GS herh 2.4 en intro BW 1-2 TL 3

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Oefentoetsje 2.4

Check hiermee of je de leerdoelen van 2.3 hebt gehaald

Welke zware tijd hadden veel Nederlanders in 1946 achter de rug?

1. economische crisis jaren '30
2. Duitse bezetting 40-45
3. geen van beiden
4. allebei

Wat kwam er na de bevrijding voorop te staan?

1. bestrijding werkloosheid
2. bestrijding armoede
3. bestrijding onzekerheid
4. A, B en C

Om deze dit alles te bestrijden,
moest de sociale ... flink worden uitgebreid.

Welke partijen werden (dus) het grootst bij de parlementsverkiezingen in 1946?

1. Katholieke Volkspartij en socialistische PvdA
2. Liberale VVD en Katholieke Volkspartij
3. Socialistische PvdA en Liberale VVD
4. Christenunie en D66

Je kunt uitleggen hoe hoe de bevolking wilde dat de staat de burgers beter ging beschermen tegen armoede.

1. ja kan ik al
2. nee kan ik nog niet
3. kan ik al meer wel dan nog niet
4. kan ik meer nog niet dan al wel

staat die zorgt voor de burgers, bijvoorbeeld via uitkeringen of gezondheidszorg

verzekering die werknemers beschermt tegen het verlies van inkomen

uitkering die wordt betaald door de staat

saamhorigheid, verbondenheid van mensen met elkaar

Sociale verzekeringen worden betaald

1. met belastinggeld
2. uit premies van werkende mensen
3. door de politieke partijen
4. door het koningshuis

Sociale voorzieningen worden betaald

1. met belastinggeld
2. uit premies van werkende mensen
3. door de politieke partijen
4. door het koningshuis

Er MOET zo'n vangnet blijven bestaan voor de mensen die het alleen niet redden!

1. eens
2. oneens
3. meer eens dan oneens
4. meer oneens dan eens

Je kunt uitleggen wat de Nederlandse verzorgingsstaat is.

1. ja kan ik al
2. nee kan ik nog niet
3. kan ik al meer wel dan nog niet
4. kan ik meer nog niet dan al wel

Introductie BW 1-2

Een korte kennismaking met het laatste onderdeel

Een boek is een

1. geschreven bron
2. ongeschreven bron

Een e-mailbericht is een

1. geschreven bron
2. ongeschreven bron

Een kasteel is een

1. geschreven bron
2. ongeschreven bron

Een foto is een

1. geschreven bron
2. ongeschreven bron

Een ondertitelde film is een

1. geschreven bron
2. ongeschreven bron

Een schilderij met handtekening van de schilder is een

1. geschreven bron
2. ongeschreven bron

Bij deze bron weet je wat mensen dachten en wat ze wilden:

1. geschreven bron
2. ongeschreven bron

Een derde soort bron is een ... bron

Je kunt uitleggen wat verschillende soorten historische bronnen zijn.

1. ja kan ik al
2. nee kan ik nog niet
3. kan ik al meer wel dan nog niet
4. kan ik meer nog niet dan al wel

Vraagt om een beschrijving als antwoord:

1. beschrijvende vraag
2. verklarende vraag
3. waarderende vraag

Vraagt om een verklaring als antwoord:

1. beschrijvende vraag
2. verklarende vraag
3. waarderende vraag

Vraagt om een mening als antwoord:

1. beschrijvende vraag
2. verklarende vraag
3. waarderende vraag

Wat is er gebeurd?

1. beschrijvende vraag
2. verklarende vraag
3. waarderende vraag

Waarom is dat gebeurd?

1. beschrijvende vraag
2. verklarende vraag
3. waarderende vraag

Wat vind jij van wat er is gebeurd?

1. beschrijvende vraag
2. verklarende vraag
3. waarderende vraag

Welk vak geeft mnr. Faas?

1. beschrijvende vraag
2. verklarende vraag
3. waarderende vraag

Waarom zit mnr. Faas altijd in K11?

1. beschrijvende vraag
2. verklarende vraag
3. waarderende vraag

Geeft mnr. Faas een beetje leuk les?

1. beschrijvende vraag
2. verklarende vraag
3. waarderende vraag

Je kunt uitleggen welke drie soorten historische vragen er zijn.

1. ja kan ik al
2. nee kan ik nog niet
3. kan ik al meer wel dan nog niet
4. kan ik meer nog niet dan al wel