This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.
Achtet auf!
eins
sechzehn
siebzehn
dreißig
hundert
Tip: onderaan de bladzijde staat het ook in het Duits.
wie = wer
wat = was
waar = wo
waarheen = wohin
waarvandaan = woher
hoe = wie
wanneer = wann
waarom = warum
welk(e) = welche