What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Landstede Groep
‹
Return to search
Nederland 1848-1914; 1.2 Werken en Wonen
Opdrachten
Lezen paragraaf 1.2 (vanaf blz 25)
Werkfase: opdracht 8, 9, 10
1 / 28
next
Slide 1:
Slide
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 4
This lesson contains
28 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
3 videos
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Opdrachten
Lezen paragraaf 1.2 (vanaf blz 25)
Werkfase: opdracht 8, 9, 10
Slide 1 - Slide
Nederland van 1848 tot 1914
1.2 Werken en Wonen
Slide 2 - Slide
Wat betekent censuskiesrecht in 1848?
A
Mannen mogen stemmen
B
Rijke mannen en vrouwen mogen stemmen
C
Als een man genoeg belasting betaald mag hij stemmen
D
Niemand mag stemmen
Slide 3 - Quiz
Ministeriële verantwoordelijkheid betekent:
A
Ministers kunnen niet vervolgd worden
B
Ministers zijn verantwoordelijk voor goed bestuur
C
Ministers hebben geen invloed
D
Ministers zijn verantwoordelijk voor de koning
Slide 4 - Quiz
Koninkrijk met een grondwet is:
A
Parlementaire democratie
B
Constitutionele monarchie
Slide 5 - Quiz
Welk gevolg had de Luxemburgse Kwestie?
Slide 6 - Open question
Wie heeft de wetgevende macht?
A
Parlement
B
Regering
C
Rechters
Slide 7 - Quiz
Recht van amendement heeft/hebben:
A
De Eerste Kamer
B
De Tweede Kamer
C
Beide Kamers
Slide 8 - Quiz
Recht van budget heeft/hebben:
A
De Eerste Kamer
B
De Tweede Kamer
C
Beide Kamers
Slide 9 - Quiz
Het parlement is:
A
Eerste en Tweede Kamer
B
Ministers en staatssecretarissen
Slide 10 - Quiz
Nederland van 1848 tot 1914
1.2 Werken en Wonen
Slide 11 - Slide
1.2 Industrialisatie
Industrialisatie
: overgang van handwerk naar werken met machines.
Mensen leven in slechte omstandigheden.
Hebben een laag loon en kunnen niet protesteren: dan worden ze ontslagen.
Slide 12 - Slide
Vakbonden
: organisatie die opkomt voor de belangen van werknemers.
Als je lid was van een vakbond kon je staken: door lidmaatschap was er een kas waaruit je betaald werd, ook als je ziek was.
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Video
Verandering via Revolutie of parlement
Armoede aanpakken via revolutie is idee van Marx: hij bedenkt
communisme
. Arbeiders moeten in opstand komen tegen armoede.
Armoede aanpakken via parlement zijn
sociaaldemocraten
. Zij willen dat rijken meer belasting betalen om armoede op te lossen.
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Video
Slide 17 - Video
Vakbonden komen op voor:
A
Werknemers
B
Werkgevers
C
Iedereen
Slide 18 - Quiz
Marx is:
A
Communist
B
Sociaal-Democraat
Slide 19 - Quiz
Gelijkheid realiseren via parlement is:
A
Communistisch
B
Sociaal-Democratisch
Slide 20 - Quiz
Doel van beiden is gelijk: samenleving waarin bezit gelijk is verdeeld (=
socialisme
).
Pieter Jelles Troelstra richtte de SDAP (Sociaal-Democratische Arbeiderspartij) op.
Slide 21 - Slide
Sociale Wetten
Liefdadigheid alleen is niet genoeg om armen te helpen.
Overheid moet ingrijpen in deze situatie, maar hoe? =
Sociale Kwestie.
Slide 22 - Slide
Sociale Wetten:
1854: Armenwet aangenomen, steun van de overheid
1874: Kinderwetje van Van Houten
1901: Leerplichtwet
1901: Woningwet: redelijke kwaliteit van woningen is een eis
1901: Ongevallenwet: Uitkering als je niet meer kunt werken door een ongeluk
Slide 23 - Slide
SDAP wordt opgericht door ...? (alleen achternaam invoeren)
Slide 24 - Open question
Troelstra is een:
A
Communist
B
Sociaal-Democraat
Slide 25 - Quiz
Sociale Kwestie is:
A
Er is armoede
B
Armoede moet opgelost worden door geld geven
C
Nadenken over hoe armoede opgelost kan worden
Slide 26 - Quiz
Noem één sociale wet:
Slide 27 - Open question
Na deze paragraaf ken je/kun je
Deelvraag: Welke gevolgen had de opkomst van de industrie voor de arbeiders?
Begrippen: communisme, sociaaldemocratie, socialisme, sociale kwestie, sociale wet, vakbond
Situatie van armen begrijpen en noodzaak vakbond kennen.
Verschillen Communisten en sociaaldemocraten kennen.
Voorbeelden van sociale wetten kunnen benoemen.
Personen: Troelstra
Slide 28 - Slide