Landstede Groep

Verbaal/non-verbaal + subjectief/objectief

Communicatie
1 / 18
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Communicatie

Slide 1 - Slide

Wat is non-verbale communicatie?

Slide 2 - Open question

Non-verbale communicatie
  • Non-verbale communicatie is communiceren zonder taal te gebruiken. Je communiceert b.v. met je houding, kleding of met oogcontact. 
  • Houding
  • Bewegingen

  • Gezichtsuitdrukkingen

Slide 3 - Slide

Wat is een voorbeeld van non-verbale communicatie?
A
een brief lezen/ schrijven
B
een gezichtsuitdrukking
C
praten
D
schreeuwen

Slide 4 - Quiz

Welk signaal is non-verbaal?
A
Schelden
B
Klagen
C
Wenkbrauwen fronsen
D
Roepen

Slide 5 - Quiz

Wat is verbale communicatie?
A
Communiceren met woorden
B
Communiceren zonder woorden
C
Slechte communicatie
D
Geen communicatie

Slide 6 - Quiz

Wat is een voorbeeld verbale communicatie?
A
Glimlachen
B
Een app sturen
C
Je duim opsteken
D
Zwaaien

Slide 7 - Quiz

Is dit verbaal of non-verbale communicatie

Slide 8 - Open question

Is dit verbale of non-verbale communicatie

Slide 9 - Open question

Is dit een verbale of non-verbale communicatie?
A
verbale communicatie
B
non-verbale communicatie

Slide 10 - Quiz

verbaal
non-verbaal

Slide 11 - Drag question

OBJECTIEF EN SUBJECTIEF
LEERDOEL: 
Aan het einde van de les weet iedereen wat het verschil is tussen objectiviteit en subjectiviteit.

Slide 12 - Slide

Wat betekend objectief en subjectief?

Slide 13 - Mind map

Objectief en subjectief


Objectief waarnemen:
Feiten


Subjectief:
Mening

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Objectief en subjectief

Wat was het verschil?

Objectief waarnemen:
Feiten


Subjectief:
Mening

Slide 16 - Slide

Objectief en subjectief


Objectief waarnemen:
Feiten


Subjectief:
Mening

Slide 17 - Slide

Terugblik
Leg aan je buurvrouw/man de begrippen objectief en subjectief uit in eigen woorden. 
Je buurvrouw/man geef 2 voorbeelden van objectief en subjectief 
timer
3:00

Slide 18 - Slide