Landstede Groep

Muziek - Cultuur van de Kerk

1 / 12
next
Slide 1: Video
KunstMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Slide 2 - Slide

Muziek in de middeleeuwen

Slide 3 - Slide

Wat is je voorbereiding voor deze les?
A
Ik heb het huiswerk niet gezien en daarom ook niks gedaan.
B
Ik heb het huiswerk gezien, maar ik heb niet de uitlegvideo (helemaal) bekeken.
C
Ik heb de uitlegvideo over de muziek van Cultuur van de Kerk helemaal bekeken.
D
Ik heb de uitlegvideo over muziek bekeken en aantekeningen gemaakt bij de leerdoelen.

Slide 4 - Quiz

Wat weet jij over muziek
in de middeleeuwen?

Slide 5 - Mind map

Aan het eind van deze les...
1. Je kan uitleggen hoe muziek zich in de vroege middeleeuwen verspreidde en op welke manier dit zorgde voor grote verschillen in kerkmuziek;
2. Je kan uitleggen op welke manier paus Gregorius zorgde voor meer eenheid in de kerkmuziek en je kan de kenmerken van Gregoriaanse muziek benoemen en herkennen;
3. Je kan benoemen wanneer de Gregoriaanse gezangen werden gezongen en daarbij het verschil uitleggen tussen missa ordinarium en missa proprium;
4. Je kan het verschil tussen een syllabische en melismatische toonzetting uitleggen en herkennen in Gregoriaanse muziek;
5. Je kan beschrijven op welke manier de kerkelijke muziek zich heeft ontwikkeld van eenstemmige naar meerstemmige/polyfone muziek;
6. Je kan uitleggen op welke manier de muzieknotatie zich heeft ontwikkeld in de middeleeuwen en welke uitvindingen Guido van Arezzo heeft gedaan;
7. Je kan beschrijven welke bijdrage troubadours, rederijkers, stadsmuzikanten en minstrelen hebben geleverd aan de wereldlijke muziek;
8. Je kan deze begrippen beschrijven/herkennen: neumen, responsoriaal, antifonaal, estampie, ars antiqua, ars nova, motet.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Waar of niet waar?

Liturgische gezangen moesten in de volkstaal worden gezongen.
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quiz

Noem op basis van het muziekfragment
vier kenmerken van Gregoriaanse muziek.

Slide 9 - Open question

1
2
3
4
Syllabisch
Melismatisch

Slide 10 - Drag question

In fragment 2 hoor je een deel van de Gregoriaanse vespers. In fragment 3 hoor je het lied 'O Felix Anima', gecomponeerd door HIldegard von Bingen. Dit lied lijkt wel een beetje op het Gregoriaans, maar er zijn wel verschillen te horen. Zo is dit lied uitgevoerd door vrouwen en is ook het aantal stemmen is niet gelijk.
Noem nog twee verschillen tussen beide melodieën.
2
3

Slide 11 - Open question

Check:
1. Je kan uitleggen hoe muziek zich in de vroege middeleeuwen verspreidde en op welke manier dit zorgde voor grote verschillen in kerkmuziek;
2. Je kan uitleggen op welke manier paus Gregorius zorgde voor meer eenheid in de kerkmuziek en je kan de kenmerken van Gregoriaanse muziek benoemen en herkennen;
3. Je kan benoemen wanneer de Gregoriaanse gezangen werden gezongen en daarbij het verschil uitleggen tussen missa ordinarium en missa proprium;
4. Je kan het verschil tussen een syllabische en melismatische toonzetting uitleggen en herkennen in Gregoriaanse muziek;
5. Je kan beschrijven op welke manier de kerkelijke muziek zich heeft ontwikkeld van eenstemmige naar meerstemmige/polyfone muziek;
6. Je kan uitleggen op welke manier de muzieknotatie zich heeft ontwikkeld in de middeleeuwen en welke uitvindingen Guido van Arezzo heeft gedaan;
7. Je kan beschrijven welke bijdrage troubadours, rederijkers, stadsmuzikanten en minstrelen hebben geleverd aan de wereldlijke muziek;
8. Je kan deze begrippen beschrijven/herkennen: neumen, responsoriaal, antifonaal, estampie, ars antiqua, ars nova, motet.

Slide 12 - Slide