Landstede Groep

Polymeren - herhalen en uitleg eigenschappen

POLYMEREN
1 / 49
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

POLYMEREN

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Deze les
  1. Herhalen organische naamgeving, additie- & condensatiepolymerisatie
  2. Oefenen met oude stof
  3. Uitleg: eigenschappen van polymeren
  4. Zelfstandig oefenen met nieuwe stof

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Zet de structuren in het juiste vakje.
timer
1:00
Aldehyde
Aminozuur
Carbonzuur
Ester

Slide 3 - Drag question

This item has no instructions

Kies het juiste antwoord
Hiernaast zie je de structuurformule van een stof die voorkomt in het sap van de rubberboom. Hoe heet dit?

Wat is de naam van dit monomeer?
timer
1:00
A
2-methyl-buta-1,3-een
B
3-methyl-buta-1,3-dieen
C
3-methyl-1,3-buteen
D
2-methyl-buta-1,3-dieen

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Polymeren

polymeer =

macromolecuul =
zeer groot molecuul


is opgebouwd uit

monomeren



Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Welke eigenschap moet een
koolwaterstof hebben voor een
additiereactie?
timer
0:30
A
Een alcoholgroep (-OH)
B
Een zuurgroep (-COOH)
C
Hij moet onverzadigd zijn
D
Hij moet verzadigd zijn

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Hoe teken je een additie-polymeer?
  1. schrijf de structuurformule van het monomeer op
  2. zorg dat C=C in het midden staat en teken alle zijgroepen en H-atomen naar boven en beneden
  3. laat de dubbele bindingen openspringen
  4.  teken een stuk van het polymeer door de repeterende eenheden aan elkaar te koppelen

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Welke 2 karakteristieke groepen
kunnen met elkaar reageren
tot een esterbinding?
timer
0:30
A
Een alcohol groep (-OH) en een zuurgroep (-COOH)
B
Een aminogroep (-NH2) en een zuurgroep (-COOH)
C
2 alcohol groepen (-OH)
D
Alle drie de mogelijkheden

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Deze ester is
gemaakt uit ...
timer
0:30
A
ethaanzuur en methanol
B
methaanzuur en ethanol
C
ethaanzuur en ethanol
D
methaanzuur en methanol

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Hoe teken je een condensatie-polymeer?
  1. schrijf de structuurformule van het monomeer op
  2. zorg dat de karakteristieke groepen
     (-OH & -COOH of -NH2 & -COOH)
     aan de linker-en rechterkant van het molecuul staan
  3. laat per binding een molecuul H2O vertrekken
  4.  teken een stuk van het polymeer door de repeterende eenheden aan elkaar te koppelen

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Welke reactie is een condensatiereactie?
timer
1:00
A
De vorming van een ester uit een alcohol en een zuur
B
De vorming van een dipeptide uit 2 aminozuren
C
De vorming van een disacharide uit 2 monosachariden
D
Alle 3 de reacties

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Dit polymeer is
gemaakt via ...
timer
0:30
A
additie- polymerisatie
B
condensatie- polymerisatie

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Dit polymeer is
gemaakt via .....
timer
0:30
A
additie- polymerisatie
B
condensatie-polymerisatie

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

timer
1:30
Polyadditie product
Polycondensatie product

Slide 21 - Drag question

This item has no instructions

Geef de reactievergelijking in structuurformules
tussen ethanol en propaanzuur.
Geef ook de naam van het reactieproduct
timer
2:00

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

Dit polymeer is
gemaakt uit ...
timer
1:00
A
methyletheen
B
but-1-een
C
propeen
D
but-2-een

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Kies het juiste antwoord
Hiernaast zie je de afbeelding van een stukje polymeer.

Wat is de systematische naam van het monomeer waaruit dit polymeer is opgebouwd?
timer
1:00
A
butaan
B
but-2-een
C
but-1-een
D
etheen

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Onder bepaalde omstandigheden heeft het polymeer dat je hiernaast ziet afgebeeld een gemiddelde molecuulmassa van 2.500.000 u.

Uit hoeveel monomeermoleculen is een dergelijk polymeer opgebouwd?
timer
3:00
A
4,5104
B
7,8103
C
9,0103
D
1,6104

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Kies het juiste antwoord
Welk van de structuren geeft een stukje polypropeen weer?
timer
1:00
A
Linksboven
B
Rechtsboven
C
Linksonder
D
Rechtsonder

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Dit polymeer is
gemaakt uit .....
timer
1:00
A
2-hydroxypropeenzuur
B
3-hydroxypropeenzuur
C
2-hydroxypropaanzuur
D
3-hydroxypropaanzuur

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Uit welk monomeer is dit
polymeer opgebouwd?
timer
1:00
A
dimethyletheen
B
but-1-een
C
propeen
D
but-2-een

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Einde herhaling
Zijn er nog vragen over de additiepolymerisatie en condensatiepolymerisatie?

