Landstede Groep

Oefening met werkwoordspelling

 
Hoe sta jij ervoor met  
ww-
spelling?
1 / 30
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 4-6

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

 
Hoe sta jij ervoor met  
ww-
spelling?

Slide 1 - Slide

Met onderstaande dia's kun je jouw werkwoordspelling oefenen.
Maak de vragen en bedenk dat je het correct schrijven van werkwoorden en  of woorden altijd nodig hebt in  het dagelijks leven.
SUCCES!

Slide 2 - Slide

Wat is je inschatting, van de 25 werkwoorden heb ik er
A
geen fout
B
drie, vier, vijf of zes fout
C
een of twee fout
D
meer dan zes fout

Slide 3 - Quiz

Toelichting
  • Denk aan de eerste stap: is het de PV JA of NEE
  • Kies uit: dd-d-dt-t-tt (alle tijden dus, ook het voltooid deelwoord)
  • Kies voor tegenwoordige tijd als je niet uit de rest van de zin kunt afleiden of het tegenwoordige tijd of verleden tijd moet zijn
  • Aan het eind van elke zin vind je tussen haakjes de infinitief (het hele werkwoord) van het werkwoord waarom het gaat

Slide 4 - Slide

De dief was op de gestolen fiets gevlucht, maar hij werd door een agent achterhaal... (achterhalen)

A
d
B
t
C
dt
D
dd

Slide 5 - Quiz

Het bedroef... me zeer dat anderen goede sier willen maken met mijn verdiensten. (bedroeven)

A
d
B
t
C
dt
D
dd

Slide 6 - Quiz

De politie gelas...e de betogers uiteen te gaan. (gelasten)

A
d
B
t
C
tt
D
dd

Slide 7 - Quiz

De (aflassen) wedstrijd kwam ons goed uit.
A
aflaste
B
afgelaste
C
afgelastte
D
afgelast

Slide 8 - Quiz

Hij heeft te veel tijd aan zijn hobby’s besteed, waardoor hij zijn studie heeft verwaarloos... (verwaarlozen)

A
d
B
t
C
dt
D
dd

Slide 9 - Quiz

Aan de horizon onderschei ... de stuurman duidelijk twee boortorens. (onderscheiden)

A
d
B
t
C
dt
D
dd

Slide 10 - Quiz

Bij ons zilveren huwelijksfeest vorig jaar berei...en onze kinderen ons een grote verrassing. (bereiden)

A
d
B
t
C
tt
D
dd

Slide 11 - Quiz

Ik geloof niets van wat je me daar vertel... (vertellen)

A
d
B
t
C
dt
D
dd

Slide 12 - Quiz

Het is voor de veiligheid noodzakelijk dat je die contactdoos in de badkamer aar... (aarden).

A
d
B
t
C
dt
D
dd

Slide 13 - Quiz

Deze computer doet in een uur meer werk, dan vijf mensen vroeger in een week verrich...en. (verrichten)

A
d
B
t
C
tt
D
dd

Slide 14 - Quiz

De glassplinter moest zo snel mogelijk uit het oog van het slachtoffer verwijder... worden. (verwijderen)
A
d
B
t
C
dt
D
dd

Slide 15 - Quiz

Ik heb je wel wat lang laten wachten, maar ik hoop dat je je niet verveel... hebt. (vervelen)
A
d
B
t
C
dt
D
dd

Slide 16 - Quiz

Op mijn vorige school pes...en de kinderen elkaar vaak. (pesten)
A
d
B
t
C
tt
D
dd

Slide 17 - Quiz

Het is niet verstandig van hem dat hij zijn dochter zo verwen... (verwennen)
A
d
B
t
C
dt
D
dd

Slide 18 - Quiz

Hoewel de brandweer alles deed om de brand te blussen, bran...en het huis en de schuur tot de grond toe af. (afbranden)
A
d
B
t
C
tt
D
dd

Slide 19 - Quiz

Als een huis het verkeer in de weg staat, gebeurt het soms dat de gemeente het onteigen...(onteigenen)
A
d
B
t
C
dt
D
dd

Slide 20 - Quiz

Ik ben er zeker van dat men je in dit ziekenhuis uitstekend verpleeg... (verplegen)
A
d
B
t
C
dt
D
dd

Slide 21 - Quiz

Ik heb veel te lang in de zon gezeten; nu is mijn gezicht helemaal vervel... (vervellen)
A
d
B
t
C
dt
D
dd

Slide 22 - Quiz

Doordat het op het perron zo toch...e, heeft ze waarschijnlijk kougevat. (tochten)
A
d
B
t
C
tt
D
dd

Slide 23 - Quiz

Het (verrichten) klusje ging goed
A
verrichtte
B
verrichten
C
verrichte
D
verricht

Slide 24 - Quiz

Het getuigt niet van een hoogstaand karakter, als men zijn tegenstanders belaster... (belasteren)
A
d
B
t
C
dt
D
dd

Slide 25 - Quiz

Onze vroegere buren voe...en hun kinderen indertijd op in een sfeer van vertrouwen. (opvoeden)
A
d
B
t
C
tt
D
dd

Slide 26 - Quiz

De reizigers werden overvallen en beroof... van al hun kostbaarheden.
A
d
B
t
C
dt
D
dd

Slide 27 - Quiz

De vorige zin was de laatste. Hoe tevreden ben je met je resultaat?
A
heel tevreden
B
een beetje tevreden
C
niet zo tevreden
D
heel erg ontevreden

Slide 28 - Quiz

Als je 'A' (of 'B') hebt gekozen: proficiat! Heb je 'C' of 'D' (of 'B') gekozen? Hier volgen tips om jezelf te verbeteren: 

Slide 29 - Slide

Doel
Ik kan foutloos de werkwoorden schrijven in een zin.

Tijdens de toets krijg je ook zinnen waar je het werkwoord op de juiste manier moet invullen.

Slide 30 - Slide