Klimaten in de wereld

Klimaten in de wereld
1 / 29
next
Slide 1: Slide
WereldoriëntatieTaal+3BasisschoolGroep 7,8

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Introduction

Terwijl het vaak stortregent in Indonesië, is het in de Gobiwoestijn gortdroog. In sommige gebieden schijnt de zon haast altijd. Op andere plekken blijft het juist ijskoud. Welke klimaten zijn er op de wereld? Volgens de bioloog Wladimir Köppen zijn er vijf basisklimaten.

Items in this lesson

Klimaten in de wereld

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Video

This item has no instructions

Vragenmuur & Weetmuur
Wat zou jij willen weten over de klimaten in de wereld? Schrijf jouw vragen op en plak ze op de vragenmuur!

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wereldoriëntatie
Na deze les:

  • weet ik welke klimaten we in de wereld kennen, waar ze voorkomen en tot welke begroeiing dit leidt.
Dit ga je leren
Woordenschat
  • Na deze les weet ik wat
    de belangrijke woorden uit de tekst betekenen. 
Taal
  • Na deze les kan ik op een wereldkaart aangeven waar zich welke klimaten bevinden en welke begroeiing hier groeit. Ik kan de kaart presenteren aan mijn klasgenoten.

Slide 4 - Slide

Lesdoelen
Bespreek de lesdoelen met uw leerlingen.
Verdiepende tekst
Lees de tekst en arceer de woorden die je nog niet goed begrijpt geel

Arceer in ieder geval:
  • loodrecht
  • het lagedrukgebied
  • het tropisch klimaat
  • het regenwoudklimaat
  • het moessonklimaat
  • het savanneklimaat
  • het steppeklimaat
  • het woestijnklimaat
  • gematigd
  • het poolklimaat
  • het toendraklimaat
  • de ijskap
  • het hooggebergteklimaat

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Woordenschat
het klimaat
het landklimaat
De winters zijn heel koud en lang en de zomers heel warm. Het verschil in temperatuur tussen de zomer en de winter kan wel 60 graden zijn bij landen met een landklimaat!
het moessonklimaat
Het moessonklimaat heeft een droog en nat seizoen. 
Bekijk het filmpje.
het tropisch klimaat
Een klimaat met warme temperaturen en veel regen.
Het tropisch klimaat kun je onderverdelen in het regenwoudklimaat, het moessonklimaat en het savanneklimaat.
het steppeklimaat
In het steppeklimaat groeien nog grassen en struiken, maar er is veel minder leven dan in de tropen. 
het woestijnklimaat
Gebieden met een woestijnklimaat hebben vooral kale vlaktes van zand of stenen. Er groeien weinig planten. De planten die er groeien hebben zich aangepast aan de hitte.
gematigd klimaat of het zeeklimaat
In landen met een zeeklimaat wordt het klimaat beïnvloed door de zee. In gebieden met een zeeklimaat wordt het in de zomer nooit erg warm en in de winter wordt het nooit erg koud. 
het poolklimaat
In landen met een poolklimaat is het altijd koud. Het poolklimaat kun je verder opsplitsen in een toendraklimaat, een ijskap en een hooggebergteklimaat.
het regenwoudklimaat
In het regenwoudklimaat regent het het hele jaar. Daardoor blijven de planten groen. 
het droge klimaat
In gebieden met een droog klimaat is het overdag bloedheet en 's nachts kan het koud zijn. Er valt weinig regen. Het droge klimaat kun je onderverdelen in het steppeklimaat en het woestijnklimaat.
de ijskap
In een ijskap vriest het gemiddeld het hele jaar door. De Noord- en de Zuidpool zijn voorbeelden van een ijskap. 
het toendraklimaat
In het toendraklimaat is het tussen 0 en 10 graden in de warmste maand.
het hooggebergteklimaat
In het hooggebergteklimaat vriest het altijd. De bodem is meestal bevroren. Het komt voor in hooggebergtes, zoals de Himalaya of de Alpen.
het savanneklimaat
Het savanneklimaat heeft een groot verschil tussen het droge en natte seizoen.

Slide 6 - Slide

Woordenschat
Bespreek de moeilijke woorden met uw leerlingen.
Woordenschat
Hulpkaart
eten
het ontbijt
de lunch
het diner
Staan er nog andere woorden in de tekst waarvan je de betekenis nog niet kent? Schrijf deze woorden met de betekenis op in je logboek. Horen er woorden bij elkaar? Maak dan een woordparaplu, -kast of -trap.
timer
5:00
groot
klein
muis
olifant

Slide 7 - Slide

Woordenschat
Bespreek de moeilijke woorden met uw leerlingen.

