- Je leert woorden over: ‘Buildings’ en kunt ze gebruiken (35)
- Ik controleer of ik de stof van 3.5 beheers
- Ik weet wanneer ik de ‘present continuous’ moet gebruiken en kan deze toepassen in de zin
- Ik weet wanneer ik de ‘present simple’ of de ‘present continuous’ moet gebruiken en hoe ik dit moet toepassen in de zin.