TREMA EN KOPPELTEKEN
- je weet wanneer je een trema (") of
een koppelteken (-) moet gebruiken
This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.
TREMA EN KOPPELTEKEN
- je weet wanneer je een trema (") of
een koppelteken (-) moet gebruiken
In sommige woorden schrijf je een trema. Je voorkomt zo dat je een woord verkeerd uitspreekt.
Het trema maakt duidelijk dat het om twee klinkers gaat,
en niet om één klank.
In sommige woorden schrijf je een koppelteken. Je voorkomt zo dat je een woord verkeerd uitspreekt.
Het koppelteken schrijf je tussen twee delen van een samenstelling:
1. als de samenstelling verkeerd uitgesproken kan worden
2. in aardrijkskundige aanduidingen
3. voor of na een hoofdletter
4. na een cijfer, afkorting of symbool
TREMA EN KOPPELTEKEN
- je weet wanneer je een trema (") of koppelteken (-) moet gebruiken