Landstede Groep

H3.5 werkwoorden in vt 2/ meervoud znw 2

Lesdoel

Aan het einde van deze les kan je;

uitleggen wat een werkwoord is
uitleggen wat een sterk werkwoord is incl. voorbeeld
uitleggen wat een zwak werkwoord is incl. voorbeeld
uitleggen hoe 't exkofschip of 't sexy fokschaap werkt
zwakke werkwoorden vervoegen in de vt.
zelfstandig verder oefenen met werkwoordspelling.

1 / 22

Slide 1: Slide

NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Lesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Lesdoel

Aan het einde van deze les kan je;

uitleggen wat een werkwoord is
uitleggen wat een sterk werkwoord is incl. voorbeeld
uitleggen wat een zwak werkwoord is incl. voorbeeld
uitleggen hoe 't exkofschip of 't sexy fokschaap werkt
zwakke werkwoorden vervoegen in de vt.
zelfstandig verder oefenen met werkwoordspelling.

Slide 1 - Slide

Wat is een werkwoord?

Een werkwoord zegt wat iets of iemand doet of overkomt.

Slide 2 - Slide

1. Sterke werkwoorden

2. Zwakke werkwoorden

Slide 3 - Slide

Sterke werkwoorden

Zijn sterk genoeg om van
klank te kunnen veranderen

Oftewel de klinker verandert

Slide 4 - Slide

Sterk

bezoeken - bezochten

werpen - wierpen

worden - werden

Slide 5 - Slide

Zwakke werkwoorden

Behouden dezelfde klank.

Hier zetten we iets achter, maar wat?

D of T?

Slide 6 - Slide

Zwakke werkwoorden:

werken - werkten

fietsen - fietsten

gooien - gooiden

huilen - huilden

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

't ex kofschip / 't sexy fokschaap

Hele werkwoord - en = de stam

- wel in 't sexy fokschaap > + te (n)
- wel in 't ex kofschip > + te (n)

Laatste letter van de stam:
- niet in 't sexy fokschaap > de (n)

- niet in 't ex kofschip > + te (n)

Slide 10 - Slide

Het meervoud

Slide 11 - Slide

Meervoud op -en

feest - feesten, verjaardag - verjaardagen
laatste letterverdubbelen: blik - blikken, grap - grappen
een klinker weglaten: baan - banen, steen - stenen
een f veranderen in een v: dief -dieven, schijf - schijven
een s veranderen in een z: muis - muizen, doos - dozen

Slide 12 - Slide

Meervoud op s/'s

je schrijft een s achter het enkelvoud als er niets verandert aan de uitspraak: bezem - bezems, appel - appels
je schrijft 's achter het enkelvoud als het woord eindigt op een a, i, o, u of y: auto's, oma's, baby's
let op: bij een woord dat eindigt op een e schrijf je de s eraan vast: horloges, cafés, decoraties
let op: bij woorden die eindigen op een klank met meerdere klinkers schrijf je de s eraan vast: bureaus, etuis, gameboys

Slide 13 - Slide

Meervoud van woorden op -ee en -ie

woorden op -ee krijgen ën in het meervoud zeeën, ideeën, trofeeën
woorden op -ie krijgen ën als de klemtoon op de ie-klank ligt theorieën, knieën, fantasieën
woorden op -ie krijgen alleen een n als de klemtoon niet op de -ie klank ligt poriën, oliën

Slide 14 - Slide

Wat is het meervoud van fee?

Slide 15 - Open question

Wat is het meervoud van twee?

Slide 16 - Open question

Wat is het meervoud van bacterie?

Slide 17 - Open question

Wat is het meervoud van categorie?

Slide 18 - Open question

Latijnse woorden

Latijnse woorden die eindigen op -um-> krijgen in het meervoud-(-e)a of -s

museum- musea

museum- museums

Slide 19 - Slide

woorden met -cus -> ici

politicus- politici

academicus- academici

Slide 20 - Slide

Wat is het meervoud van politicus?

politici

politica

Slide 21 - Quiz

Wat is het meervoud van musicus?

musicussen

musici