Landstede Groep

3.3 Chili Brandt

3.3 Chili Brandt
'Waarom liggen er veel actieve vulkanen in Chili?'
3 HAVO/VWO - HEDG
1 / 23
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 75 min

Items in this lesson

3.3 Chili Brandt
'Waarom liggen er veel actieve vulkanen in Chili?'
3 HAVO/VWO - HEDG

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen?
Uitleg 3.3
Opdrachten
Einde

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat er gebeurt als de Nazcaplaat wegduikt onder de Zuid-Amerikaanse plaat.
  • Je kunt beschrijven en verklaren waarom explosief vulkanisme past bij stratovulkanen.
  • Je kunt beschrijven en verklaren waarom schildvulkanen passen bij hotspots .

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Welke plaatbeweging zien we op de foto?

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Een oceanische plaat is lichter dan een continentale plaat.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Welke plaatbeweging zorgt voor de zwaarste aardbevingen?
A
Convergentie
B
Divergentie

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Subductie is een vorm van...
A
Convergentie
B
Divergentie

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Het punt waar de aardbeving ontstaat, diep onder de grond, noemen we...
A
Hypocentrum
B
Epicentrum

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Sleep de begrippen naar de juiste plaats.
Convectiestromen
Convergentie
Subductie
Divergentie
Diepzeetrog
Mid oceanische rug

Slide 9 - Drag question

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Ontstaan vulkanen bij subductie?
  • Convectiestromen trekken de oceaanbodem tot 600-700 m naar beneden.
  • Oceanische plaat duikt naar beneden -> smelt -> opstijgend magma.
  • Opstijgend magma:
- vormt nieuw gesteente
- vormt vulkaanketens

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Video

This item has no instructions

Vulkanisme bij subductie





Subductie = het proces waarbij een zeeplaat onder een landplaat schuift. Hierbij ontstaan vulkanen. De zeeplaat duikt naar beneden, smelt en het magma stijgt op. Deze breekt door het oppervlak heen en vormt een vulkaan.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Continentale platen vs Oceanische platen
Oceanische (Nazca)plaat:
  • Dunner, maar zwaarder  
  • Basalt  
  • Duikt weg in de aardmantel
  • Zorgt voor vulkanisme door smelten plaat.
Continentale (Zuid-Amerikaanse)plaat:
  • Ontstaan stratovulkanen
  • Taai, stroperig magma en veel gas
  • Steile hellingen door snel stollende en taaie lava.

Slide 15 - Slide

Beweging uitleggen. Dunne en zware oceanische plaat en dikke lichte continentale plaat bewegen naar elkaar toe. Oceanische plaat duikt onder de continentale plaat. Oceanische korst begint te smelten in de hete magma. Gesmolten oceanische korst stijgt omhoog naar aardoppervlak en drukt er doorheen: een gebergte + vulkaan ontstaat. Magma dat uit de aardkorst komt noemen we lava.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Hebben we vulkanisme midden op een aardplaat?

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Ja! Bijzondere eilanden – vulkanisme midden op een plaat
Hoe ontstaat een hotspot?

1 magma stijgt op uit de aardmantel (mantelpluim)
2 de mantelpluim scheurt de aardkorst open.
3 hierboven ontstaat een vulkaan.
-> hotspot = top van een mantelpluim
-> de plaat beweegt, de hotspot niet
-> rij vulkanische eilanden
-> alleen boven de mantelpluim: actieve vulkaan

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Video

This item has no instructions

Slide 22 - Video

This item has no instructions

Aan het werk!
Wat ga je doen? Maken van 3.3: opdracht 1, 2, 4, 5, 7 en 8.

Wanneer moet het af? Je krijgt deze les de tijd, volgende les moet het af zijn.

Hulp? 1. eerst de theorie goed lezen, gebruik eventueel internet.
            2. buurman/buurvrouw naast je vragen, dan pas je docent.

Klaar? Keuze: markeer belangrijke zinnen, popplet, Quizlet.

Tijd: Zie timer.

timer
30:00

Slide 23 - Slide

This item has no instructions