What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Landstede Groep
‹
Return to search
G2a Latijn: 1e les na de zomervakantie
G2a
De eerste les na de zomervakantie
1 / 23
next
Slide 1:
Slide
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
This lesson contains
23 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
G2a
De eerste les na de zomervakantie
Slide 1 - Slide
Programma deze les:
De anti-zomervakantiewegzakherhaling
Kort herhaling rijtje znw en ww
Opdracht met de grammatica van vorig jaar
Slide 2 - Slide
Hoeveel naamvallen heeft het Latijn?
A
3
B
4
C
5
D
6
Slide 3 - Quiz
Wat zijn naamvallen?
Slide 4 - Open question
Welke functie heeft de nominativus?
Slide 5 - Open question
Welke functie heeft de genitivus?
Slide 6 - Open question
Welke functie heeft de dativus?
Slide 7 - Open question
Welke functie heeft de accusativus?
Slide 8 - Open question
Welke functie heeft de ablativus?
Slide 9 - Open question
Hoeveel verbuigingsgroepen heeft het Latijn?
A
2
B
3
C
4
D
5
Slide 10 - Quiz
VB 1
VB 3
VB 2
femina
solus
rex
dono
nomina
puellam
filiorum
rosae
cives
mercatorem
aquarum
servi
Slide 11 - Drag question
Hoeveel werkwoordgroepen heeft het Latijn?
A
3
B
4
C
5
D
6
Slide 12 - Quiz
Welke groep behoort NIET tot de Latijnse werkwoordrijtjes?
A
a-stammen
B
e-stammen
C
i-stammen
D
o-stammen
Slide 13 - Quiz
a-stam
e-stam
i-stam
med-stam
rogare
manēre
currere
venire
vocamus
terres
vincitis
audio
Slide 14 - Drag question
1e ev
2e ev
3e ev
1e mv
2e mv
3e mv
ludo
audiunt
numeras
emit
apperatis
sumus
Slide 15 - Drag question
In welke tijd staat vocavit?
A
praesens
B
imperfectum
C
perfectum
D
plusquamperfectum
Slide 16 - Quiz
Hoe vertaal je vocavit?
A
Hij riep
B
Hij roept
C
Hij had geroepen
D
Hij heeft geroepen
Slide 17 - Quiz
In welke tijd staat dormiebamus?
A
praesens
B
imperfectum
C
perfectum
D
plusquamperfectum
Slide 18 - Quiz
Hoe vertaal je dormiebamus?
A
Wij sliepen
B
Wij slapen
C
Wij hadden geslapen
D
Wij hebben geslapen
Slide 19 - Quiz
In welke tijd staat rides?
A
praesens
B
imperfectum
C
perfectum
D
plusquamperfectum
Slide 20 - Quiz
Hoe vertaal je rides?
A
Jij lachte
B
Jij lacht
C
Jij had gelachen
D
Jij hebt gelachen
Slide 21 - Quiz
In welke tijd staat expectaverant?
A
praesens
B
imperfectum
C
perfectum
D
plusquamperfectum
Slide 22 - Quiz
Hoe vertaal je expectaverant?
A
Wij wachten
B
Wij wachtten
C
Wij hadden gewacht
D
Wij hebben gewacht
Slide 23 - Quiz