Slide 8 - Video

This item has no instructions

..
.
Heb jij het goed begrepen?
Wat is de naam van de bioloog die de vijf basisklimaten bedacht heeft?
A
Gobi Desserti
B
Wladimir Coppens
C
Wladimir Köppen
D
Dat is onbekend.

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions


Heb jij het goed begrepen?
Er zijn meerdere dingen van invloed op het klimaat. Welke? Noem drie dingen.

Slide 10 - Open question

This item has no instructions


Heb jij het goed begrepen?
Köppen bedacht vijf
basisklimaten. Welke?

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Heb jij het goed begrepen?
Welk klimaat past bij de omschrijving? Slepen maar!
Het savanneklimaat
het regenwoudklimaat
het moessonklimaat
Hier regent het het hele jaar.
Dit klimaat heeft een droog en een nat seizoen.
Het verschil tussen het droge en natte seizoen is erg groot.

Slide 12 - Drag question

This item has no instructions

Een klimaatgrafiek vertelt je veel over het klimaat. Je kunt per maand de temperatuur en hoeveelheid neerslag aflezen. Op basis daarvan kun je bepalen welk klimaat er bij hoort. 

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

..
.
Heb jij het goed begrepen?
Bekijk de klimaatgrafiek hiernaast.
Welk klimaat is dit, denk je?
A
droog klimaat
B
poolklimaat
C
gematigd klimaat
D
landklimaat

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

..
.
Heb jij het goed begrepen?
Bij welke stad hoort de klimaatgrafiek, denk je?
A
Moskou in Rusland.
B
Kampala in Oeganda
C
Caïro in Egypte
D
Berlijn in Duitsland

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Bekijk op de volgende slide waar Berlijn ligt. Kunnen jullie verklaren waarom Berlijn een gematigd klimaat heeft, maar soms ook invloeden van het landklimaat heeft?

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Map

This item has no instructions


Heb jij het goed begrepen?
Ben jij weleens in de winter in een land op vakantie geweest met een ander klimaat? Welk weer was het?

Slide 18 - Open question

This item has no instructions


Heb jij het goed begrepen?
Als je kijkt naar de klimaatzones, waar op de wereld zou jij dan het liefst willen wonen?

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Verwerkingsopdracht
Maak in tweetallen een wereldkaart. Geef aan welk klimaat waar voorkomt en welke begroeiing hierbij hoort. Kijk je mee op de volgende slides hoe je dit kunt doen?

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Verwerkingsopdracht
denken - delen - uitwisselen

  • Wat zie je op de kaart?
  • Heb je al eens eerder zo'n soort kaart gezien? Waar was dat?
  • De icoontjes met de uitleg aan de rechterkant noem je de legenda. Waarom gebruiken de makers van een kaart vaak een legenda, denk je? 
  • Wat vind je van deze manier van het maken van een kaart?

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Check-check-dubbelcheck!
Check de punten in de checklist. Die kunnen je helpen om de kaart nog beter te maken.
Er is een wereldkaart gemaakt.

Op de kaart is te zien waar welk klimaat voorkomt.

Op de kaart is te zien welke begroeiing in de verschillende klimaten voorkomt.

Er is gebruikgemaakt van een legenda.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Verwerkingsopdracht
Waar wacht je nog op? Aan de slag! 
Tip! Heb je meer informatie nodig? Ga dan op zoek naar andere informatiebronnen, zoals een atlas en internet. 
timer
20:00

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Presenteren
Draai aan het rad om te zien welk tweetal de kaart mag presenteren!

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Wereldoriëntatie

  • ik weet welke klimaten we in de wereld kennen, waar ze voorkomen en tot welke begroeiing dit leidt.
Terugkoppeling lesdoelen
Woordenschat

  • ik weet wat
    de belangrijke woorden uit de tekst betekenen. 
Taal
  • ik kan op een wereldkaart aangeven waar zich welke klimaten bevinden en welke begroeiing hier groeit. Dit kan ik presenteren aan mijn klasgenoten.
Schrijf in je projectschrift wat jij hebt geleerd. Plak je ook (een foto van) de kaart in je projectschrift?

Slide 25 - Slide

Terugkoppeling lesdoelen
Bespreek de lesdoelen met uw leerlingen. Hebben zij de lesdoelen behaald?
Reflectie
Draai aan het rad en bespreek de vraag!

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Vragenmuur & Weetmuur
  • Op welke vragen hebben jullie deze les antwoord gekregen? Plak ze op de weetmuur.
  • Welke vragen zijn nog onbeantwoord? 
  • Hoe kun je ervoor zorgen dat je toch achter het antwoord op deze vragen komt?

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Video

This item has no instructions

              Tot de volgende keer!

Slide 29 - Slide

This item has no instructions