Landstede Groep

Les 2 Het gehoorzintuig

maak een foto van je nagekeken huiswerk bij 15.1
1 / 22
next
Slide 1: Open question
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

maak een foto van je nagekeken huiswerk bij 15.1

Slide 1 - Open question

JE hoort een knal en daarna kijk je verschrikt op. Beschrijft zo nauwkeurig mogelijk op wat er tussen de knal en het schrikken in je lichaam gebeurt.

Slide 2 - Open question

Slide 3 - Slide

juist
onjuist
Er bestaan vele verschillende typen impulsen, maar prikkels zijn allemaal gelijk.
De drempelwaarde voor een zintuig is altijd dezelfde
Een zachter geluid leidt tot een hogere impulsfrequentie in de gehoorzenuwen dan een harder geluid
Licht is voor het gezichtszintuig een adequate prikkel.

Slide 4 - Drag question

20.1.3 GEHOOR

Slide 5 - Slide

Doelstellingen
  • Je kent de bouw van het zintuig en kunt uitleggen hoe dit orgaan de voor haar adequate prikkels opvangt. (deze paragraaf: gehoor)
  • Je kunt beredeneren hoe een adequate prikkel door een receptorcel wordt omgezet in een impuls (er is een uitzondering bij het oor)
  • Je kunt uitleggen dat bij veel waarnemingen adaptatie plaats door veranderingen in het zintuigorgaan, de zintuigcel en/of de hersenen (specifiek bij gehoor).
  • Je kunt voor zintuigen uitleggen hoe een gegeven probleem kan leiden tot een veranderde waarneming en hoe dit voorkomen of opgelost kan worden (T2/I oefenen met gehoor)

Bovenstaande doelstellingen passen we iedere paragraaf toe, steeds een ander zintuig.

Slide 6 - Slide

SAMENVATTING
Buiten- en middenoor vangen trillingen in de lucht op en geven dit door aan het ovale venster.
  • trommelvlies
  • gehoorbeentjes en spieren

Het binnenoor zet trillingen om in impulsen
  • werking orgaan van corti
  • werking zintuigcel

Hersenen filteren en verwerken informatie

Slide 7 - Slide

Voorkennis

Slide 8 - Slide

                           is de                                 prikkel voor het oog.

Geluid is de prikkel voor het                   .  
Een prikkel wordt pas waargenomen als deze  sterker is dan de                           . Dan wordt het elektrische signaal omgezet in een         

adequate
 oor 
licht
drempelwaarde 
impuls 

Slide 9 - Drag question

 Je kunt de route die een geluidstrilling aflegt door de onderdelen van het oor noemen
-->
-->
-->
-->
-->
gehoorbeentjes trillen
zintuigcellen zetten prikkel om in impulsen
impulsen gaan naar hersenen
geluid zorgt voor trillingen in de lucht
trommelvlies gaat trillen

Slide 10 - Drag question

Adaptatie & Luchtdruk

Slide 11 - Slide

Sleep de woorden op de juiste plaats in de tekst. 
Wanneerje gaat duiken: 
Hoe dieper in het water, hoe ................... de druk. 
De druk in het buitenoor zal dus ............................. . 
De druk in het middenoor wordt in verhouding ..................... dan in het uitwendig oor. 
Kleiner
Hoger
Dalen
Stijgen

Slide 12 - Drag question

Slakkenhuis
dubbele gedraaide buis

ovale tot ronde venster

orgaan van corti



Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Het slakkenhuis

Slide 15 - Slide

hoge geluiden:
begin van het slakkenhuis

lage geluiden: eind van het slakkenhuis

lees ook p213: gehoorschade

Slide 16 - Slide

Adaptatie
Zintuigorgaan: 
  • spiertjes in het slakkenhuis
  • werking van het basilairmembraan

  • te complex, maar zie link

hersenen: 
  • filtering door de thalamus


Slide 17 - Slide


Welke onderdelen vind je in het binnenoor?
A
trommelholte, slakkenhuis en gehoorzenuw
B
slakkenhuis en gehoorzenuw
C
slakkenhuis, buis van Eustachius en gehoorzenuw
D
slakkenhuis en buis van Eustachius

Slide 18 - Quiz


A
Gehoorbeentjes
B
Slakkenhuis
C
Trommelvlies
D
Buis van Eustachius

Slide 19 - Quiz

Botverankerde gehoortoestellen geven trillingen uit de lucht direct door aan het binnenoor. Dit type gehoorapparaat werkt niet bij problemen met:
A
Gehoorbeentjes
B
Orgaan van Corti
C
Trommelvlies
D
Buis van Eustachius

Slide 20 - Quiz

Waar worden hoge geluiden doorgegeven?
A
aan het begin van het slakkenhuis
B
In het midden van het slakkenhuis
C
aan het einde van het slakkenhuis

Slide 21 - Quiz

Huiswerk
maken opgaven bij 20.1 maen nakijken

Volgende les, gezichtszintuig

Slide 22 - Slide