This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Items in this lesson
Vandaag
Uitleg
Controlerende vragen
Afsluiting
Slide 1 - Slide
3.4: België
- Je weet hoe je Nederland en België kunt typeren.
- Je begrijpt waarom het moeilijk is om uit te leggen wat precies de Belgische identiteit is.
Slide 2 - Slide
Eenheidsstaten:
Nederland en België zijn eenheidsstaten. dat betekend gebieden met een vast gestelde grens er om heen, met een volk en regels en afspraken (wetten die gehandhaafd worden)
In Eenheidsstaten woont een volk wat zich identificeert met het land
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
Wat past wel/niet bij de Nederlandse identiteit?
WEL
NIET
De Nederlandse taal
Sinterklaas
Kamper ui(t) dagen
Christendom
Bitterballen
PSV supporten
Slide 5 - Drag question
Chauvinistisme
Het waren misschien gekke voorbeelden maar wel voorbeelden waarover chauvinistische gevoelens zijn
Slide 6 - Slide
Chauvinistisme
Chauvinisme = overdreven liefde voor je vaderland of het gebied waar je woont.
Slide 7 - Slide
En dan nu België: Welke taal spreken ze in België?
Slide 8 - Open question
Eenheidsstaten:
Nederland en België zijn eenheidsstaten. dat betekend gebieden met een vast gestelde grens er om heen, met een volk en regels en afspraken (wetten die gehandhaafd worden)
In Eenheidsstaten woont een volk wat zich identificeert met het land
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
Beschrijf het ontstaan van België kort.
Slide 11 - Open question
Waarom is het moeilijk om de Belgische identiteit te beschrijven?
Slide 12 - Open question
3.4: België
- Je weet hoe je Nederland en België kunt typeren.
- Je begrijpt waarom het moeilijk is om uit te leggen wat precies de Belgische identiteit is.