What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Landstede Groep
‹
Return to search
5.4 grammatica Bijwoordelijke bepaling
bijwoordelijke bepaling
?..
1 / 12
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
This lesson contains
12 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
15 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
bijwoordelijke bepaling
?..
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
bijwoordelijke bepaling
zegt iets over
-gezegde
- over de hele zin
in een enkelvoudige zin kan maar 1 onderwerp, gezegde, lijdend voorwep of meewerkend voorwerp staan, maar wel meer bijw bepalingen!
Slide 3 - Slide
Gisteren heeft de directeur een lezing gehouden.
gisteren =
A
onderwerp
B
meewerkend voorwerp
C
lijdend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling
Slide 4 - Quiz
Wat is de bijwoordelijke bepaling in de volgende zin?
In Den Haag heb ik een nieuwe stropdas gekocht.
Slide 5 - Open question
Vandaag hebben we pizza gegeten.
we =
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling
Slide 6 - Quiz
Waarom wil mijn oma altijd een zoen hebben?
altijd=
A
Ondewerp
B
Lijdend voorwerp
C
Meewerkend voorwerp
D
Bijwoordelijke bepaling
Slide 7 - Quiz
Een bijwoordelijke bepaling geeft antwoord op vragen die beginnen met:
A
wanneer, waar, hoe, hoeveel, waarheen, waarom, waardoor, waarmee
B
wie, wat, welke
Slide 8 - Quiz
Wie heeft mijn scooter gerepareerd?
mijn scooter =
A
onderwerp
B
meewerkend voorwerp
C
lijdend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling
Slide 9 - Quiz
Waarom wil mijn oma altijd een zoen hebben?
waarom=
A
Persoonsvorm
B
Onderwerp
C
Lijdend voorwerp
D
Bijwoordelijke bepaling
Slide 10 - Quiz
Mijn moeder heeft mijn oma een nieuwe jas gegeven.
mijn oma =
A
onderwerp
B
meewerkend voorwerp
C
lijdend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling
Slide 11 - Quiz
Chris loopt volgend jaar in New York de marathon.
Wat is in deze zin de BWB?
Slide 12 - Open question