Oefentoets H3 Water

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 2

Oefentoets Water

Lees de vragen goed en aandachtig door voordat je antwoord geeft. 

Zorg dat je bij open vragen antwoord geeft op de hele vraag. 

Als je klaar bent, druk dan ook op de inleverknop, voordat je je iPad afsluit.

Welke van de volgende begrippen horen bij toegankelijk zoet water.

1. IJskappen
2. Rivieren
3. Planten
4. Meren

Geef een beschrijving van de lange waterkringloop. Begin bij zeewater en eindig bij grondwater wat terug naar de zee loopt.

Wat zorgt ervoor dat waterdamp wolken gaat vormen.

1. De sterke wind
2. De temperatuur van het zeewater.
3. De temperatuur van de lucht.
4. De straling van de zon.

Welke van de volgende situaties beschrijft een positieve waterbalans?

1. Er komt meer water het land in dan dat er weer weg gaat.
2. Er gaat meer water het land uit dan dat er binnen komt.
3. Er is niet voldoende informatie om dit te kunnen beantwoorden.

Leg uit waarom het vasthouden van water onder een voetbalveld een vorm van duurzaam waterbeheer is.

Door klimaatverandering is het steeds belangrijker om aan duurzaam waterbeheer te doen. Leg uit waarom dit zo is.

Wat is er nodig voor het ontstaan van een tropische orkaan?

1. Warm zeewater, Warme bovenlucht, Koude onderlucht, Draaiing van de aarde.
2. Koud zeewater, Warme bovenlucht, Warme onderlucht, Draaiing van de aarde.
3. Warm zeewater, Koude bovenlucht, Warme onderlucht, Draaiing van de aarde.
4. Koud zeewater, Koude bovenlucht, Koude onderlucht, Draaiing van de aarde.

Geef 2 redenen waarom de kans op een orkaan in Nederland heel klein is.

In gebieden waar grondwater wordt opgepompt is vaak een groter risico op overstromingen. Welk gevolg van het oppompen van grondwater is hiervoor verantwoordelijk?

Leg uit hoe moessonregens ontstaan. Gebruik in je antwoord de volgende begrippen: Windrichting, Verdamping, Gebergte.

Welk begrip hoort bij de omschrijving?
Een gebied waar water wordt vastgehouden bij veel neerslag.

1. Stroomgebied
2. Uiterwaard
3. Zomerbed
4. Retentiegebied

Er zijn 2 soorten dijken. Hoe heet de dijk die het dichtst bij de rivier staat?

Wat is een aquifer?

Wat vond je van deze toets?

1. Moeilijk om te maken
2. Makkelijk om te maken
3. Er tussen in, niet te moeilijk maar ook niet heel makkelijk.

Hoe heb je geleerd voor deze toets?

Welk cijfer verwacht je voor deze toets?

1. 0-4
2. 4-6
3. 6-8
4. 8-10

EINDE

Vergeet niet op de inleverknop te drukken voordat je LessonUp afsluit.