Landstede Groep

Grafieken en vergelijkingen

getal en ruimte  kgt deel 2 hst 9
Grafieken en vergelijkingen
1 / 31
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 200 min

Items in this lesson

getal en ruimte  kgt deel 2 hst 9
Grafieken en vergelijkingen

Slide 1 - Slide

na deze les...
...weet je wat bijzondere grafieken zijn
...kan je met bijzondere grafieken werken
...kan je een som- en verschil formule maken
...kan je een som- en verschil grafiek maken
...kan je vergelijkingen oplossen met de balansmethode
...kan je vergelijkingen oplossen met inklemmen

Slide 2 - Slide

assenstelsel

Slide 3 - Mind map

lineaire grafiek tekenen
  1. hoe lang moeten de assen in het assenstelsel
  2. welke variabelen horen op de assen
  3. teken de assen
  4. maak een tabel met minimaal 2 punten
  5. teken de grafiek 
  6. zet er een titel boven

Slide 4 - Slide

bijzondere grafieken
y = getal -> horizontale lijn 

x = getal -> verticale lijn

y = x -> diagonale lijn door (0,0)

Slide 5 - Slide

sleep de formule naar de lijn die erbij hoort
y=x
y=getal
x=getal
y=-x

Slide 6 - Drag question

Som en verschil formules

Als dezelfde variabelen in twee formules zitten, kan je ze bij elkaar optellen of van elkaar aftrekken.
Deze formules gaan vaak over kosten, oppervlakte, huurprijs of het aantal keren dat iets voorkomt.
letters of woorden

Slide 7 - Slide

Som en verschil formules vb
Je huurt twee huisjes op een vakantiepark, maak de somformule en de verschil formule
Som (hoeveel is het samen):

Huurprijs in € = 80+250w
Huurprijs in € = 20+270w
Totaal                 100+520w
Verschil (wat is het verschil):

Huurprijs in € = 80+250w
Huurprijs in € = 20+270w -
Verschil               60-20w

Slide 8 - Slide

Lotte huurt 2 tuinmannen in,
ze berekenen hun prijs met de volgende formules:
tuinman 1: bedrag in € = 50+25u,
tuinman2: bedrag in €= 40+30u u= tijd in uren
maak de som formule

Slide 9 - Open question

Lotte huurt 2 tuinmannen in,
ze berekenen hun prijs met de volgende formules:
tuinman 1: bedrag in € = 50+25u,
tuinman2: bedrag in €= 40+30u u= tijd in uren
maak de verschil formule

Slide 10 - Open question

Balans methode
  1. vergelijking opschrijven
  2. letters naar links
  3. getallen naar rechts
  4. delen door het getal voor de letter
  5. controleren
  6. antwoord opschrijven
om in balans te blijven, doe je links en rechts altijd hetzelfde

Slide 11 - Slide

Balans methode 
7x+6 = 5x+15

 

Balans methode vb
vergelijking opschrijven
1
letters naar links
2

Slide 12 - Slide

Balans methode 
7x+6 = 5x+15

  2x+6 =       15 

  

Balans methode
-5x
-5x
vergelijking opschrijven
1
letters naar links
2
getallen naar rechts
3

Slide 13 - Slide

Balans methode 
7x+6 = 5x+15

  2x+6 =       15 

2x     =        9

      

Balans methode
-5x
-5x
-6
-6
vergelijking opschrijven
1
letters naar links
2
getallen naar rechts
3
delen door het getal voor de letter
4

Slide 14 - Slide

Balans methode 
7x+6 = 5x+15

  2x+6 =       15 

2x     =        9

       x    =       4,5  

Balans methode
-5x
-5x
-6
-6
:2
:2
vergelijking opschrijven
1
letters naar links
2
getallen naar rechts
3
delen door het getal voor de letter
4
controleren
5

Slide 15 - Slide

Balans methode 
7x+6 = 5x+15

  2x+6 =       15 

2x     =        9

       x    =       4,5  

Balans methode
-5x
-5x
-6
-6
:2
:2
vergelijking opschrijven
1
74,5+6=54,5+15
letters naar links
2
getallen naar rechts
3
delen door het getal voor de letter
4
controleren
5
antwoord opschrijven
6

