What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Landstede Groep
‹
Return to search
The future tense
1 / 16
next
Slide 1:
Slide
Engels
MBO
Studiejaar 4
This lesson contains
16 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Welke vormen?
Present Simple
(stam of stam + s bij he/she/it)
Present Continuous
(am/are/is + ww met -ing)
T
o be going to + hele ww
Will / Shall + hele ww
Maar wanneer welke vorm?
Slide 2 - Slide
1. Present Simple
Je gebruikt de Present Simple als iets in de toekomst volgens
een schema
gaat gebeuren. Dit zijn dingen die
heel zeker
zijn.
Bijvoorbeeld roosters en treintijden.
The train
arrives
at 9 o'clock tomorrow morning.
Slide 3 - Slide
2. Present Continuous
Je gebruikt de Present Continuous als dingen
afgesproken / geregeld
zijn en
vrijwel zeker
gaan gebeuren.
My mom and I
are visiting
Amsterdam this Saturday.
Signaalwoorden:
NATTL!
Now - At the moment - tonight/tommorrow
- this monday/this week - listen!/look!
Slide 4 - Slide
Het verschil tussen de
Present Continuous
en
to be going to + hele ww
is echter
minimaal
!
Je kunt deze best wel eens door elkaar heen gebruiken!
Slide 5 - Slide
3. To be going to + hele ww
Je gebruikt to be going to + hele ww als dingen
vooraf al gepland zijn
en als je een
v
oorspelling doet met bewijs.
Look at those dark clouds! It
is going to rain
.
I
am not
going to
the school dance tomorrow, because I didn't buy a ticket.
Slide 6 - Slide
4. Will + hele ww
Je gebruikt will + hele ww als dingen
spontaan gebeuren
en als je een
v
oorspelling doet zonder bewijs (bijvoorbeeld een mening).
I think we
will stay
inside a few more weeks longer.
Will
It
rain
tomorrow? If not, we are going to the beach!
Slide 7 - Slide
4. Shall + hele ww
Je gebruikt shall + hele ww voor
spontaan aanbieden van iets
en als je
een suggestie doet in de toekomst.
Dit is dan in de vorm van een vraag bij
we/I
:
Shall
we go to the park later?
Who
shall
I invite to the party?
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Chris _____ her grandmother tomorrow.
A
will visit
B
visits
C
is visiting
D
is going to visit
Slide 10 - Quiz
________ (open - I) the window?
A
Will I open
B
Am I going to open
C
Shall I open
D
Do I open
Slide 11 - Quiz
I hope the weather _____ nice.
A
will be
B
is going to be
C
shall be
D
is
Slide 12 - Quiz
Let's go to the cinema tonight.
The movie ___ at 8.
A
will start
B
starts
C
is going to start
D
is starting
Slide 13 - Quiz
Next week I .... watch a movie with my brother.
A
shall watch
B
will watch
C
am going to watch
D
are going to watch
Slide 14 - Quiz
On Sunday at 8 pm I ... my friend for dinner.
A
will meet
B
am meeting
C
am going to meet
D
meet
Slide 15 - Quiz
Look. There's not a cloud in the sky.
It .... a sunny day.
A
will be
B
shall be
C
are going to be
D
is going to be
Slide 16 - Quiz