This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Leerdoelen thema 1: materie van dichtbij
Slide 1 - Slide
Afspraken van de D-toets
❗Sluit alle apps en tabbladen❗
Zodra iedereen de toets heeft gemaakt. Krijgen jullie de toets terug. Ben je klaar? ga alvast leren
In totaal 49 punten
In totaal 34 vragen
Toets telt 0x mee
Slide 2 - Slide
Sleep de faseovergang naar het juiste nummer in de afbeelding
condenseren
vervluchtigen
smelten
stollen
rijpen
verdampen
Slide 3 - Drag question
Welke scheidingsmethode zie je in de afbeelding?
A
extraheren
B
filtreren
C
destilleren
D
bezinken
Slide 4 - Quiz
Welke scheidings-methoden gebruik je hier?
A
bezinken + afschenken
B
filtreren + extraheren
C
Afschenken + extraheren
D
indampen + extraheren
Slide 5 - Quiz
Welke scheidingsmethode kan je het beste gebruiken om water en alcohol te scheiden?
A
Filtreren
B
indampen
C
destilleren
D
Bezinken
Slide 6 - Quiz
Welk soort mengsel staat hiernaast afgebeeld?
A
Suspensie
B
Verzadigde oplossing
C
Legering
D
Emulsie
Slide 7 - Quiz
Welke scheidingsmethoden gebruik je om zand en water te scheiden?
A
Filtratie
B
Destillatie
C
Extraheren
D
Bezinken en afschenken
Slide 8 - Quiz
De volgende drie slides horen bij elkaar
Slide 9 - Slide
Kees vindt dingen oplossen ontzettend interessant. Hij heeft tijdens de les iets gehoord over verzadigde oplossingen.
In een verzadigde oplossing kan _______ meer van dezelfde vaste stof oplossen.
nog
niets
Slide 10 - Drag question
Proef
Proef 1: Kees voegt een klein schepje wit kopersulfaat in een reageerbuisje. De vloeistof wordt prachtig blauw van kleur. Kees schud de buis zo goed dat alles oplost.
De vloeistof bij proef 1 is ________.
verzadigd
onverzadigd
Slide 11 - Drag question
Proef
Proef 2: Kees heeft nog een witte stof, hij weet hiervan de naam niet zo goed. Hij voegt hiervan ook een klein beetje toe, maar hoe hij ook schud, het lost niet op. Het wordt een witte troebele stof samen met het water.
Een ander woord voor de troebele vloeistof uit proef 1 is ________.
emulsie
suspensie
oplossing
Slide 12 - Drag question
klik verder 🖱
Slide 13 - Slide
Zuivere stof of mengsel?
zuivere stof
mengsel
Slide 14 - Drag question
Koppel het plaatje aan het soort oplossing.
Suspensie
Emulsie
Oplossing
Slide 15 - Drag question
Oplossing
Emulsie
Slide 16 - Drag question
Oplossing
Suspensie
Emulsie
Slide 17 - Drag question
Hoe heet het mengsel van de afbeelding?
Slide 18 - Open question
juist
onjuist
A. smeltpunt is een stofeigenschap.
B. kleur is een stofeigenschap.
C. massa is een stofeigenschap.
D. Vorm is een stofeigenschap.
Slide 19 - Drag question
Leg uit of de fase van een zuivere stof wel of geen stofeigenschap is. Geef dus een duidelijke verklaring voor je antwoord.
Slide 20 - Open question
Leg uit wat er gebeurt met de moleculen bij het condenseren van een stof.
Is hier een mengsel of een zuivere stof afgebeeld? Leg uit waar je dit aan ziet?
Slide 23 - Open question
Bekijk het molecuul hiernaast. Uit welke atomen bestaat hij?
Slide 24 - Open question
Wat is het scheidingsprincipe van extraheren?
A
Deeltjesgrootte
B
Dichtheid
C
Kookpunt
D
Oplosbaarheid
Slide 25 - Quiz
Waarop berust de Scheidingsmethoden destilleren?
A
Verschil in dichtheid
B
Verschil in kookpunt
C
Verschil in deeltjes grootte
D
Geen van deze antwoorden is juist
Slide 26 - Quiz
Alcohol kun je uit wijn destilleren, omdat...
A
... alcohol geen kookpunt heeft.
B
... alcohol en water geen oplossing vormen.
C
... alcohol een lager kookpunt heeft dan water.
D
... water een lager kookpunt heeft dan ethanol.
Slide 27 - Quiz
Een zoutmolecuul in potje zout is anders dan een zeezout .
A
Deze stelling is juist
B
Deze stelling is onjuist
Slide 28 - Quiz
Bij het verdampen van een stof breken de moleculen in kleinere stukjes.
A
Deze stelling is juist
B
Deze stelling is onjuist
Slide 29 - Quiz
Moleculen hebben aantrekkingskracht tot elkaar.
A
Deze stelling is juist
B
Deze stelling is onjuist
Slide 30 - Quiz
Er zit helemaal niets tussen moleculen van een stof.
A
Deze stelling is juist
B
Deze stelling is onjuist
Slide 31 - Quiz
Moleculen in een gas bewegen langzamer dan de moleculen in een vloeistof.
A
Deze stelling is juist
B
Deze stelling is onjuist
Slide 32 - Quiz
Maak een werkwijze waarbij je jouw kleine broertje advies geeft hoe ze de steentjes uit het zand kan krijgen?
Slide 33 - Open question
de volgende twee vragen horen bij elkaar
Slide 34 - Slide
Anje wil weten wat het massapercentage suiker in haar thee is. Ze bepaald de massa van het kopje met de thee en suiker samen. Dit heeft een massa van 346 gram. ze verdampt al het water uit haar kopje. Na het verdampen heeft haar kopje met suiker een massa van 135 gram. Haar kopje maakt ze schoon en droog en daarna blijkt dat het kopje een massa heeft van 131 gram.
Wat is de massapercentage suiker in de thee? (noteer de berekening en formule)
Slide 35 - Open question
Anje bespreekt haar bevindingen met Kees. Kees zegt dat haar massapercentage niet klopt, omdat de thee kleur/geur/smaakstoffen er ook nog in zitten. Leg uit of de massapercentage suiker eigenlijk hoger of lager moet zijn?