What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Landstede Groep
‹
Return to search
5.4 Pillarisation
5.4 Pillarisation
1 / 42
next
Slide 1:
Slide
Geschiedenis
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
This lesson contains
42 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
5.4 Pillarisation
Slide 1 - Slide
Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo
Slide 2 - Slide
Learning goal
At the end of the lesson you can define 7 characteristics of the 4 different pillars
Slide 3 - Slide
Pillarisation
The division of Dutch society into 4 groups (pillars):
Protestants, Catholics, Liberals, Socialists (between: ±1848 and ±1965)
In the 19th century, these pillars all get their own political party
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
France becomes a republic again
In The Hague the king fears for his life
So, in 1848,
King Willem II
turns from a
conservative
into a
liberal
overnight.
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Specialise in two pillars
Role of government
Key values
Colour of clothes
Origin of ideas
Party 19th century and now
Progressive or conservative
Leaders
Socialists
Liberals
Protestants
Catholics
Slide 10 - Slide
Role of the government
Slide 11 - Open question
Key Values
Slide 12 - Open question
Colour
Slide 13 - Open question
Origins of ideas
Slide 14 - Open question
Party 19th century and now
Slide 15 - Open question
Progressive and conservative
Slide 16 - Open question
Leaders
Slide 17 - Open question
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Why do political parties arise?
Catholics feel disadvantaged. They fight for emancipation: equal rights as Protestants
Socialists want to help the socially disadvantaged.
Against the ideas of the Liberals and/or those of the French Revolution (especially Protestants)
Slide 21 - Slide
SDAP (Sociaal Democratische Arbeiders Partij)
ARP (Anti-Revolutionaire Partij)
Slide 22 - Slide
RKSP (Rooms-Katholieke Staatspartij)
Vrijheidsbond
Slide 23 - Slide
Pieter Jelles Troelstra (SDAP)
Ferdinand Domela Nieuwenhuis (SDB)
Slide 24 - Slide
Herman Schaepman (Algemeene Bond van RK-kiesverenigingen)
Abraham Kuyper (ARP)
Slide 25 - Slide
Johan Rudolf Thorbecke (Liberalen)
Slide 26 - Slide
Maarten Luther
De protestantse zuil kun je vaak herkennen aan het gebruik van namen van personen die (in de geschiedenis) belangrijk voor de protestantse kerk waren.
Christelijke Werklieden Vereeniging
De protestantse zuil gebruikt vrijwel altijd de termen: Christelijk of Protestants-Christelijk
Brave worker
De arbeider wordt hier 'stoer' afgebeeld: gespierd met opgestroopte mouwen.
Clock
De klok is het symbool van zowel een nieuwe dag, als het oproepen om gehoor te geven aan de oproep van de arbeiders beweging.
Rising sun
Dit is het teken van een nieuwe dag: een nieuw en positief begin.
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Slide
Begrippen uit deze les
pillarization
socialism
social-democracy
confessionals
the 'kleine luyden'
universal suffrage
special education
Slide 31 - Slide
Persons in this lesson
Johan Rudolf Thorbecke
Pieter Jelles Troelstra
Ferdinand Domela Nieuwenhuis
Abraham Kuyper
Herman Schaepman
Slide 32 - Slide
Jaartallen uit deze les
1879: ARP
Slide 33 - Slide
Ask 1 question about something you have not understood so well in this lesson
Slide 34 - Open question
1.3 B De pacificatie van 1917
Het historisch ovezicht vanaf 1848
Slide 35 - Slide
Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo
Slide 36 - Slide
Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen waarom rond 1917 een aantal politieke problemen werd opgelost en welke dit waren.
Slide 37 - Slide
Situatie in Nederland
Strijd voor Algemeen Kiesrecht
Strijd voor Vrouwenkiesrecht
Schoolstrijd
Slide 38 - Slide
Pacificatie
1917
Pacificatie betekent letterlijk: vredestichting
Er werd tussen de partijen politieke vrede gesloten door een oplossing te vinden voor een aantal politieke problemen
Slide 39 - Slide
Belangrijkste gevolgen van de Pacificatie (1)
Er komt een
einde aan de Schoolstrijd
Er komt
Algemeen Kiesrecht voor mannen
(vanaf 23 jaar)
Er komt
kiesrecht voor vrouwen
(1917:
passief kiesrecht
, 1919:
actief kiesrecht
)
Slide 40 - Slide
Belangrijkste gevolgen van de Pacificatie (2)
Er komt een verandering van het kiesstelsel: het districtenstelsel wordt vervangen door
evenredige vertegenwoordiging
.
Einde van de politieke macht van de Liberalen
:
pas in 2010 komt er weer een Liberale minister-president, Mark Rutte
Slide 41 - Slide
'Sinterklaasfeest van 1917'
Aletta Jacobs
Zij krijgt hier 'niks', omdat vrouwen slechts passief en geen actief kiesrecht kregen.
Pieter Jelles Troelstra
Hij was blij, omdat er algemeen kiesrecht voor mannen kwam.
Abraham Kuyper
Hij was blij, omdat er ook geld kwam voor bijzonder onderwijs.
Slide 42 - Slide