This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Welkom!
Telefoon in telefoontas.
Neem deel aan de lessonup!:)
Slide 1 - Slide
Deze les
* Herhalen via een quiz.
* Hierin is de notatie van je antwoord ook belangrijk.
* Werktijd waarin je kunt leren en je vragen kunt stellen.
Doel van deze les:
* Stof voor de toets herhalen.
* Duidelijk kunnen noteren op de toetsen die komen.
Slide 2 - Slide
Hoofdstuk 1:
Arm en rijk in Nederland
Slide 3 - Slide
Wat is globalisering?
Slide 4 - Open question
Welke van de onderstaande kenmerken hoort altijd bij een rijke wijk?
A
Alleen koopwoningen.
B
Hoge WOZ-waarde.
C
Veel groenvoorzieningen.
D
Veel laagbouw.
Slide 5 - Quiz
Waar hoort 'hoeveelheid groenvoorzieningen' bij...
A
welzijn
B
welvaart
Slide 6 - Quiz
Waar hoort 'aantal inbraken per maand' bij...
A
welzijn
B
welvaart
Slide 7 - Quiz
Waar hoort 'huizenprijzen' bij...
A
welzijn
B
welvaart
Slide 8 - Quiz
Welk begrip kun je aan de kaart hiernaast koppelen? leg je antwoord uit en verwijs naar de bron.
Slide 9 - Open question
Leg uit waarom een hoge autodichtheid een voorbeeld is van een situatie waarbij een hoge welvaart en veel welzijn niet altijd samengaan.
Slide 10 - Open question
Leg uit waarom een hoge autodichtheid een voorbeeld is van een situatie waarbij een hoge welvaart en veel welzijn niet altijd samengaan.
* In wijken met meer welvaart is de autodichtheid hoger. Het verkeer is daardoor drukker en minder veilig, waardoor het welzijn afneemt.
*In wijken met meer welvaart is de autodichtheid hoger. Door alle geparkeerde auto’s is er minder speelruimte voor kinderen, waardoor het welzijn afneemt.
Slide 11 - Slide
Bekijk de bovenstaande afbeelding.
Slide 12 - Slide
Zie je hier koopwoningen of huurwoningen? Waar zie je dit aan?
Slide 13 - Open question
Zie je hier koopwoningen of huurwoningen? Waar zie je dit aan?
Op de afbeelding zie je huurwoningen. Dit kun je zien aan de afbeelding omdat alle huizen hetzelfde zijn.
Slide 14 - Slide
Leg uit waarom juist arme mensen in Nederland lijden aan welvaartsziekten.
Slide 15 - Open question
Leg uit waarom juist arme mensen in Nederland lijden aan welvaartsziekten.
Arme mensen hebben weinig geld waardoor ze goedkoop voedsel kopen, dat vaak ongezonder is. Door het eten van dit ongezonde voedsel loop je sneller een welvaartsziekte op.
Slide 16 - Slide
Hoe zorgt ondervoeding voor armoede?
Slide 17 - Open question
Hoe zorgt ondervoeding voor armoede?
Door ondervoeding kun je minder goed werken. Het inkomen zal dalen waardoor er armoede ontstaat.
Door ondervoeding kun je minder goed presteren op school. Met een lager opleidingsniveau verdien je vaak minder geld waardoor armoede ontstaat.
Slide 18 - Slide
Tom heeft op zijn reis naar Zuidoost-Azië malaria opgelopen. Dit is een ...