What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Landstede Groep
‹
Return to search
HA1A Weektaak 3
1 / 22
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
This lesson contains
22 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Wat benoem je in de inleiding van een verslag?
Slide 4 - Open question
Wat weet je over het slot van een verslag?
Slide 5 - Open question
Titel van een verslag
Twee belangrijke functies:
- Het moet de aandacht trekken van de lezer;
Het moet aangeven waar de tekst over gaat.
Let op: je schrijft nooit een punt achter een titel. Een vraagteken of uitroepteken mag wel.
Slide 6 - Slide
Welke titel trekt de meeste aandacht volgens jou?
A
Libanese tekenaar maakt kunst van narigheid
B
Buitenaards leven ontdekken doe je zo
C
Walibi moet kartattractie tijdelijk sluiten na ongeval
D
Online challenges: waarom gaat iemand zo ver?
Slide 7 - Quiz
Aan de slag! (9)
Opdracht 9 van par. 3.4.
a. Bedenk twee goede titels voor de tekst waarvan je de inleiding schreef bij opdracht 5. (tijd: 5 minuten)
b. Ruil je titels met je klasgenoot en bespreek met elkaar welke titels goed zijn en welke beter kunnen. (7 minuten)
Slide 8 - Slide
Noteer jouw beste titel hier.
Slide 9 - Open question
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Opbouw van een verslag
Inleiding: je trekt de aandacht van de lezer en benoemt het onderwerp
Kern: je geeft feitelijke informatie over wat je hebt meegemaakt of onderzocht.
Slot: geen nieuwe informatie. Je geeft een samenvatting of je mening over wat je hebt meegemaakt.
Slide 13 - Slide
Opdracht 4
Ruil je verslag met je klasgenoot en beoordeel die van elkaar. Waar moet je in het vervolg op letten?
Tijd: 15 minuten
Slide 14 - Slide
Waar moet je in het vervolg op letten?
Slide 15 - Open question
Wat vind je in het slot van een verslag?
A
Het onderwerp wordt benoemd.
B
Er wordt een samenvatting gegeven.
C
Je mening over het onderwerp.
D
Feitelijke informatie over de gebeurtenis.
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Wat zijn verwijswoorden?
Slide 19 - Open question
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide