What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Landstede Groep
‹
Return to search
3M Massaverhouding (2)
Massaverhouding (2)
Aan het einde van deze les kan een massaberekening doen met een chemische reactie en rekening houden met overmaat.
1 / 14
next
Slide 1:
Slide
Scheikunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
This lesson contains
14 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Massaverhouding (2)
Aan het einde van deze les kan een massaberekening doen met een chemische reactie en rekening houden met overmaat.
Slide 1 - Slide
Dit is voor mij nog onduidelijk van de vorige les
Slide 2 - Open question
Een zak popcorn bevat 3 porties en weeg 55 gram. Bereken hoeveel porties je nodig hebt voor 15 personen.
Slide 3 - Open question
Massaverhouding reacties
Een reactie schema ziet er al volgens uit:
Waterstof + zuurstof --> Water
1 gram waterstof reageert met 8 gram zuurstof
Slide 4 - Slide
Hoeveel gram water ontstaat er?
(1 gram waterstof, 8 gram waterstof)
Slide 5 - Open question
Een reactie schema ziet er al volgens uit:
Waterstof + zuurstof --> Water
1 gram waterstof reageert met 8 gram zuurstof
Deze verhouding is specifiek voor deze reactie en kunnen we noteren als:
Waterstof en zuurstof reageren in een verhouding 1:8
Slide 6 - Slide
Wat zal er gebeuren wanneer er minder waterstof aanwezig is aan het begin van de reactie?
Slide 7 - Open question
Overmaat
Bij een overmaat is er meer stoffen aanwezig aan het begin van de reactie dan er kan reageren.
Slide 8 - Slide
Welke stof in het vorige plaatje is in overmaat aanwezig?
A
Rode bolletjes
B
Witte bolletjes
C
Roze bolletjes
Slide 9 - Quiz
Hoe bereken je een overmaat?
De reactie tussen ijzer en zwavel tot ijzersulfide.
7: 4: 11
Er is voor de reactie 14 g ijzer 12 g zwavel en er wordt gevormd 22 g ijzersulfide, welke is in overmaat?
Ijzer
7
14
zwavel
4
12
ijzersulfide
11
22
Slide 10 - Slide
Je weet dat ijzersulfide gevormd is en dus moet de hoeveelheid ijzer en zwavel samen 22 g zijn
Ijzer
7
zwavel
4
ijzersulfide
11
1
22
:11
x22
Slide 11 - Slide
Ingevuld krijg je de volgende tabel
Ijzer
7
0.636
14
zwavel
4
0.364
8.0
ijzersulfide
11
1
22
Slide 12 - Slide
De reactie tussen ijzer en zwavel tot ijzersulfide.
7: 4: 11
Er is voor de reactie 14 g ijzer 12 g zwavel en er wordt gevormd 22 g ijzersulfide, welke is in overmaat?
In overmaat was zwavel met 4g
Slide 13 - Slide
Ga zelf oefenen!
HW tm 99
Probeer te vragen / aan te geven wanneer je het niet snapt.
Slide 14 - Slide