Landstede Groep

Insulae 1.5

M&Tscience uitleg les 1.5
Benodigheden
- Werkboek
- Pen, potlood
- Rekenmachine
- Laptop
LessonUp: 
JA!
Telefoons in de telefoontas!
1 / 30
next
Slide 1: Slide
Nask / TechniekMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

M&Tscience uitleg les 1.5
Benodigheden
- Werkboek
- Pen, potlood
- Rekenmachine
- Laptop
LessonUp: 
JA!
Telefoons in de telefoontas!

Slide 1 - Slide

Terugblik 1.4
Wat is de grootheid in de onderstaande zin:
De boot ging met een snelheid van 75 km/h over het water.
A
de boot
B
snelheid
C
75 km/h
D
het water

Slide 2 - Quiz


Welke grootheid meten we met het meetinstrument in de afbeelding hiernaast?
A
Gewicht
B
Massa
C
Volume
D
Temperatuur

Slide 3 - Quiz


In welke eenheid wordt de massa gemeten? Je mag je bijlage boek gebruiken.
A
Kg
B
kilogram
C
gram
D
m

Slide 4 - Quiz

Extra: waarom?
Landen die geen gebruik maken van het SI-eenheden

Slide 5 - Slide

Extra: hierom...
Mars Climate orbiter
Crashte
op 23 september 1999
bij aankomst 
op Mars

Slide 6 - Slide

Extra: hierom...
Mars Climate orbiter
Het project was een samenwerking
tussen Europa en de VS. Om in een baan om Mars te komen, moest de motor met een bepaalde waarde worden ontbrand om op de juiste hoogte terecht te komen. 

Omdat beide partijen verschilde eenheden gebruikte,  werd een verkeerde eenheid toegekend aan de motor van de ruimtesonde, waardoor die te lage snelheid kreeg, en dus een te lage baan en uiteindelijk op Mars crashte...

Slide 7 - Slide

Extra: kosten?
327,6 miljoen dollar



Ja, daarom.

Slide 8 - Slide

dfa
fdaf
Metriek
  • Het gebruik van vergrootwoorden en verkleinwoorden heet metriek. 

Je kunt 5 000 meter dus anders schrijven:
Kilo betekent niets meer dan 'duizend'.
Vijf-duizend-meter kun je dus schrijven als: vijf-kilo-meter oftewel 5 km.

Slide 9 - Slide

0

Slide 10 - Video

Recept pompoensoep
Ingrediënten:
1/2 pompoen
1 teen knoflook
40 cL bouillon
1,1 dL kookroom
1,5 el mosterd
1 el boter
0,15 Kg spekblokjes

Slide 11 - Slide

Recept pompoensoep
Ingrediënten:
1/2 pompoen
1 teen knoflook
40 cL bouillon
1,1 dL kookroom
1,5 el mosterd
1 el boter
0,15 Kg spekblokjes
Ingrediënten:


.... mL bouillon
.... mL kookroom


.... g spekblokjes

Slide 12 - Slide

Metrisch stelsel
Neem dit schema over in je aantekeningen!

Slide 13 - Slide

Wat is de centrale eenheid van kilogram?
A
m
B
gram
C
massa
D
kilo

Slide 14 - Quiz

Wat is de centrale eenheid van centi-Newton?

Slide 15 - Open question

Eenheden die bij een zelfde grootheid horen kun je in elkaar omrekenen.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Hoeveel hectometer is 2000 m?
2000 : 10 = 200
200 : 10 = 20
2000 m = 20 hm

Slide 18 - Slide


40 cL bouilon = ..... mL
A
0,4
B
4
C
40
D
400

Slide 19 - Quiz

Eenheden die bij een zelfde grootheid horen kun je in elkaar omrekenen.

Slide 20 - Slide


1,1 dL kookroom = ..... mL
A
0,11
B
1,1
C
11
D
110

Slide 21 - Quiz

Eenheden die bij een zelfde grootheid horen kun je in elkaar omrekenen.

Slide 22 - Slide


0,15 kg spekblokjes  = ..... g 
A
1,5
B
15
C
150
D
1500

Slide 23 - Quiz

Eenheden die bij een zelfde grootheid horen kun je in elkaar omrekenen.

Slide 24 - Slide


Hoeveel gram is 3500 cg?
A
350
B
35
C
3,5
D
0,35

Slide 25 - Quiz


Reken om:
30 km = ......... m
antwoord alleen een getal zonder puntjes of spaties

Slide 26 - Open question

Eenheden die bij een zelfde grootheid horen kun je in elkaar omrekenen.

Slide 27 - Slide


Reken om:
300 mA = ......... A
antwoord alleen een getal!

Slide 28 - Open question

Doelen
Leerdoelen
L01-15 - Je bent in staat om eenheden -gecombineerd met vergroot- en verkleinwoorden- in elkaar om te rekenen.
 
 L01-15a - Je bent in staat om de eenheden (gram, liter en meter) -gecombineerd met vergroot- en verkleinwoorden- in elkaar om te rekenen.
  L01-15b - Je bent in staat om de eenheden, genoteerd met een letter en anders dan de gram en meter, -gecombineerd met vergroot- en verkleinwoorden- in elkaar om te rekenen.
  L01-15c - Je bent in staat om de eenheden (aangegeven met een speciaal teken of meerletter afkorting) -gecombineerd met vergroot- en verkleinwoorden- in elkaar om te rekenen.

Slide 29 - Slide

Wat ga je nu doen? 
Proberen te ontsnappen van Locus 
Metriek: de basis

Huiswerk: Maak opdracht 38 t/m 45

Slide 30 - Slide