Par. 6.4

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Welkom

Pak je spullen (boek, werkboek)

Log in bij LessonUp

Camera aan, geluid uit

Vul je antwoord in

1. A
2. B
3. C
4. D

Hoofddoel van deze les

Je kunt uitleggen op welke manier de EU tot stand gekomen is, wie de macht heeft in de EU, wat wij er nu van merken en je kunt beargumenteren of jij vindt dat de EU meer macht moet krijgen of minder.

Begrippen: EGKS, EEG, Europees Parlement, Raad van Ministers, Europese Commissie, autonomie, democratisch tekort

Hoe nu verder?

1) 15 min - vragen over de leerdoelen (a.d.h.v. overzichtsdia) of zelf aan het werk

2) samen V-opdrachten maken (iedereen doet mee via LessonUp)

3) nog een keer ruimte voor vragen

4) gezamenlijke lesafsluiting

Leg met een voorbeeld uit hoeveel autonomie jij thuis hebt.

Leg met een voorbeeld uit hoeveel autonomie Nederland heeft binnen de EU

Sleep de onderstaande instelling naar de juiste omschrijving:

Dagelijks bestuur van de EU.

Deze instelling bestaat uit ministers van regeringen van alle EU-landen.

Bestaat uit 750 leden en zijn door de Europese burgers gekozen.

Europese Commissie

Raad van ministers

Europees Parlement

Zet de begrippen in chronologische volgorde

WO II

Marshallhulp

Europese Unie

EGKS

EEG

Meneer Veldhuizen geeft een extra les. Je mag zelf weten of je aanwezig bent. 5 van de 17 leerlingen komen in de les. Meneer Veldhuizen vraagt aan hen wanneer zij de toets willen hebben. Samen met hen stelt hij de datum van de toets vast.
Is hier sprake van een democratisch tekort?

1. Ja, want de leerlingen die aanwezig zijn, hebben weinig autonomie
2. Nee, want de leerlingen die er wel zijn zitten in dezelfe klas als de leerlingen die er niet zijn.
3. Ja, want de meerderheid van de leerlingen is niet aanwezig en dus niet betrokken bij het vaststellen van de toetsdatum
4. Nee, want de leerlingen die aanwezig zijn, hebben veel autonomie

Lees de tekst bij opdr. 5 (pag. 164).
a. Wat was volgens dit artikel zo bijzonder aan de uitbreiding van de EU in 2004?
b. Wat wordt bedoeld met het 'vijandige kamp' en 'andere machtsblok waar veel van de nieuwe EU-leden uit kwamen?
c. Een bewering: De uitbreiding van de EU met Oost-Europese landen was een gevolg op korte termijn van het einde van de Koude Oorlog. Leg uit of je het eens bent met deze bewerking. Geef daar een argument bij.

Bekijk de bronnen bij opdr. 10 (pag. 165)
a. Pleit tekening A voor meer of minder Europese samenwerking? Leg je antwoord uit.

Bekijk de bronnen bij opdr. 10 (pag. 165)
b. Pleit tekening B voor meer of minder Europese samenwerking? Leg je antwoord uit.

Bekijk de bronnen bij opdr. 10 (pag. 165)
c. Welk 'probleem' stelt tekening C aan de orde?

1. De EU maakt te veel regels waar gewone burgers last van hebben.
2. Door milieuregels van de EU wordt autorijden steeds duurder.
3. De EU krijgt de schuld van dingen die niets met Europa te maken hebben.
4. Burgers verwachten dingen van de EU die niet realistisch zijn.

A. Leg uit wat jij merkt van de Europese Unie.
B. Leg uit of jij vindt dat de EU meer macht moet krijgen of juist minder.