
Slide 2 - Slide
Lesdoelen
Bespreek de lesdoelen met uw leerlingen.
Woordenschat
de miljoenennota
Hierin staan de verwachte inkomsten en uitgaven van het komende jaar. De minister van financiën geeft het koffertje met de miljoenennota aan de voorzitter van de Tweede Kamer.
de begroting
Plan waarin staat hoeveel geld je verwacht te krijgen en uit te geven.
In de begroting staat hoeveel geld er komend jaar voor onderwijs beschikbaar is.
de troonrede
De toespraak van de Koning, waarin hij de plannen voor het komende jaar bekendmaakt.
De troonrede begint altijd met 'Leden van de Staten-Generaal...'
de minister
Iemand die in de regering van het land zit.
De minister van Onderwijs is Ingrid van Engelshoven.
De Eerste en de Tweede Kamer
De Eerste Kamer controleert de Tweede Kamer. De Tweede Kamer controleert de regering.
de regering
Alle ministers en de Koning.
De regering bestuurt Nederland.
Slide 3 - Slide
Woordenschat
Bespreek de moeilijke woorden met uw leerlingen.
Stap 1
Maak een bingokaart met vier vakjes.
Schrijf in elk vakje één van de woorden van de week. Je mag zelf weten welke dat zijn. Je houdt dus twee woorden over die je niet gebruikt.
Slide 4 - Slide
This item has no instructions
Stap 2
Maak met z'n tweeën één dobbelsteen (vraag het werkblad aan je juf of meester). Schrijf op iedere zijde één van de woorden van deze week. Zo komen alle woorden aan bod.
het werkblad
Slide 5 - Slide
This item has no instructions
Stap 3
Gooi om de beurt de dobbelsteen.
Staat het woord op jouw bingokaart? Streep het woord dan door en leg aan je klasgenoot uit wat het woord betekent.
Wie heeft er als eerste al zijn woorden weggestreept? Hij/zij is de winnaar.