What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Landstede Groep
‹
Return to search
Kies 1 Thema 4 Politiek
Burgerschap
Thema 4 Politiek
1 / 53
next
Slide 1:
Slide
Maatschappijleer
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3
This lesson contains
53 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
3 videos
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Burgerschap
Thema 4 Politiek
Slide 1 - Slide
Bekijk de afbeelding op blz. 101
Welke dingen hebben met politiek te maken?
Slide 2 - Mind map
Opdracht maken
Maak de STARTOPDRACHT:
Schrijf 5 dingen op die te maken hebben met
politiek
Slide 3 - Slide
Les 1 Democratie
In deze les leer je:
- wat met
politiek
wordt bedoeld;
- dat je in Nederland
inspraak
kunt hebben;
- wat een
democratie
is.
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
Politiek
In Nederland moeten allerlei problemen worden opgelost.
Politiek
: het maken van keuzes om problemen in een land op te lossen.
Slide 6 - Slide
LEZEN
wie lees de tekst op blz. 102 voor?
Slide 7 - Slide
Welke problemen zie je hier?
Slide 8 - Slide
Bedenk een oplossing voor dit probleem.
Slide 9 - Open question
Bedenk een oplossing voor dit probleem.
Slide 10 - Open question
Bedenk een oplossing voor dit probleem.
Slide 11 - Open question
Bedenk een oplossing voor dit probleem.
Slide 12 - Open question
Opdracht maken
Maak opdracht 1 (a t/m g)
(blz. 102 t/m 104)
Slide 13 - Slide
Democratie
Inspraak
: je mag meepraten over politieke keuzes.
Nederland is een democratie.
Democratie
: een land waar iedereen inspraak heeft.
Slide 14 - Slide
LEZEN
wie lees de tekst op blz. 104 voor?
Slide 15 - Slide
Veel scholieren hebben overgewicht. Hoe moet dit probleem worden opgelost?
A
Geen ongezond eten in de schoolkantine meer
B
Gratis sportles voor te dikke kinderen
C
De ouders moeten aangesproken worden
D
Meer les op school over gezond leven
Slide 16 - Quiz
Wie moet hier een beslissing over nemen?
A
Alle leerlingen en docenten stemmen
B
De directeur beslist
C
Een leerlingenraad wordt gekozen en kiest
Slide 17 - Quiz
Opdracht maken
Maak opdracht 2 a t/m e
(blz 105 en 106)
Slide 18 - Slide
We gaan stemmen!
Slide 19 - Slide
Er zijn 4 plannen bedacht op school, er mag maar 1 plan worden uitgevoerd. Welk plan zou jij kiezen?
A
Basketbalveld op het schoolplein
B
Nieuwe computers op school
C
Groot schoolfeest
D
Meer lekkere dingen in de kantine
Slide 20 - Quiz
Opdracht maken
Maak opdracht 3 a t/m f
(blz 106 en 107)
Slide 21 - Slide
democratie VS dictatuur
Noem 3 verschillen
https://schooltv.nl/video/democratie-en-dictatuur-het-volk-versus-een-alleenheerser/#q=democratie
Slide 22 - Slide
DEMOCRATIE
INSPRAAK
POLITIEK
Mee mogen praten over politieke keuzes.
Een land waar iedereen inspraak heeft.
Het maken van keuzes om problemen in een land op te lossen.
Slide 23 - Drag question
Welke politieke partijen ken jij?
Slide 24 - Mind map
Slide 25 - Video
LEZEN
wie lees de tekst op blz. 108 voor?
Slide 26 - Slide
Opdracht maken
Maak opdracht 1 a t/m d
(blz 109 en 110)
Slide 27 - Slide
verkiezingscampange
campagne = reclame
doel van een verkiezingscampagne is zoveel mogelijk stemmen krijgen tijdens de verkiezingen.
Slide 28 - Slide
Door wie worden de leden van de Tweede Kamer gekozen?
