What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Landstede Groep
‹
Return to search
H1P4 deel 2
Hoofdstuk 1 Heb je dat nodig
Paragraaf 3 Wat wil je kopen
Heb je dat nodig?
Paragraaf 1
1 / 12
next
Slide 1:
Slide
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
This lesson contains
12 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Hoofdstuk 1 Heb je dat nodig
Paragraaf 3 Wat wil je kopen
Heb je dat nodig?
Paragraaf 1
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen?
Herhalen
Uitleg 2e deel paragraaf 4
Zelf aan de slag:
- nakijken
- opdrachten maken
Slide 2 - Slide
Sleep het voorbeeld naar het juiste inkomen
Loon
Uitkering
Winst
Eigen bedrijf
Werken voor een baas
Overheid
Slide 3 - Drag question
Wat is een begroting?
A
een overzicht van uitgaven
B
overzicht van inkomsten
C
het op elkaar afstemmen van uitgaven en inkomsten
D
overzicht van verwachte uitgaven en inkomsten
Slide 4 - Quiz
Guusje krijgt € 7,80 per week aan zakgeld.
Bereken hoeveel dat is, omgerekend per maand. Schrijf de berekening op.
Slide 5 - Open question
Iris krijgt €36 zakgeld per maand. Hoeveel is dat per week?
Slide 6 - Open question
Leerdoelen
Je weet welke soorten inkomens er zijn.
Je kunt een begroting van je inkomsten en uitgaven opstellen.
Je kunt bedragen omrekenen van week naar maand en omgekeerd.
Je weet welke drie groepen uitgaven er zijn.
Je kunt berekenen hoeveel geld je per maand moet reserveren.
Slide 7 - Slide
Uitgaven
vaste lasten
= uitgaven die je met vaste regelmaat moet betalen.
Huishoudelijke uitgaven/ Dagelijkse uitgaven
= Zijn de uitgaven voor je huishouden
Incidentele uitgaven
= (meestal) grote uitgaven die je af en toe doet
Slide 8 - Slide
timer
2:00
vaste lasten
dagelijkse uitgaven
incidentele uitgaven
Slide 9 - Drag question
Reservering berekenen
Reservering per maand = benodigd bedrag ÷ aantal maanden
Voorbeeld
Over 9 maanden is het kerstvakantie. Dan wil je een snowboard kopen van € 225. Hoeveel moet je per maand reserveren?
reservering per maand = € 225 ÷ 9 (maanden) = € 22,50
Slide 10 - Slide
Voor de volgende zomer wil je een hoverboard kopen van€300, Je hebt er al €60 voor gespaard. Je kunt nog 8 maanden sparen. Welk bedrag moet je de komende tijd per maand reserveren?
Slide 11 - Open question
Zelf aan de slag
Zelf nakijken Hoofdstuk 1, paragraaf 1 (1.1)
Huiswerk:
Hoofdstuk 1, paragraaf 2 (1.2)
opdrachten 20 t/m 30 + 34+35
bladzijde 14 t/m 17 + 19
Klaar?
Eerst nakijken
Oefentoets bladzijde 38,
Herhalingsopdrachten bladzijde
Huiswerk:
Hoofdstuk 1 paragraaf 4
opdracht 52 t/m 68
bladzijde 26 t/m 31
Klaar?
Samenvatting 1.1 + 1.2 + 1.3 + 1.4 (bladzijde 34)
Herhalingsopdrachten (bladzijde 43)
Rekenen bladzijde 46 t/m 49
timer
10:00
Slide 12 - Slide