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Einde herhaling
Zijn er nog vragen over de additiepolymerisatie en condensatiepolymerisatie?

Dan nemen we nu even 5 minuten pauze!
Hierna gaan we verder met de uitleg over de eigenschappen van kunststoffen, zorg dat je spullen om aantekeningen te maken klaar hebt liggen.

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Eigenschappen van kunststoffen
We gaan een aantal eigenschappen van plastics bekijken. Hierbij vragen we ons af:
  1.  Hoe komt deze eigenschap tot stand?
  2.  Hoe kunnen we deze eigenschap beïnvloeden?

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Micro - meso - macro
  • Microniveau = moleculair niveau (links)
  • Mesoniveau = clusters van moleculen / netwerkstructuren (midden)
  • Macroniveau = zichtbaar (evt. met microscoop) (rechts)

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Polyetheen op alle niveau's
Meso
Micro
Macro

Slide 33 - Slide

keukengerei, dozen, flessen. Door de moderne productie- en verwerkingstechnieken kunnen polyetheen-variante

Op welk niveau zie je hier
glucose?
A
micro
B
macro
C
meso
D
geen van allen

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

In een netwerkmolecuul zitten de verschillende polymeerketen aan elkaar vast met zogenaamde crosslinks

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Thermoplast vs. thermoharder
mesoniveau

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

timer
1:00
Thermoplast
Thermoharder

Slide 41 - Drag question

This item has no instructions

Eigenschappen kunststoffen
- Waterdicht
- Scheuren niet snel
- Slechte geleiders van elektriciteit en warmte
- Worden nauwelijks aangetast door de omgeving

Belangrijkst: kunststoffen kun je vaak zo ontwerpen dat ze precies geschikt zijn voor jouw doeleinde

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Eigenschappen veranderen
Je kunt de eigenschappen van een kunststof beïnvloeden door:
- de ketenlengte / polymerisatiegraad van het polymeermolecuul
- het aantal en de soort zijgroepen / vertakkingen van het polymeermolecuul
- een weekmaker of andere additieven toevoegen

Andere toevoegingen voor het uiterlijk of de productie zijn bijvoorbeeld kleurstoffen, een uv-stabilisator of een blaasmiddel (piepschuim).

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Stevigheid polymeren
Tussen de polymeerketens/polymeermoleculen komen vanderwaalsbindingen voor, dit betekent:
  1. dat de sterkte van de vanderwaalsbinding toeneemt als molecuul(massa) toeneemt
  2. waardoor polymeerketens moeilijker langs elkaar heen bewegen
Conclusie: een langer /zwaarder kunststof is harder, moeilijker te vervormen, heeft hoger smeltpunt



Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Smeltpunt van kunststof
Door vertakkingen en/of zijgroepen wordt de afstand tussen de polymeerketens groter, dit betekent:
  1. Hoe groter de afstand tussen de polymeerketens, hoe zwakker de vanderwaalsbinding tussen de ketens.
  2. Hoe groter de zijgroepen aan de polymeerketen, hoe lager het smeltpunt en hoe zachter (plastischer) de kunststof zal zijn

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Weekmakers
Aantrekkingskracht tussen moleculen onderling:
  

- Vanderwaalsbinding
- Waterstofbruggen
  • Polaire binding bepalen mbv elektronegativiteit: Δ EN>0,4 (Binas 40A):
  • “Sterkste” atoom trekt de negatieve lading meer naar zich toe en wordt wat meer negatief: δ-.
  • Het andere atoom wordt daardoor δ+
  • Dit verschil in elektronegativiteit zorgt voor H-bruggen!

De aantrekkingskracht tussen
de H van een OH of een NH groep en
de O of de N van een OH of NH groep

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Weekmakers
Door het toevoegen van een weekmaker (plasticizer in het Engels) wordt een kunststof zachter.
 

De moleculen van de weekmaker bevinden zich tussen de polymeerketens waardoor de vanderwaalskrachten tussen de ketens afnemen.

Slide 47 - Slide

Analogie met opgeloste stoffen in water: verminderen van het aantal H-bruggen
Zijn er nog vragen?
Zo niet, dan kun je aan de slag gaan met het maken van de opgaven die horen bij deze paragraaf.
Dat zijn opgave 20 t/m 28 van H13

Slide 48 - Slide

This item has no instructions

Zijn er nog onderwerpen waar ik de komende lessen aandacht aan moet besteden?

Slide 49 - Open question

This item has no instructions