Landstede Groep

NN6 - TL1 - WS - H2 (les2)

Goedemorgen klas 2C

Vandaag...

- stillezen
- Lezen hoofdstuk 1
Goedemorgen klas 1A

Vandaag...
- Woordenschat h2
- Uitleg
- Opdrachten maken

Leerdoel:
- Ik kan de betekenis van een onbekend woord vinden met behulp van een omschrijving.
Huiswerk maandag 13 september:
- Maken: Woordenschat H2, opdracht 1 t/m 5
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Goedemorgen klas 2C

Vandaag...

- stillezen
- Lezen hoofdstuk 1
Goedemorgen klas 1A

Vandaag...
- Woordenschat h2
- Uitleg
- Opdrachten maken

Leerdoel:
- Ik kan de betekenis van een onbekend woord vinden met behulp van een omschrijving.
Huiswerk maandag 13 september:
- Maken: Woordenschat H2, opdracht 1 t/m 5

Slide 1 - Slide

Video's NN

Slide 2 - Slide

Theorie
Blaadje

Slide 3 - Slide

Wat weet je nog van de vorige les?

Slide 4 - Mind map

Vorige les
  • Welke manieren ken je om achter de betekenis van een moeilijk woord te komen?
  • Wat moet je doen om een synoniem te vinden in de tekst?
  • Hoe vind je een omschrijving in de tekst

Slide 5 - Slide

Woordraadstrategieën
H1. Synoniem zoeken:
- 2 woorden met dezelfde
betekenis.
- Vind je in de volgende
of vorige zin.
H2. Omschrijving zoeken:
- Tussen haakjes of komma's: 
() , ,
- In de vorige zin
- In de volgende zin

Slide 6 - Slide

Doelen Woordenschat hs 2

- Ik kan de betekenis van een onbekend woord vinden met behulp van een omschrijving.


- Ik ken de betekenis van alle woorden en uitdrukkingen uit de paragraaf

Slide 7 - Slide

Omschrijving zoeken

Denk aan 30 seconds: 

- Je geeft een omschrijving van een woord, zonder het woord te zeggen. 

Slide 8 - Slide

woordraadstrategie omschrijving
Ken je een woord niet? Zoek naar een omschrijving in de tekst.

Bij het vakantiehuis van de beroemde zanger lagen paparazzi op de loer. Deze op schandalen beluste, heel opdringerige persfotografen hoopten op een bijzondere foto.

Slide 9 - Slide

Hoe zoek je dan een omschrijving? (1)
- Zoek de omschrijving tussen haakjes of tussen komma’s




Bijvoorbeeld: Vaak verschijnt een filmeditie, een uitgave van een boek met foto’s uit een daarnaar gemaakte film, nadat een boek verfilmd is.

Slide 10 - Slide

Hoe zoek je dan een omschrijving? (2)
- Zoek de omschrijving in de volgende zin. 

Bijvoorbeeld: Honderden ramptoeristen bezochten het overstroomde gebied. De hulpverleners hadden veel last van al die mensen die uit nieuwsgierigheid naar de ramp kwamen kijken.

Slide 11 - Slide

Hoe zoek je dan een omschrijving? (3)
- Zoek de omschrijving in de vorige zin


Bijvoorbeeld: Sommige popmuzikanten krijgen veel post van bewonderaars. Meestal beantwoorden ze hun fanmail niet zelf.

Slide 12 - Slide

Uitleg voorbeeld
Ze wilde als klein meisje al naar een galerie, een ruimte waar kunst getoond wordt, omdat haar moeder ook altijd ging.

Je kijkt hierboven naar de tekst tussen de komma's, hierin staat een omschrijving van het woord galerie. 

Het kan ook zijn dat de omschrijving in de vorige of volgende zin staat.

Slide 13 - Slide

Wat betekent 'Ruim'?
A
Een straat
B
Iets meer dan
C
Prijs
D
Modern

Slide 14 - Quiz

Wat betekent 'Naam maken'?
A
Goed bekend raken
B
Een naam verzinnen
C
Opmerkingen maken
D
Het beste zijn

Slide 15 - Quiz

Wat betekent 'diverse'?
A
Grote
B
Kleine
C
Verschillende
D
Vers

Slide 16 - Quiz

Wat betekent 'Traditioneel'?
A
Nieuw
B
Grappig
C
Volgens oud gebruik
D
Gehuldigd worden

Slide 17 - Quiz

Wat betekent 'Ideaal'?
A
Best, er is geen betere
B
Idee
C
Groot
D
Klein

Slide 18 - Quiz

Checkvragen
1. Welke twee manieren ken je om achter de betekenis van een moeilijk woord te komen?

2. Hoe vind je een 'omschrijving'?

3. Wat betekent ervaren? En hoe vind je het antwoord?:
Wil je ervaren hoe het is om dierverzorger te zijn? Als hulpverzorger in dierentuin Aapenzo kun je het meemaken en daardoor weten hoe het is.

Slide 19 - Slide

Antwoorden checkvragen
1. Een synoniem zoeken en een omschrijving zoeken.
2. Door om het woord heen te lezen (context):
- Tussen haakjes of komma's
- In de volgende zin
- In de vorige zin.
3. Ervaren = meemaken: in de volgende zin staat een omschrijving. 

Slide 20 - Slide

Had je alles goed? Dan mag je zelfstandig starten met opdracht 1 en 2. Lees de opdrachten goed door en schrijf de antwoorden in je schrift

Had je niet alles goed? Dat geeft niets! Je krijgt nu extra uitleg.

Slide 21 - Slide

Behoefte aan extra uitleg?
Aangeven in plattengrond

Slide 22 - Slide

Huiswerk / Weektaak

Maandag 13 september:
Maken: Woordenschat H2, opdracht 1 t/m 5

Woensdag 8 september:
Neem een leesboek mee!
Eerste 5 woordjes leren

Slide 23 - Slide