A
Alle 17miljoen mensen in Nederland
B
Iedereen die 18 jaar is en mag stemmen
C
De koning
D
Ze kiezen zelf
Slide 29 - Quiz
Hoeveel leden (mensen) zitten er in de Tweede Kamer?
A
50
B
75
C
150
D
175
Slide 30 - Quiz
Slide 31 - Video
LEZEN
wie lees de tekst op blz. 113 voor?
Slide 32 - Slide
Opdracht maken
We maken SAMEN opdracht 1 a t/m e
Slide 33 - Slide
schooltv.nl
Slide 34 - Link
LEZEN
wie lees de tekst op blz. 115 voor?
Slide 35 - Slide
Welke zin(nen) past bij de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap?
lees mij
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap houdt zich bezig met scholen en museums.
A
Veel jongeren zonder werk
B
Pesten groot probleem op middelbare scholen
C
Openbaar vervoer steeds duurder
D
Steeds meer jongeren verlaten school zonder diploma
Slide 36 - Quiz
Welke zin(nen) past bij de minister van Infrastructuur en Milieu?
lees mij
De minister van Infrastructuur en Milieu houdt zich bezig met wegen, openbaar vervoer en natuurgebieden.
A
Veel jongeren zonder werk
B
Aantal inbraken gestegen
C
Openbaar vervoer steeds duurder
D
Aantal verkeersdoden toegenomen
Slide 37 - Quiz
Welke zin(nen) past bij de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
lees mij
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid houdt zich bezig met werk en armoede.
A
Veel jongeren zonder werk
B
Aantal inbraken gestegen
C
1 op de 5 jongeren heeft een schuld
D
Grote rellen na voetbalwedstrijd
Slide 38 - Quiz
Welke zin(nen) past bij de minister van Veiligheid en Justitie?
lees mij
De minister van Veiligheid en Justitie houdt zich bezig met de politie en criminaliteit.
A
Aantal inbraken gestegen
B
Openbaar vervoer steeds duurder
C
Veel jongeren zonder werk
D
Grote rellen na voetbalwedstrijd
Slide 39 - Quiz
LEZEN
wie lees de tekst op blz. 117 voor?
Slide 40 - Slide
De minister van Onderwijs heeft het plan om smartphones te verbieden op school. Noem een VOORDEEL:
Slide 41 - Open question
De minister van Onderwijs heeft het plan om smartphones te verbieden op school. Noem een NADEEL:
Slide 42 - Open question
We gaan een debat voeren, iedereen krijgt een rol.
Lees de instructie op blz. 118
Slide 43 - Slide
Herhalen van thema 4
We gaan alles bespreken, zodat je alles weet voor de toets
TOETS = maandag 7 juni '21
Slide 44 - Slide
Wat is actievoeren?
A
Stemmen tijdens de verkiezingen
B
Mee mogen praten over politieke keuzes
C
Iets doen om proberen een doel te bereiken
D
Plannen maken om problemen in een land op te lossen
Slide 45 - Quiz
Hoe kun je actievoeren?
Slide 46 - Open question
Maak de zin af.
Als je in een democratie leeft heb je ...
A
de Tweede Kamer
B
een verkiezingscampagne
C
politiek
D
inspraak
Slide 47 - Quiz
Wat doen de mensen op de foto?
Slide 48 - Open question
Juist of onjuist?
In de Tweede Kamer zitten 150 mensen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 49 - Quiz
Hoe noem je een groep mensen die het land bestuurt?
A
De regering
B
De Tweede Kamer
C
De politiek
D
De politieke partij
Slide 50 - Quiz
Welke zin is juist?
A
Tijdens de verkiezingen kies je de regering
B
Als je 18 jaar bent mag je stemmen
C
Alle Nederlanders mogen stemmen tijdens de verkiezingen
D
In Nederland beslist de koning.
Slide 51 - Quiz
Waarvoor is er een verkiezingscampagne?
Slide 52 - Open question
Maken opdrachten
Maak de opdrachten aan het einde van het thema
(extra oefening voor de toets)
Slide 53 - Slide