What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Landstede Groep
‹
Return to search
thema 5 BS 1-5 QUIZ
Stevigheid en beweging
1 / 48
next
Slide 1:
Mind map
Biologie
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo
Leerjaar 1
This lesson contains
48 slides
, with
interactive quizzes
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Stevigheid en beweging
Slide 1 - Mind map
Welke functie hebben de kalkzouten in bot?
A
Zorgen voor stevigheid
B
Zorgen voor buigzaamheid
C
Zorgen voor de vorm
D
Zorgen voor beweging
Slide 2 - Quiz
Wat is zijn antagonisten, kies het beste antwoord.
A
Spieren die een tegengestelde beweging mogelijk maken
B
Spieren die jouw arm bewegen.
C
Spieren die altijd doorwerken
D
Spieren die verkrampen
Slide 3 - Quiz
Welke beweging is in de elleboog mogelijk:
A
een draaiende beweging
B
buigende en strekkende beweging
C
een rolbeweging
D
er is geen beweging mogelijk
Slide 4 - Quiz
Bij een kraakbeen verbinding is .... beweging mogelijk tussen de botten
A
Geen
B
een klein beetje
C
veel
Slide 5 - Quiz
Bij welk type gewricht is er beweging in meerdere richtingen mogelijk?
A
Kogelgewricht
B
Scharniergewricht
C
Rolgewricht
Slide 6 - Quiz
Wat zijn de taken van het skelet?
A
stevigheid en vorm
B
stevigheid, vorm en bescherming
C
stevigheid, vorm, bescherming en beweging
D
stevigheid, vorm, bescherming, beweging en stilstaan
Slide 7 - Quiz
Welk van de volgende geeft gewrichtssmeer af.
A
Kapselband
B
Kraakbeenlaagje
C
Gewrichtskogel
D
Gewrichtskapsel
Slide 8 - Quiz
Een kogelgewricht kan de meeste kanten op bewegen.
A
waar
B
niet waar
Slide 9 - Quiz
Welk van de volgende is geen beendverbinding
A
Naad
B
vergroeiing
C
Kapselband
D
Kraakbeen
Slide 10 - Quiz
Er zijn 3 verschillende gewrichten
A
Waar
B
Niet waar
Slide 11 - Quiz
Er zijn 3 verschillende beenverbindingen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 12 - Quiz
Beweging ontstaat doordat .... 1 .... kunnen samentrekken.
.... 2 .... kunnen niet samentrekken, maar zorgen voor verbinding met het bot.
A
1: spieren 2: spieren
B
1: pezen 2: pezen
C
1: pezen 2: spieren
D
1: spieren 2: pezen
Slide 13 - Quiz
Waar bestaan spieren uit?
A
Pezen
B
Spiervezels
C
Vlies
D
kleine spiertjes
Slide 14 - Quiz
Hoe zitten de armen vast aan de schouder?
A
gewrichten
B
naden
C
kraakbeen
D
vergroeid
Slide 15 - Quiz
Welk onderdeel vind je alleen in gewrichten die extra zwaar werk leveren, zoals het knie- en enkelgewricht?
A
gewrichtssmeer
B
gewrichtskapsel
C
gewrichtsband
D
kraakbeenlaagje
Slide 16 - Quiz
Kraakbeen
Naadverbinding
Gewricht
Vergroeid
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Slide 17 - Drag question
Op welke manier zit de schedel vast?
A
vergroeiing
B
lijmverbinding
C
naadverbinding
D
gewricht
Slide 18 - Quiz
Je armen en benen bewegen door
A
Gewrichten
B
Kraakbeen
C
Naadverbinding
D
Vergroeiing
Slide 19 - Quiz
welke verbinding is het meest beweeglijk?
A
vergroeiing
B
naadverbinding
C
kraakbeenverbinding
D
gewricht
Slide 20 - Quiz
hoe zit je heup aan elkaar
A
naadverbinding
B
gewricht
C
vergroeid
D
kraakbeen
Slide 21 - Quiz
Hoe zitten de ribben aan het borstbeen vast?
