This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
rekentrainers paragraaf 1 t/m 4
Slide 1 - Slide
Ilse krijgt €5 zakgeld per week. Hoeveel is dat per maand?
Slide 2 - Open question
Ingrid verdient in 5 dagen €250. Hoeveel verdient zij per maand?
Slide 3 - Open question
Een alleenstaande vrouw zonder werk vraagt bijstand aan. Ze heeft € 7.200 spaargeld. Deze vrouw krijgt € .... bijstand
Slide 4 - Open question
Een alleenstaande vader met een kind heeft € 100 spaargeld en € 550 inkomen uit een parttime baan. Hij krijgt bijstand en heeft recht op inkomenstoeslag. Deze man krijgt € ....... bijstand.
Slide 5 - Open question
Ton heeft een overzicht gemaakt van zijn maandelijkse inkomen, vaste lasten en incidentele uitgaven. Wat hij overhoudt van zijn inkomen gebruikt hij voor zijn dagelijkse uitgaven.
Welk bedrag blijft er over om te sparen? Bereken en vul in.
Slide 6 - Open question
Roland heeft een overzicht gemaakt van zijn maandelijkse inkomsten, vaste lasten en incidentele uitgaven. Wat hij overhoudt van zijn inkomen gebruikt hij voor zijn dagelijkse uitgaven.
Welk bedrag kan Roland nog uitgeven aan de dagelijkse uitgaven? Bereken en vul in.
Slide 7 - Open question
De aanschafwaarde van een scooter is €2500. De prijs stijgt aan het einde van de gebruiksduur met 15%. Wat is de vervangingswaarde?
Slide 8 - Open question
De vervangingsprijs van een televisie is €768. De gebruiksduur is 8 jaar. Wat is de reservering per maand?
Slide 9 - Open question
Aafke wil over 5 jaar een nieuwe roeiboot kopen. Deze boot kost nu € 5.200 maar zal over 5 jaar 20% duurder zijn. Ze heeft al € 1.200 gespaard. Ze denkt dat ze haar eigen boot in kan ruilen voor € 1.500.
Hoeveel moet Aafke elke maand nog reserveren? Bereken en vul in.