Landstede Groep

HERHALEN 8-16-32-40

HERHALEN 8-16-32-40
Na deze les weet je:
- Hoe je een bericht schijft.
- Hoe je hoofdletters en leestekens gebruikt.
- Hoe je goede zinnen maakt.
- Hoe je een formele e-mail schrijft
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwoo, bLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

HERHALEN 8-16-32-40
Na deze les weet je:
- Hoe je een bericht schijft.
- Hoe je hoofdletters en leestekens gebruikt.
- Hoe je goede zinnen maakt.
- Hoe je een formele e-mail schrijft

Slide 1 - Slide

Wat is stap 1?
A
Hallo meneer,
B
Aan:
C
Onderwerp:
D
Beste meneer Jansen,

Slide 2 - Quiz

Je schrijft een e-mail naar een bedrijf voor een stageplek. Wat wordt stap 2?

Slide 3 - Open question

Wat is nu de volgende stap die je maakt bij een formele e-mail?
A
De afsluitzin
B
De startzin
C
De aanhef
D
De afsluiting

Slide 4 - Quiz

Hoe schrijf je de aanhef?

Slide 5 - Open question

Je hebt 'Aan:', 'Onderwerp:', de aanhef geschreven. Wat moet je nu doen?
A
Schrijf eerst waarom je mailt.
B
Alvast bedanken.
C
Meteen een vraag stellen.
D
Starten met een hoofdletter.

Slide 6 - Quiz

Schrijf een goede 'startzin'. Dus de zin 'waarom je mailt'.

Slide 7 - Open question

Hoe schrijf je een de kern van je e-mail?

Slide 8 - Mind map

De kern 
  • Doe alsof de persoon aan wie je schrijft tegenover je zit. 

  • Schrijf de zin die je in gedachten hebt op een kladblaadje.

  • Tel het aantal woorden (Een goede zin heeft 7 tot 10 woorden en gebruik minstens 1 werkwoord in een zin).

Slide 9 - Slide

De kern
  • Bedenk de vraag en schrijf deze ook vragend op.

    Dus niet: Ik wil graag vragen of het rooster gewijzigd kan worden.

    Wel: Kan het rooster gewijzigd worden? 

Slide 10 - Slide

Argument <> Vraag
  • Ik heb het er niet mee eens omdat ik op zaterdag rust wil houden. Kan er op een andere dag les gegeven worden?
  • Ik zie dat er te lange wachttijden zijn. Daardoor kan ik geen eten halen. Kunnen er meer kassa's open?
  • Een broodje kost €3,-. Dat vind ik erg duur voor een broodje. Kunnen de prijzen omlaag? 

Slide 11 - Slide

Wat is een afsluitzin?
A
De groeten,
B
Schrijven waarom je mailt?
C
Alvast bedankt.
D
Schrijven wat je van de ander wilt.

Slide 12 - Quiz

De afsluitzin
  • Alvast bedankt.
  • Alvast bedankt voor het lezen van mijn e-mail.
  • Alvast bedankt voor je tijd.
  • Alvast bedankt voor je reactie terug. 

Slide 13 - Slide

Wat is de afsluiting?
A
de groeten,
B
Doei!
C
Vriendelijke groeten.
D
Met vriendelijke groet,

Slide 14 - Quiz

Na de afsluiting komt altijd een?
A
Naam
B
Punt
C
Komma
D
Een hartje

Slide 15 - Quiz

Schrijf hier een goede afsluiting zoals het moet:

Slide 16 - Open question

HOOFDLETTERS... die gebruik je...?
A
Bij namen
B
Als je iets vraagt
C
Nooit
D
Aan het begin van een zin.

Slide 17 - Quiz

Een 'punt' .........................
Gebruik je na....?
A
Een zin
B
Na de aanhef
C
Na de afsluiting
D
Aan het begin van een zin

Slide 18 - Quiz

Een vraagteken ???????
Gebruik je altijd bij...??
A
Bij een opsomming
B
Nooit
C
Na een uitroep
D
Een vragende zin.

Slide 19 - Quiz

Een UITROEPTEKEN!!!!!!
... gebruik je na een ...??
A
Vraag
B
Een uitroep
C
Als iemand iets zegt
D
Bij een opsomming

Slide 20 - Quiz

Een DUBBELE PUNT ::::::::
.. Gebruik je bij...?
A
Een opsomming
B
Als je een pauze hoort
C
Bij een uitroep
D
Bij een vragende zin

Slide 21 - Quiz

KOMMA'S ,,,,,,,,
Wanneer noteer je een komma?
A
Na de aanhef
B
Na de afsluiting
C
Als je een pauze in je zin hoort
D
Bij een opsomming

Slide 22 - Quiz

VRAGEN?

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

SUCCES!!
Veel succes aanstaande donderdag! 

Slide 25 - Slide