A
gewricht
B
vergroeiing
C
naadverbinding
D
kraakbeen
Slide 22 - Quiz
De wervelkolom werkt als schokdemper door:
A
Dubbele S-vorm
B
Naadverbinding
C
Vergroeiing
D
Gewricht
Slide 23 - Quiz
Bij een naadverbinding is .... beweging mogelijk tussen de botten
A
Geen
B
Een klein beetje
C
Veel
Slide 24 - Quiz
Naadverbinding
Vergroeid
Gewricht
Kraakbeen
Veel beweging
Geen beweging
Beetje beweging
Geen beweging
Slide 25 - Drag question
Welke botverbinding bestaat niet?
A
Kraakbeen verbinding
B
Gewricht
C
Naadverbinding
D
Vast gegroeid
Slide 26 - Quiz
Hoe zitten de armen vast aan de schouder?
A
Gewrichten
B
Naden
C
Kraakbeen
D
Vergroeid
Slide 27 - Quiz
Uit welke delen bestaat het skelet?
A
schedel en ledematen en armen
B
romp, ledematen en armen en benen
C
schedel,romp, ledematen
D
schedel,romp,ledematen en armen en benen
Slide 28 - Quiz
Noem eens een ander woord voor botten?
A
skelet
B
beenderen
C
geraamte
Slide 29 - Quiz
Wat is een ander woord voor wervelkolom?
A
rug
B
borstkas
C
ruggengraat
Slide 30 - Quiz
Wat zit er tussen de wervels?
A
kraakbeen
B
botten
C
niks
Slide 31 - Quiz
In de gewrichtskom en op de gewrichtsknobbel zit een dun laagje
A
spieren
B
zenuwen
C
kraakbeen
Slide 32 - Quiz
Hoe zitten de armen vast aan de schouder?
A
gewrichten
B
naden
C
kraakbeen
D
vergroeid
Slide 33 - Quiz
Hoe zitten de botjes van de vingers aan elkaar vast?
A
naden
B
kraakbeen
C
vergroeid
D
gewrichten
Slide 34 - Quiz
Hoe zit het staartbeen vast aan het heiligbeen?
A
naden
B
vergroeid
C
kraakbeen
D
gewrichten
Slide 35 - Quiz
Je armen en benen bewegen door
A
Gewrichten
B
Kraakbeen
C
Pezen
D
Vergroeiing
Slide 36 - Quiz
Wat wordt er beschermd door onze borstkas
A
maag en nieren
B
hart en longen
C
hersenen
D
darmen en maag
Slide 37 - Quiz
Welke functies heeft ons skelet?
A
vormgeven, bescherming, stevigheid
B
vormgeven, stevigheid, beweging
C
beweging, vormgeven,stevigheid,bescherming
Slide 38 - Quiz
In de afbeelding is een …
te zien.
A
plat been
B
pijpbeen
Slide 39 - Quiz
Door een bot te verbranden gaat de lijmstof eruit.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 40 - Quiz
Zonder kalkzout kan een bot makkelijk breken.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 41 - Quiz
Een baby heeft vergeleken met een bejaarde veel botweefsel.
A
Waar
B
Niet waar
C
Beetje waar
D
huh?
Slide 42 - Quiz
Lijmstof en kalkstof zitten in ….
A
Botcellen
B
Kraakbeencellen
C
Tussencelstof
D
Spieren
Slide 43 - Quiz
Sleep de nummers naar de juiste naam
Beenderen van de hand
vingerkootje
ellepijp
hand
wortel-
beentje
spaakbeen
middenhands-
beentje
1
2
3
4
5
Slide 44 - Drag question
Sleep de nummers naar de juiste naam
Beenderen van het been
dijbeen
voetwortelbeen
scheenbeen
middenvoetsbeen
knieschijf
kuitbeen
1
2
3
4
5
6
Slide 45 - Drag question
Hoe heet bot nr 3?
A
Bovenarm
B
Opperarmbeen
C
Dijbeen
D
Opperarmbot
Slide 46 - Quiz
Hoe heet bot nr 14?
A
Rib
B
Sleutelbeen
C
Wervel
D
Borstbeen
Slide 47 - Quiz
Hoe heet bot nr 9?
A
Dijbeen
B
Kuitbeen
C
Scheenbeen
D
Knieschijf
Slide 48 - Quiz