Les 3. Christelijke waarden

• Godsdienst
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Christelijke waarden

B

R

A

T

A

R

M

H

I

Tip:

Het woord dat we zoeken heeft te maken met een belangijke waarde in het Christendom.

C

D

E

F

G

H

I

J

K

L

M

N

O

P

Q

R

S

T

U

V

W

X

Y

Z

A

B

Leerdoelen

Je weet wat een waarde en wat een norm is.

Je kunt de christelijke waarden beschrijven.

Je bent instaat om te reflecteren op je eigen houding t.a.v. christelijke kernwaarden.

Je kunt een Bijbels verhaal beschrijven en toelichten a.d.h.v. kernwaarden.

  

00:57

Een waarde is

1. iets dat je wilt bereiken
2. hetzelfde als een wet
3. een gedragsregel
4. huh?

01:38

Welke waarde past hierbij?

Bij het instappen in een trein, wacht je tot de mensen die willen uitstappen, zijn uitgestapt. 

1. eerlijkheid
2. assertiviteit
3. geduld
4. privacy

01:38

Welke waarde past hierbij?

Je houdt afstand als iemand een pincode intypt.

1. punctualiteit
2. geduld
3. veiligheid
4. privacy

01:58

Leg duidelijk uit wat het verschil is tussen normen en waarden.

Opdracht

1. Kies uit de lijst met waarden, er minstens acht uit, die jij zeer belangrijk vindt.

 

2. Vertel bij elke waarde, een verhaal uit jouw leven. Het moet dus echt gebeurd zijn.  

3. Maak een ‘Top Vijf’ van de belangrijkste vijf.  

Leg uit waarom dit je top vijf is.

Dit lever je in via Magister Elo (opdrachten)

00:57

Een norm is 

1. iets dat je wilt bereiken
2. een waarde die je belangrijk vindt
3. een gedragsregel
4. huh?

Bijbelse waarden

In de Bijbel hebben waarden niet alleen te maken met de relatie tussen mensen onderling, maar ook met de relatie van de mens tot God, en van God tot de mens. 

God wordt gezien als de bron van waarden als liefde, genade, heiligheid en hoop. En als degene in wie deze waarden volmaakt tot uiting komen 

barmhartigheid

geloof

genade

gerechtigheid

 

 

heiligheid

hoop

liefde

trouw

vertrouwen

vrede

vrijmoedigheid

Opdracht:

Zoek de betekenis op van onderstaande woorden.

Maak je eigen top 3 van waarden die jij belangrijk vindt.

(Leg ook duidelijk uit waarom je dat vindt.)

1. Hoeveel groepen arbeiders huur de landeigenaar in?   (Mattheüs 20:1-6) 

2. Wat belooft hij de eerste groep?

3. Waarom staan er aan het einde van de middag nog arbeiders op de markt? 

4. Hoe lang staan zij al op de markt?

5. Hoeveel betaalt de landeigenaar aan de laatste groep?

6. Vind je het terecht dat de eerste groep arbeiders boos wordt? Leg uit.

7. Heeft de landeigenaar zich aan zijn afspraak met de arbeiders gehouden? 

Zijn de leerdoelen behaald?

Ik weet wat een waarde en wat een norm is.

Ik kan de christelijke waarden beschrijven.

Ik ben instaat om te reflecteren op je eigen houding t.a.v. christelijke kernwaarden.

Ik kan een Bijbelse verhaal beschrijven en toelichten a.d.h.v. kernwaarden.