Landstede Groep

H11 vermenigvuldigen met variabelen 11.2

11.2 vermenigvuldigen
1 / 18
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

11.2 vermenigvuldigen

Slide 1 - Slide

11.2 Vermenigvuldigen
Wat gaan we deze les leren:
  • Hoe je formules korter schrijft door factoren met elkaar te vermenigvuldigen.


Slide 2 - Slide

Variabelen
zijn enkel letters die later omgezet kunnen worden tot een getal
bv: formule is    P = 3a
Bereken P  als a = 5
P = 3 x 5 = 15

Slide 3 - Slide

Schrijf korter:
2a + 3b = kn

Je mag letters
alleen optellen en aftrekken 
als ze van dezelfde soort zijn. Dus appels bij appels en peren bij peren

Slide 4 - Slide

Formules korter schrijven

Gelijksoortige termen kunnen worden samengenomen.

Termen met dezelfde variabelen: 5a + 6a wordt 11a

Termen met verschillende variabelen kunnen 

NIET worden samengenomen, 

bijvoorbeeld 6a + 3q 

kun je niet samen nemen 


Slide 5 - Slide

Formule vereenvoudingen
Rekenen met variabelen. 

Berekening:

Herleiden:
4+4+4=34=12
a+a+a=3a=3a

Slide 6 - Slide

De formule
zo kort mogelijk is:
p=3q+42q
A
p=5q+4
B
p=q+4
C
p=5q
D
Kan niet korter

Slide 7 - Quiz

Schrijf korter:
a+2a+b+3a+5b-b=
A
6a+5b
B
6a+4b
C
5a+6b
D
5a+4b

Slide 8 - Quiz

De formule
zo kort mogelijk is:
t=4a2c+3a
A
t=5a
B
t=5c
C
t=7a-2c
D
Kan niet korter

Slide 9 - Quiz

Vermenigvuldigen
Bij optellen en aftrekken moet het van dezelfde soort zijn. 
Bij vermenigvuldigen hoeft dat niet! Denk aan een blender en maak een smoothie.
2a x 2p =
2 x a x 2 x p = 4 ap
van 2 ons appels en 2 ons peren maak je 
4 ons appel/peren smoothie.

Slide 10 - Slide

Bij het vermenigvuldigen geldt:

Getallen x getallen

Letters x letters, waarbij kwadraten ontstaan


2  x  v  x  v =


3  x  4  x  r  x  r =  

2v2
12r2

Slide 11 - Slide

a=1 ?

Slide 12 - Slide

Vermenigvuldigen met variabelen

4 x 4 =


dus


b x b =

42
b2

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

schrijf de formule zo kort mogelijk
formule y = 7g x 5
A
y = 5g + 7
B
y = 35g
C
g = y + 35
D
y = 12g

Slide 15 - Quiz

Schrijf zo kort mogelijk
formule: C = 6t x 0,5t
A
C=3t2
B
C=30t
C
C=30t2
D
C=3t

Slide 16 - Quiz

Schrijf zo kort mogelijk
Q = 3p x 10p
A
Q=30p
B
Q=13p2
C
Q=13p
D
Q=30p2

Slide 17 - Quiz

Klaar?
maak van 11.2 + 11.3

Slide 18 - Slide