H10 +11.1 Quiz

• Maatschappijwetenschappen
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 6

H10 +11.1 Quiz

Wanneer landsgrenzen samenvallen met een bepaalde dominante cultuur spreek je van

1. Geslaagde integratie
2. Een natiestaat
3. Een multinationale staat
4. Hybride identificatie

De ontstaansgeschiedenis van Nederland past binnen een ... visie

1. nationalistische
2. functionalistische
3. modernistische
4. internationale

Multinationals en NGO’s krijgen steeds meer invloed. Dit is

1. een politieke ontwikkeling die de autonomie van staten aantast
2. het gevolg van individualisering
3. een oorzaak van invented traditions
4. Vooral de invloed van de spreekwoordelijke dominee in het Nederlandse beleid

Sociale ongelijkheid valt onder het hoofdconcept

1. Vorming
2. Binding
3. Verhouding
4. Verandering

Vervreemding is een thema dat vooral voorkomt binnen het

1. Rationele actor paradigma
2. functionalisme paradigma
3. sociaal constructivisme paradigma
4. conflict-paradigma

Het rationaliseringsproces op vele terreinen leidt volgens Max Weber tot

1. Een groeiend collectivisme
2. Een groeiende invloed van NGO's
3. Onttovering van de wereld
4. berekenbare en bestendige winst

De onttovering van de wereld heeft te maken met

1. De stijging van gelovigen in Zuid Amerika
2. Da daling van gelovigen in Zuid Amerika
3. De rol die de paus speelt voor alle katholieken
4. De afname van de invloed van het geloof

Door de hoge mate van differentiatie binnen de moderne samenleving

1. Zijn mensen steeds meer van elkaar afhankelijk
2. Kunnen mensen steeds meer zelfstandig besluiten nemen
3. Is er een steeds homogenere samenstelling van de wereldbevolking
4. Verandert de cultuur sneller

Arbeidsdeling betekent

1. dat steeds meer mensen part time economisch actief zijn
2. Dat werk steeds gefragmenteerder wordt aangeboden
3. Dat er op steeds meer verschillende plekken op de wereld werk verspreid is
4. Dat mannen en vrouwen steeds meer in gelijke mate deelnemen aan het arbeidsproces

Inde moderne samenleving zijn bindingen

1. vaak sterker dan in een premoderne samenleving
2. vaak zwakker dan in een premoderne samenleving
3. minder talrijk dan in een premoderne samenleving
4. Talrijker dan in een premoderne samenleving

De gemengde economie betekent

1. Grote invloed van de overheid in een geglo-baliseerde wereldmarkt
2. Verschillende economische activiteiten zijn steeds meer onderling afhankelijk van elkaar
3. Verschillende economische activiteiten worden in ieder land georganiseerd
4. Een diensten- en productiesector zijn in balans

Een cultureel kenmerk van een moderne samenleving is

1. Hoge mate van urbanisatie
2. Grotere scheiding tussen private en publieke sfeer
3. Grondrechten zijn verankerd in de rechtsstaat
4. Bureaucratisch georganiseerde nationale staten

Wanneer je trots bent op een sportieve prestatie van jouw kind is er vooral sprake van

1. Functionele identificatie
2. Normatieve identificatie
3. Emotionele identificatie
4. Hybride identificatie

Leg duidelijk uit waarom modernisering een omstreden begrip is binnen de sociale wetenschap.