What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Landstede Groep
‹
Return to search
V3 - Bijles naamvallen
Dienstag, den 5. Januar
2 Devices --> 1x LessonUp + 1x Meet
Nach der Stunde teile ich die LessonUps
Wochenauftrag (?)
Ab und zu Antwort geben --> Mikrofon an
1 / 18
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
This lesson contains
18 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Dienstag, den 5. Januar
2 Devices --> 1x LessonUp + 1x Meet
Nach der Stunde teile ich die LessonUps
Wochenauftrag (?)
Ab und zu Antwort geben --> Mikrofon an
Slide 1 - Slide
Heute
Thema:
Nachhilfe Kasus
E-Mail mit Einladung bekommen? --> verpflichtet
Keine E-Mail bekommen? --> freiwillig mitmachen, sonst an die Wochenaufgabe arbeiten.
Dringende Fragen?
Slide 2 - Slide
Jetzt tun:
Arbeitet weiter an die Wochenaufgabe.
Deadline: Montag um 12.30 Uhr
Slide 3 - Slide
Naamvallen
Slide 4 - Slide
Naamvallen
Wat weten we nog over de Nominativ?
Wat weten we nog over de Akkusativ?
Wat weten we nog over de Dativ?
Slide 5 - Slide
Naamvallen 🖋
Onderwerp:
Nominativ
(1e naamval)
De leerlin
g maakt de toets.
Der Schüler
macht den Test.
Lijdend voorwerp:
Akkusativ
(4e naamval)
De leerling maakt
de toets
.
Der Schüler macht
den Test.
Slide 6 - Slide
Naamvallen 🖋
Meewerkend voorwerp:
Dativ
(3e naamval)
De leraar geeft (aan)
de leerling
de toets.
Der Lehrer gibt
dem Schüler
den Test.
der-Schema
ein-Schema
Slide 7 - Slide
der-Schema 📷
Plural:
Ich gebe
den
Kinder
n
ein Eis.
der-Gruppe: dies-, jed-, manch-, solch-, welch-
Slide 8 - Slide
ein-Schema 📷
Plural:
Ich gebe
meinen
Kinder
n
ein Eis.
ein-Gruppe: mein-, dein-, sein-, ihr-, sein-, unser-, euer-, ihr-, Ihr-
Slide 9 - Slide
Oefenen
Maak nu zelf een
Nederlandse
zin met:
Onderwerp & lijdend voorwerp
Onderwerp, lijdend voorwerp & meewerkend voorwerp
Vertaal de zinnen nu in het Duits.
Denk aan de naamvallen (ow = Nom., lvw = Akk., mvw = Dat.)
3 oefenvragen - noteer het juiste lidwoord
Slide 10 - Slide
Der Lehrer gibt d.... Kind ein Kompliment.
Slide 11 - Open question
Was hast du d..... Frau erzählt?
Slide 12 - Open question
Wir geben Klaus ein.... Ball (m).
Slide 13 - Open question
Naamval: Akkusativ 📷
Na de volgende voorzetsels volgt
ALTIJD
aan Akkusativ:
durch = door gegen = tegen
ohne = zonder um = om
für = voor bis = tot (en met)
entlang = langs
Ezelsbruggetje: dofegub 👂❌🐠
Slide 14 - Slide
Grammatik: Dativ 📷
Na de volgende voorzetsels volgt
ALTIJD
een Dativ:
Ezelsbruggetje: Vader Jacob of Zaagmens BV
mit = met
nach = naar
bei = bij
seit = sinds
von = van
zu = naar
aus = uit
außer = behalve
gegenüber = tegenover
entgegen = tegemoet
Slide 15 - Slide
Stappenplan 📷
Verkort stappenplan:
1. Vertalen
2. Voorzetsel?
Ja? --> Akk. of Dat.
Nee? --> ontleden
Slide 16 - Slide
Samenvattend
Nominativ
(1e naamval):
Onderwerp
Akkusativ
(4e naamval):
Lijdend voorwerp
Na voorzetsel van Akkusativ (dofegub)
Slide 17 - Slide
Samenvattend
Dativ (3e naamval):
Meewerkend voorwerp (aan/voor)
Na voorzetsel van Dativ (zaagmens BV/Vader Jacob)
Belangrijk: rijtes kennen, gestructureerd (rustig!) werken,
Behoefte aan oefenopdrachten?
Slide 18 - Slide