Slide 16 - Slide

Balans methode 
7x+6 = 5x+15

  2x+6 =       15 

2x     =        9

       x    =       4,5  

Balans methode vb
-5x
-5x
-6
-6
:2
:2
vergelijking opschrijven
1
74,5+6=54,5+15
Dus x = 4,5
letters naar links
2
getallen naar rechts
3
delen door het getal voor de letter
4
controleren
5
antwoord opschrijven
6

Slide 17 - Slide

Balans methode 
-3a+2=6+5a

   

Balans methode vb
vergelijking opschrijven
1
Dus a =       
letters naar links
2
getallen naar rechts
3
delen door het getal voor de letter
4
controleren
5
antwoord opschrijven
6

Slide 18 - Slide

Balans methode 
-3a+2=6+5a

  -8a+2 =       6 

   -8a    =       4

       a    =       -0,5  

Balans methode vb
-5a
-5a
-2
-2
:-8
:-8
vergelijking opschrijven
1
30,5+2=6+50,5
Dus a = -0,5
letters naar links
2
getallen naar rechts
3
delen door het getal voor de letter
4
controleren
5
antwoord opschrijven
6

Slide 19 - Slide

Balans methode 
8b-10 = 14-4b
      

Balans methode vb
vergelijking opschrijven
1
Dus b = 
letters naar links
2
getallen naar rechts
3
delen door het getal voor de letter
4
controleren
5
antwoord opschrijven
6

Slide 20 - Slide

Balans methode 
8b-10 = 14-4b

 12b-10 = 14       

  12b    =  24     

      b    =  2      

Balans methode vb
+4b
+4b
+10
+10
:12
:12
vergelijking opschrijven
1
8210=1442
Dus b = 2
letters naar links
2
getallen naar rechts
3
delen door het getal voor de letter
4
controleren
5
antwoord opschrijven
6

Slide 21 - Slide

los op met de balans methode
3g+7=5g+12
gebruik alle stappen

Slide 22 - Open question


los de vergelijking op, gebruik alle stappen en schrijf ze op.
Als je dat hebt gedaan maak je een foto, die upload je hier.
de vergelijking: 3k+7=5k+12

Slide 23 - Open question

Lotte huurt 2 tuinmannen in,
ze berekenen hun prijs met de volgende formules:
tuinman 1: bedrag in € = 50+25u,
tuinman2: bedrag in €= 40+30u u= tijd in uren
bereken met de balansmethode wanneer ze even duur zijn

Slide 24 - Open question

Inklemmen
  • doorgaan tot je het juiste getal gevonden hebt

  • invoer en uitkomst opschrijven

  • let op het aantal decimalen


  • áltijd één getal erboven en één eronder uitrekenen


Slide 25 - Slide

Inklemmen
Inhoud=34πstraal3
De inhoud van een bol bereken je met de formule: 
Bereken de straal wanneer de bol een inhoud heeft van 65 cm3 rond af op één decimaal.

Slide 26 - Slide

Inklemmen
Inhoud=34πstraal3
De inhoud van een bol bereken je met de formule: 
Bereken de straal wanneer de bol een inhoud heeft van 65 cm3 rond af op één decimaal
straal = 3    Inhoud = 113,10 
straal = 2    Inhoud = 33,51
straal = 2,5 Inhoud = 65,45
straal = 2,4 Inhoud = 57,91
straal = 2,6 Inhoud = 73,62

Dus straal = 2,5 cm  Inhoud     65 cm3     

Slide 27 - Slide

Welke vergelijking kan je op welke manier oplossen? 
15+7x=40,6x
15+7x2=40,6x
balansmethode
inklemmen

Slide 28 - Drag question

in deze les hebben we behandeld...

...bijzondere grafieken
...som- en verschil formules
...som- en verschil grafieken
...vergelijkingen oplossen met de balansmethode
...vergelijkingen oplossen met inklemmen

Slide 29 - Slide

Stel één vraag over wat je nog niet zo goed begrepen hebt

Slide 30 - Open question

Wat heb je geleerd in deze les?

Slide 31 - Open question