Grondrechten Quiz

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

De grondwet

Quiz

Industriële revolutie
(De eerste spoorlijn
Alles gaat sneller)

Koning, ministers, rechters, provincies en gemeentes. 

In de grondwet staat welke rechten mensen hebben. 

Wat de regering wel en wat zij niet mogen doen.

De belangrijkste wet van een land. 

Wat is de grondwet?

Wat staat er in de grondwet over de regering?

Wat staat er in de grondwet over de mensen van een land.

Door welke overheidsorganen word Nederland bestuurd.

Toen werd de eerste grondwet van het koninkrijk der Nederlanden gemaakt. 

De koning had nog erg veel macht.

De grondwet van 1848

Thorbecke 

Wat wordt gezien als het begin van de democratie in Nederland.

Wie stelde de grondwet van 1848 op?

Wat gebeurde er in 1815?

Wat was er bijzonder aan de grondwet van 1815?

Wat zijn rechten en plichten?

1. Recht= Iets wat je moet Plicht= Iets wat je mag
2. Recht= Waar je recht op hebt Plicht= Wat je moet doen
3. Recht= Iets wat je mag Plicht= Iets wat je moet

Recht of plicht?

Vrije meningsuiting

1. Recht
2. Plicht

Recht of plicht?

Naar school gaan

1. Recht
2. Plicht

recht of plicht?

Stemmen is een...

1. recht
2. plicht

Recht of plicht?

Belasting betalen

1. Recht
2. Plicht

Wat is het verschil tussen rechten en plichten?

1. Rechten en plichten zijn hetzelfde
2. Rechten zijn dingen die je moet, plichten dingen die je mag
3. Rechten hebben we niet in Nederland, plichten wel
4. Rechten zijn dingen die je mag en plichten zijn dingen die je moet

Hierin staan de belangrijkste rechten en plichten van de burgers én overheid.

1. Bestuurswet
2. Miljoenennota
3. Grondwet
4. Staatsbegroting

Een land waarin de rechten en plichten van burger en overheid zijn vastgelegd in de grondwet

1. rechtsstaat
2. democratie
3. verzorgingsstaat
4. dictatuur

De rechten en plichten van burgers zijn in wetten vastgelegd.

1. juist
2. onjuist

In de grondwet staan heel veel rechten en plichten, wat is een recht?

1. onderwijs
2. belasting betalen
3. ID bij je hebben

Grondwet

1. Is de organisatie die beslissingen mag nemen in een bepaald gebied.
2. Iedereen heeft gelijke rechten en de macht is verdeeld over alle mensen. Mensen mogen stemmen.
3. Hier staan de spelregels van onze samenleving in.
4. 150 volksvertegenwoordigers, controleren of de regering het goed doet.

Overheid

1. Is de organisatie die beslissingen mag nemen in een land.
2. Iedereen heeft gelijke rechten en de macht is verdeeld over alle mensen. Mensen mogen stemmen.
3. Hier staan de spelregels van onze samenleving in.
4. 150 volksvertegenwoordigers, controleren of de regering het goed doet.

Democratie

1. Is de organisatie die beslissingen mag nemen in een bepaald gebied.
2. Iedereen heeft gelijke rechten en de macht is verdeeld over alle mensen. Mensen mogen stemmen.
3. Hier staan de spelregels van onze samenleving in.
4. 150 volksvertegenwoordigers, controleren of de regering het goed doet.

Kreeg de koning minder macht, de burgers juist meer.

Dat iedereen mag geloven wat hij of zij wil. Je mag ook zeggen wat je wilt en alle mensen in Nederland moeten gelijk behandeld worden.

Wat staat er in de eerste zin van de grondwet?

Wat was een grote verandering in de nieuwe grondwet van 1848?

Tweede Kamer

1. 150 volksvertegenwoordigers, controleren of de regering het goed doet.
2. Hier staan de spelregels van onze samenleving in.
3. Hij wordt als de grondlegger van de democratie in Nederland beschouwd en bedacht de grondwet van 1848.
4. 150 volksvertegenwoordigers, controleren of de regering het goed doet.

Thorbecke

1. De koning van 1840 tot 1849 in Nederlanden.
2. Hij wordt als de grondlegger van de democratie in Nederland beschouwd en bedacht de grondwet van 1848.
3. Iedereen heeft gelijke rechten en de macht is verdeeld over alle mensen. Mensen mogen stemmen.
4. 150 volksvertegenwoordigers, controleren of de regering het goed doet.

Willem II

10.20

1. 150 volksvertegenwoordigers, controleren of de regering het goed doet.
2. Hij wordt als de grondlegger van de democratie in Nederland beschouwd en bedacht de grondwet van 1848.
3. De koning van 1840 tot 1849 in Nederlanden. Gaf toestemming voor de grondwet van 1848.
4. Iedereen heeft gelijke rechten en de macht is verdeeld over alle mensen. Mensen mogen stemmen.

Regering

1. Hij wordt als de grondlegger van de democratie in Nederland beschouwd en bedacht de grondwet van 1848.
2. Het bestuur van ons land dat bestaat uit de Koning en de ministers.
3. De koning van 1840 tot 1849 in Nederlanden.
4. 150 volksvertegenwoordigers, controleren of de regering het goed doet.

Rechten

1. Hij wordt als de grondlegger van de democratie in Nederland beschouwd en bedacht de grondwet van 1848.
2. Het bestuur van ons land en bestaat uit de Koning en de ministers.
3. De koning van 1840 tot 1849 in Nederlanden.
4. Iets wat je mag.

Wat vond je van deze les?

😒🙁😐🙂😃

Wat vond je van deze les?

Zijn er nog vragen?