Landstede Groep

KLAS 1: H7. DE WERELD IN HANDEN

7.1 EEN STERK GROEIENDE ECONOMIE IN NEDERLAND
1 / 35
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

7.1 EEN STERK GROEIENDE ECONOMIE IN NEDERLAND

Slide 1 - Slide

Leerdoelen cursus 7.1:
  • Weet je hoe het bestuur in Nederland in de tijd van regenten en vorsten geregeld was.
     
  • Kun je uitleggen hoe de economie sterk groeide in de 17e eeuw. 
     
  • Kun je uitleggen waarom en hoe de landbouwgrond werd uitgebreid.
     
  • Weet je hoe de welvaart leidde tot een sterk groeiende cultuur. 
Begrippen cursus 7.1:
  • Compagnie
  • Droogmakerij
  • Gouden Eeuw
  • Grachtengordel
  • Investeren
  • Kapitalisme
  • Regent
  • Stadhouder
  • Staten-Generaal
  • Tijd van regenten en vorsten (1600-1700)
  • Werkgelegenheid

Slide 2 - Slide

Wat weet je al over
de Gouden Eeuw?

Slide 3 - Mind map

  •  In de tijd van regenten en vorsten bestond de Republiek uit zeven gewesten die samenwerkten in de Staten-Generaal.     

Slide 4 - Slide

  • De Republiek werd bestuurd door regenten, andere landen door vorsten.
     
  • Regenten; burgers uit belangrijke, rijke families.
      
  • De regenten kozen ook de stadhouder die het leger leidde en belangrijke besluiten namen.

Slide 5 - Slide

  • Nederlandse schepen verzorgden een groot deel van de handel in Europa. De 17e eeuw was de Nederlandse Gouden Eeuw (1600-1700).
     
  • Rijke handelaren investeerden in hun compagnieën.
     
  • Een bloeiende handel, nijverheid en landbouw zorgden voor veel werkgelegenheid.

Slide 6 - Slide

  • Een gevolg van de bevolkingsgroei was de uitbreiding van steden. 
     
     
  • Om meer voedsel te produceren werd de landbouwgrond uitgebreid door het droogmalen van meren tot droogmakerijen.

Slide 7 - Slide

Door de welvaart kwam er een rijke cultuur in de Nederlandse steden. In Amsterdam ontstond zo de grachtengordel. 
 
Rijke burgers gaven veel geld uit aan schilderkunst, bouwkunst en literatuur. 
 
Niet iedereen was rijk, er was ook veel armoede in de 17e eeuw.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Wat heb je onthouden van
de Gouden Eeuw?

Slide 10 - Mind map

500 - 1000 
1000-1500
Monniken en Ridders
Steden en Staten
Ontdekkers en hervormers
Regenten en vorsten
1500-1600
1600-1700
Middeleeuwen
Reformatie
Gouden Eeuw

Slide 11 - Drag question

De rijke families bestuurden de gewesten. Hoe werden zij ook wel genoemd?

Slide 12 - Open question

De handel zorgde voor ... in de landbouw.
A
armoede
B
werkgelegenheid

Slide 13 - Quiz

Er waren... erg rijke handelaren.
A
veel
B
enkele

Slide 14 - Quiz

Ongeveer... procent van de mensen leefden in armoede.
A
5
B
15
C
50
D
80

Slide 15 - Quiz

In de 17e eeuw werden veel meren drooggemalen.
Waarvoor werd de nieuwe grond gebruikt?

Slide 16 - Open question

In de 17e eeuw groeiden de steden. Wat was de oorzaak?
A
Er was veel werk
B
Er was meer voedsel nodig

Slide 17 - Quiz

In de 17e eeuw groeiden de steden. Wat was het gevolg?
A
Er was veel werk
B
Er was meer voedsel nodig

Slide 18 - Quiz

In de Gouden Eeuw
daalde het aantal inwoners van de Republiek.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quiz

In de Gouden Eeuw
waren alle mensen in de Republiek rijk.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quiz

7.2 BUITEN NEDERLAND

Slide 21 - Slide

Leerdoelen cursus 7.2:
  • Weet je met welke landen Nederland in de 17e eeuw in oorlog was.
     
  • Kun je de macht van de Europese vorsten in de 17e eeuw beschrijven.
     
  • Weet je hoe de handel tussen alle werelddelen groeide en hoe de Europeanen hun handel in Azië en Oost-Afrika uitbreidde.
     
  • Kun je beschrijven hoe de Europeanen hun activiteiten in Amerika en West-Afrika uitbreidden.
Begrippen cursus 7.2:
  • Absolute macht
  • Concurrent
  • Driehoekshandel
  • Internationaal
  • Kolonialisme
  • Monopolie
  • Parlement
  • VOC
  • Wereldeconomie
  • WIC

Slide 22 - Slide

  • Weet je nog...

    Onder leiding van Willem van Oranje werd Nederland een "zelfstandig" land, los van Spanje.

    De Nederlandse Opstand!

Slide 23 - Slide

  • De Republiek voerde na de vrede met Spanje nog oorlogen tegen Engeland en Frankrijk. 

     
  • Die oorlogen kwamen vooral door ruzies over de internationale handel

Slide 24 - Slide

  • De Franse koning Lodewijk XIV wilde absolute macht.
     
  • Hij beperkte de macht van edelen en steden.  

Slide 25 - Slide

  • Stadhouder Willem III werd koning van Engeland. 
     
  • De macht van de Engelse koningen werd toen ingeperkt, omdat de koning moest overleggen met het parlement.

Slide 26 - Slide

  • In de 17e eeuw gingen Europeanen op de hele wereld handeldrijven.
     
  • Daardoor ontstond een wereldeconomie met internationale concurrenten.
     
  • Nederlandse compagnieën moesten samenwerken. 
     
  • De VOC dreef handel in Oost-Indië, waar ook handelsposten werden gesticht.

Slide 27 - Slide

  • De WIC en andere Europese compagnieën dreven handel met West-Afrika en Amerika. In Amerika werden meestal grote kolonies gesticht. 
     
  • De compagnieën, zoals de WIC, verzorgden de driehoekshandel tussen Europa, Afrika en Amerika. 
     
  • In grote delen van de wereld werden door het kolonialisme landen en volken overheerst.

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

De oorlogen met Frankrijk werden op zee uitgevochten.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 30 - Quiz

Lodewijk XIV wilde het Nederlandse gebied veroveren.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 31 - Quiz

VOC staat voor
A
Vereniging Oost-Indische Compagnie
B
Verenigde Oost-Indie Compagnie
C
Verenigde Oost-Indische Compagnie
D
Verenigde Oost-Indische Campagne

Slide 32 - Quiz

Wat was de driehoekshandel?
A
Handel tussen Nederland, Spanje en Amerika
B
Handel tussen Europa, Afrika en Amerika
C
Handel tussen Europa, Amerika en Azië
D
Handel tussen Nederland, Afrika en Nieuw-Amsterdam

Slide 33 - Quiz

Driehoekshandel WIC
Textiel en wapens
Slaven
Suiker, katoen en tabak

Slide 34 - Drag question

1602
1621
Specerijen
Plantagegewassen
Peper
Koffie
Nootmuskaat
Suikerriet
Suriname
Indonesië
Driehoekshandel

Slide 35 - Drag question