10.3 Nieuwe soorten

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Deze les

terugblik vorige les (checken met 7 mk vragen)

Uitleg 10.3

oefening: een mogelijke evolutie van de caminalculen

Wie heeft de evolutie van mens en dier ontdekt?

1. Columbus
2. Darwin
3. Mendel
4. Watson & Crick

Wat is geen evolutie

1. Mammoeten in koude gebieden hebben langere haren.
2. Mensen worden steeds langer
3. Huiskatten worden steeds liever
4. De gemiddelde Nederlander wordt dikker.

Wat is evolutie?

1. het veranderen van gedaante bij een organisme
2. ontwikkeling die een organisme tijdens zijn leven doormaakt
3. het veranderen van allelfrequenties binnen een populatie
4. het groter worden van een populatie

Wat heb je niet nodig voor evolutie?

1. verandering van het milieu
2. natuurlijke selectie
3. genetische variatie
4. al deze antwoorden zijn nodig voor evolutie

Waar staat 'fitness' voor bij evolutie?

1. hoe goed je kan overleven
2. hoe fit je bent
3. hoeveel nakomelingen je maakt
4. hoe sterk je bent

Wat is de goede volgorde van processen voor evolutie?

1. Survival of the fittest, natuurlijke selectie, genetische variatie, overerving goede eigenschappen
2. Genetische variatie, natuurlijke selectie, survival of the fittest, overerving goede eigenschappen
3. Natuurlijke selectie, genetische variatie, survival of the fittest, overerving goede eigenschappen
4. Genetische variatie, survival of the fittest, natuurlijke selectie, overerving goede eigenschappen

Wanneer heb je meer kans op evolutie?

1. Bij een grote genetische variatie in een ecosysteem
2. Bij een grote genetische variatie in een populatie
3. Bij een kleine genetische variatie in een ecosysteem
4. Bij een kleine genetische variatie in een populatie

10.3 Nieuwe soorten

Leerdoelen:

5. Je legt het belang uit van verschillende vormen van
      reproductieve isolatie voor de soortvorming.

6. Je beschrijft het verband tussen de grootte van een ecosysteem
      en zijn soortenrijkdom. 

7. Je legt het belang van biodiversiteit uit voor de veerkracht van
     biologische systemen en beschrijft hoe biologen deze veerkracht
     behouden en vergroten.